UNICEF: bijna 1 op de 5 jongeren heeft psychische problemen
Bijna één op de vijf Nederlandse jongeren heeft een psychische aandoening, schat UNICEF op basis van Europese data. Het zou gaan om 18 procent van Nederlandse jongeren van 10 tot 19 jaar. In heel Europa heeft gemiddeld 16,3 procent van de jongeren een psychische aandoening.
„Precieze cijfers voor Nederland zijn er niet, waardoor jongeren in ons land niet altijd de hulp krijgen die ze nodig hebben”, zegt de organisatie, die een analyse van de geestelijke gezondheid van kinderen en jongeren in Europa maakte. Meer dan de helft van de jongeren met een aandoening (55 procent) kampt met een depressie of angststoornis.
Wereldwijd heeft naar schatting één op de zeven jongeren een psychische aandoening, zo is eerder gemeld. Vrijdag verscheen de Europese versie van het wereldwijde onderzoek The State of the World’s Children: On My Mind. UNICEF gaat uit van 9 miljoen jongeren in Europa die lijden aan depressie, angststoornissen, bipolaire stoornissen, autisme, schizofrenie, persoonlijkheidsstoornissen en ADHD. „Deze psychische aandoeningen bij jongeren kosten Europa omgerekend 49,7 miljard euro per jaar.”
Zelfdoding is - na het verkeer - de belangrijkste doodsoorzaak onder Europese jongeren.
De cijfers voor Nederland blijven dus schattingen. Nederland houdt niet bij hoe vaak psychische stoornissen voorkomen en wat de de gevolgen zijn, aldus UNICEF. „We weten ook niet of jongeren wel of geen hulp krijgen en welke jongeren vooral risico lopen op een psychische aandoening. Er moet in Nederland beter zicht komen op de mentale gezondheid van jongeren, zodat we kunnen zien hoe het gaat en wat er nodig is aan preventie en behandeling”, zegt Suzanne Laszlo, directeur van UNICEF Nederland.