Opinie

Jongvolwassene verlangt naar contact en geborgenheid

Talloze jongvolwassenen lijken weinig grond onder de voeten te ervaren en worden, naar het zich doet voorkomen, op zichzelf teruggeworpen. Laten we hen nabij zijn, naar hen luisteren en wijzen op de Levensbron.

Toke Kalisvaart
16 September 2021 16:07
„Zijn we aan het verleren hoe we ons kunnen verbinden met de ander en de dialoog kunnen aangaan?” beeld iStock
„Zijn we aan het verleren hoe we ons kunnen verbinden met de ander en de dialoog kunnen aangaan?” beeld iStock

Meer jongvolwassenen dan voorheen kampten in de eerste helft van dit jaar met psychische problemen, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) die begin deze maand werden gepubliceerd (RD 4-9). Een op de vier mensen tussen de 18 en de 25 jaar was in de eerste helft van 2021 psychisch ongezond. Dat is een stijging van 10 procent ten opzichte van 2020. Volgens de laatste cijfers kampen jongvolwassenen vaker met zulke klachten dan andere leeftijdsgroepen.

Het CBS noemt iemand ”psychisch ongezond” wanneer diegene zich vaak somber voelt, stress ervaart, zenuwachtig is. Het is niet vast te stellen dat de pandemie de oorzaak is van deze mentale gezondheidsklachten, al kan deze een belangrijke factor zijn. Reden om ons bij Stichting Schuilplaats af te vragen hoe we dit kunnen duiden. Een moment van reflectie voor ons die met jongeren te maken hebben, voor ouders, buren, leerkrachten, kerkenraadsleden en hulpverleners. Om na te denken over hoe de verbinding met onze jongeren is.

Is het terecht om iemand ”psychisch ongezond” te noemen wanneer er sprake is van somberheid, stress, eenzaamheid of angst? Uiteraard zonder de zwaarte van de moeilijkheden die jongeren kunnen ervaren te miskennen; die kunnen groot zijn. De meeste jongeren kunnen tegenslag aan, een deel van hen heeft het zwaar. Is de keerzijde van de conclusie van het CBS dat ”psychisch gezonde” mensen nauwelijks tot geen last hebben van deze gevoelens en wisselende stemmingen?

Ongerijmdheid

Dit spiegelt ons hoe we omgaan met de gebrokenheid van ons bestaan en hoe onze verhouding is met onze Schepper. De werkelijkheid na Genesis 3 is moeite, verdriet, angst en somberheid. Vanuit die wetenschap moeten we omzien naar onze medemens. Veel is niet op te lossen. Het leven lijkt veel ongerijmdheid te kennen. Talloze jongvolwassenen lijken weinig grond onder de voeten te ervaren en worden, naar het zich doet voorkomen, op zichzelf teruggeworpen.

Soms van nabij, zoals Eve, een meisje haast nog, van 18 jaar. Enigszins schuchter gaf ze aan niet te weten hoe ze een écht gesprek kan aangaan. „Mevrouw, het lijkt zo veilig wanneer ik online mensen spreek. De ander ziet veel minder mijn onzekerheid en twijfel, ik weet niet goed wat werkelijk contact is, er is zo veel om bij te houden. Zelfs als ik de ander spreek, voel ik me alleen.”

Vluchtig

Meer nog dan voorheen is er tijdens en na de lockdown online contact. Deze vorm is vluchtig, snel, zonder stilte en mimiek, zonder zichtbare emotie. Wat wezenlijk is, ontbreekt; noem het desnoods ontzield contact. Zijn we aan het verleren hoe we ons kunnen verbinden met de ander en de dialoog kunnen aangaan? Dat zou heel ernstig zijn! Voor ontmoeting is verbinding nodig, elkaar in de ogen kunnen kijken. Er zijn jongeren die in de achterliggende tijd hebben ingeboet aan veerkracht en leven met het idee dat zij er niet toe doen; ze lijken soms stuurloos en zonder doel te leven. Wanneer de natuurlijke behoefte om te geven geblokkeerd raakt, wordt er ingeboet aan betekenis. Een mens heeft erkenning nodig, bevestiging in zijn bestaan, dat hij werkelijk wordt gezien in nood en verlangen.

Onlangs ontmoette ik Bram, 23 jaar. Hij is sterk geworden, misschien wel door de opgelopen butsen in de jaren van voorheen. Groots in het geven. „Want weet je”, zei Bram, „juist toen het niet meer lukte om alles vol te houden, had ik het nodig in contact te blijven. Dat gaf me hoop en, ondanks zware moeheid, kracht om door te gaan. Die tijd miste ik vertrouwen in talenten, voelde ik me nutteloos en vroeg ik me af of ik er zijn mocht. Maar in de ogen van de ander las ik de bevestiging. Zelfs wanneer ik raar deed of het even niet meer wist.”

Echte lafenis

We kunnen het alleen niet af. Het is nodig vasthoudend te zijn in aanwezigheid en tijd om, door de mogelijke weerstand heen, verlangen aan te boren. Te luisteren, het verhaal te willen horen en de goede vragen te stellen. ”De ander” te zijn die vanuit bewogenheid en liefde mee oploopt, zo ver als nodig. Dit bepaalt ons dieper bij wat wezenlijk is, de noodzaak ons te laven aan de Bron, om enkel uit te zien naar levend water. Zien we verlangend uit naar de Levensbron, in een gebroken wereld vol nood en ellende? Laten we vanuit liefde en bewogenheid woorden zoeken om te wijzen op de Bron van hoop en verwachting, waar genade is.

Leer de jongeren dieper te putten, wanneer ze droog staan. Leer hun de bronnen aan te boren. Laat hen horen dat ze van waarde zijn en ertoe doen. Juist terugkeer naar de Levensbron brengt echte lafenis en lessing van hun dorst. Het eigen ”ik” of wat ik ervan maak, is dan niet langer leidend, maar veeleer de vraag en het verlangen naar geborgenheid in de enige Ander, om Hem te kennen Die het Leven is. In Hem is geen gebrek voor wie ellendig zijn!

De auteur is psychosociaal hulpverlener bij Stichting Schuilplaats, locatie Staphorst.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer