beeld Carel Schutte
Mens & samenlevingHet Gesprek

Sarah Rokach vond in Israël nieuw thuis: „Nergens zo veilig als daar”

Ze groeide op in een gewoon christelijk gezin in Nederland. Nu leeft Sarah Rokach-van Biert (31) als een orthodox-Joodse vrouw en heeft ze heel wat maanden doorgebracht zonder haar man, die vecht voor de vrijheid van hun land.

9 May 2025 14:11Leestijd 17 minuten

Achteraan op de camping, het huisje met de rode en oranje tulpen. Daar moet je zijn, had Sarah uitgelegd. Kan niet missen: aan de deurpost hangt een tekstkokertje, de mezoeza. Binnen zit zoontje Jedidjah te spelen. Aan zijn broek zwieren witte touwtjes – tsietsiet in het Hebreeuws. Op tafel staan koekjes van gestampte crackers. Het is de week van Pesach, en dus eet het gezin niets waar gist of tarwe in zit. „’t Is in Nederland een beetje afzien”, zegt Sarah, „maar je lijf mag best voelen dat het heftig is wat er gebeurd is met Pesach.”

Eigenlijk wonen ze in Israël – Sarah, haar man en hun twee kinderen. Inmiddels zitten ze bijna een jaar op de camping in Teuge. Soms met de vader van het gezin, dan weer maanden zonder hem. Dan is hij naar het front, als reservist.

Sarah, neuropedagoog van beroep, heeft intussen haar tweede studie afgerond – de reden van hun verblijf in haar geboorteland. Vanuit Israël volgde ze online de master klinische psychologie; de stage moest ze in Nederland lopen.

„Mensen denken soms dat we vanwege de oorlog naar Nederland gekomen zijn”, zegt ze. „Maar ik voel me nergens zo veilig als in Israël.”

Nergens zo veilig als in Israël?!

„Ja, dat is echt zo. Er blijft daar niets anders over dan je overgeven aan G’d.” Ze vindt het belangrijk dat die Naam zonder klinker wordt geschreven. „Als mensen het RDMagazine weggooien, vernietigen ze anders de Naam van G’d. En die Naam is het allerheiligst.”

Wat geeft u in Israël dan zo’n gevoel van veiligheid?

„Ik voel sterk dat G’d daar is en Zijn volk beschermt. Hij heeft Zijn volk ijzersterk gemaakt, omdat Hij wist hoe heftig de strijd nog zou gaan worden. Onder andere door middel van het leger. De IDF zit ontzettend goed in elkaar. Daar vertrouwen we op. In Nederland zijn we niet voorbereid op een oorlog; in Israël weet iedereen wat hij moet doen.”

De aanval van Hamas op 7 oktober 2023 zag het leger toch niet aankomen?

„Dat is een ander, ingewikkeld verhaal. Het systeem werkte toen niet en dat maakte de paniek groot. Israël heeft zich herpakt en dat het land vandaag de dag nog overeind staat, is een wonder. Daar komt dat gevoel van veiligheid vandaan. G’ds beloften staan er niet voor niets. Hamas kan een deel van ons uitmoorden, maar dan zijn er in de rest van de wereld nog miljoenen Joden die Israël weer kunnen opbouwen.”

„Ik sta eigenlijk met één been in Nederland en met één been in Israël”

Sarah Rokach, geëmigreerd naar Israël

Wat mist u hier het meest aan Israël?

„Het eten. Koosjer voedsel is hier moeilijker te krijgen. Een Joodse levensstijl is daar überhaupt makkelijker. Hier moet je meer nadenken en voorbereiden. Ook over veiligheid denken we meer na. Daarom gaan mijn man en zoon in Nederland zonder keppeltje over straat.”

Hoe hebt u destijds de overgang naar Israël ervaren?

„Toen we net getrouwd waren, sprak ik geen woord Hebreeuws. Ik werkte in de gehandicaptenzorg en toen ik de eerste dag mijn laptop opende stond álles andersom. Mijn manager kwam met een cliëntendossier: „Alsjeblieft, lees je maar in.” Dat heb ik in Google Translate gegooid. De taal leren was vermoeiend, maar ik pakte het snel op. Zeker toen mijn man alleen maar Hebreeuws tegen mij ging praten.”

Ziet u nu Israël of Nederland als uw thuisland?

„Ik sta eigenlijk met één been in Nederland en met één been in Israël.” Nadenkend: „Israël is wel mijn thuis gewórden.”

Wat trok u zo aan Israël?

„Dat is een gevoel geweest, waar ik gehoorzaam aan was. Het voelde ook als G’ds leiding. Hasjem (de Naam, ALV) wilde mij daar blijkbaar hebben. Als student werd ik op een ochtend wakker en wist ik: ik wil Jeruzalem zien. Mijn ouders moedigden dat ook aan. Later ontdekte ik dat er waarschijnlijk verre Joodse roots zitten in de familie van mijn oma. Ik had sterk het gevoel dat ik daar iets mee moest. Dat Hasjem misschien wilde dat ik het Jodendom zou terugbrengen in mijn familie.

Ik geloof dat de bedoeling is dat iedereen met een Joodse achtergrond zijn volk omarmt en teruggaat naar Israël, zodat we een groot en sterk volk worden. We hebben iedereen nodig.”

U bent opgegroeid in Apeldoorn. Hoe zag uw leven eruit voordat u naar Israël ging?

„Dat verschilde weinig van dat van veel andere christenen. We gingen twee keer per zondag naar de kerk. Nadat ik belijdenis had gedaan, kwamen er vragen naar boven. Niet of het geloof waar was, maar ik liep vast met theorieën als de Drie-eenheid. G’d is zó almachtig en de Bijbel zo’n diepgaand Boek, maar voor mijn gevoel bleven we in de kerk haken op een oppervlakkig level. Ik had twintig jaar in de kerk gezeten en kende wat er gezegd werd. Er moest toch meer zijn, diepgaandere kennis en uitleg? Ik ging ermee naar een predikant, maar kreeg niet echt antwoorden.

Dat bracht mij bij de mensen met wie het allemaal begon. Ik legde mijn vragen neer bij een rabbijn. Die zei: „Ik hoor dat je serieus bent, maar ik kan jou niet onderwijzen, omdat je niet-Joods bent.” Na een tijdje stelde hij voor een bekeringsproces te beginnen, zodat ik lessen kon volgen. Dat hoefde voor mij niet: ik hoef niet Joods te zijn om in Hasjem te geloven. Er ging een jaar overheen waarin ik veel nadacht. Intussen reisde ik voor het eerst naar Israël om te werken als au pair. Daar kon ik de cultuur proeven en het Joodse gezinsleven van dichtbij meemaken. De puzzelstukjes begonnen in elkaar te vallen. Ik voelde me thuis in Israël en besloot deel te gaan nemen aan lessen bij een rabbijn.”

En toen ontmoette u uw man.

„Klopt, tijdens mijn tweede reis naar Israël. Het was bij een bakkerijtje in Jeruzalem, waar ik in mijn allerbeste Hebreeuws een ijskoffie bestelde. De man achter de toonbank verstond het niet en maakte een grapje, dat ik weer niet begreep. Mijn man stond achter mij in de rij, in zijn legeroutfit, hij legde uit wat ik wilde. Daarna vroeg hij waar ik vandaan kwam, hoe ik heette. Een paar dagen later kreeg ik een vriendschapsverzoek op Facebook. Hij wilde afspreken. Ik had er weinig behoefte aan, dacht dat hij als soldaat wat vertier zocht. Toen hij bleef vragen, stemde ik in. De afspraak kwam me niet uit, maar dat heb ik hem nooit laten weten. Ik dacht dat hij niet serieus was. Terug in Nederland vertelde ik het aan mijn moeder. Zij vond dat ik hem nog even netjes moest appen. Ik bood mijn excuses aan. We zijn toen gaan videobellen, urenlang. Na een paar maanden ontmoette ik hem weer in Israël en later in Nederland. In 2017 zijn we getrouwd.”

„In het Jodendom vond ik iets wat ik altijd al zocht: een enorme diepgang. Over álles is nagedacht”

Sarah Rokach, geëmigreerd naar Israël

Hoe stond hij in het geloof?

„Hij hoorde bij de traditionele Joden, die alleen de feestdagen vieren en eruitzien als seculiere Joden. Niet heel gelovig dus. Toen wij elkaar net leerden kennen, wilde hij het Jodendom eigenlijk vaarwel zeggen. Voor veel Joden is het geloof zwaar. Ze hebben er niet voor gekozen te horen bij een volk dat niet geliefd is en zo veel van hun levensstijl vraagt. Mijn man was blij dat hij een christelijke vrouw vond. Hij liet zich dopen en deed belijdenis. Daarmee zette hij een stap naar mij.

Ik maakte de omgekeerde beweging. Omdat wij als stel verdergingen, ging mijn man mee naar de lessen bij de rabbijnen. Dit is om te voorkomen dat er een verschil van kennis ontstaat tussen partners. Gaandeweg ontdekten we echter dat dit proces ook voor hem tot zegen was. Hij leerde zijn volk en zijn geloof weer omarmen. Zo kwamen we in het midden uit.”

Wat sprak u aan in het Jodendom?

„Ik vond iets wat ik altijd al zocht: een enorme diepgang. Over álles is nagedacht. Alle vragen mocht ik stellen en óveral is een antwoord op. In het christendom heb ik dat anders ervaren. Op de basisschool vroeg ik eens hoe de sterren en het heelal werkten. „Daar moet je je niet mee bezighouden”, kreeg ik toen te horen, „dan kom je uit bij het occulte.” Toen ik dezelfde vraag jaren later aan een rabbijn stelde, zei hij: „Daar hebben we hele theorieën over. Wil je die lezen?” Hij gaf me een boek over astrologie op basis van het Jodendom, waarin wordt uitgelegd waarom Hasjem de sterren heeft gemaakt en hoe we die kunnen lezen. Er ging een wereld voor me open.

Tijdens de lessen leerde ik enorm veel. Over de Tenach, het Oude Testament, en de Talmoed, de traditie. Ik leerde leven als Jodin. En ja, ook die 613 regels. Ik vond het verrijkend.”

Al die regeltjes verrijkend?

„In het Hebreeuws heten ze goede werken. In ál-les wat je doet, in je hele leven, ben je gefocust op Hasjem, bezig met Hem. De hele dag door. Als je bijvoorbeeld je handen wast of een glaasje water drinkt, zegen je dat eerst.”

Maar u gelooft ook in Jezus. Hoe ziet u de Messias?

„In het Jodendom is het concept Messias breder dan in het christendom: iedere generatie heeft zijn mens die handelt als een messias, een persoon die grote, positieve invloed heeft op anderen. Wij belijden Jezus als Messias, maar aanbidden G’d, omdat Jezus ook steeds naar Hem verwees. Het Oude Testament is voor ons de Bijbel; het Nieuwe Testament zie ik als uitleg daarvan. Het maakt de cirkel rond.”

U gaat naar de synagoge. Waarom geen Messiasbelijdende gemeente?

„We zijn een tijdje naar een christelijke gemeente geweest, maar voelden ons er niet thuis. De gemeente was wat Amerikaans, evangelisch en verschilde behoorlijk van de kerk waar ik uit kwam. Het paste ook niet meer in ons leven. In Israël en Nederland gaan we naar de synagoge; in Nederland soms ook naar de kerk. Onze kinderen zijn gedoopt in de kerk waar mijn man en ik belijdenis hebben gedaan.”

Waarom vond u dat belangrijk?

„Ze zijn eerst besneden, want dat is een opdracht. Maar daar hoort nog iets bij om het af te maken. De doop maakt de cirkel rond en daarin komt terug dat we de Messias belijden. Het Jodendom blijft wel ons fundament. Tijdens de doopzitting legde mijn man uit: „Ik ben het hoofd van ons gezin en het voorbeeld in het geloof. Zij doen wat ik doe. Zij geloven wat ik geloof.”

Ik denk dat G’d met Joden en christenen een ander doel heeft. Ik raad het ook niet per se aan om Joods te worden.”

Oh nee? Waarom niet?

„Het is een heftig proces. Als je het doet, moet je er verantwoordelijkheid voor nemen. Er zijn genoeg mensen die het proces doorlopen en vervolgens teruggaan naar hun oude leven.”

U niet.

„Nee, ik heb iets beloofd! Bij de religieuze rechtbank in Israël heb ik beloofd dat ik volgens het Jodendom zou leven en mijn kinderen daarin zou grootbrengen. Het was alsof ik daar tegenover Hasjem Zelf stond. Er veranderde toen echt iets in mijn ziel.

Zo’n rechtbank kijkt naar je ontwikkeling, test je kennis over het Jodendom en beoordeelt je levensstijl. Leef ik echt in alles voor Hasjem?”

Volgens de Bijbel kunnen we toch nooit volmaakt zijn?

„Dat is ook niet het doel, het gaat om je intentie – naar G’d toe, naar jezelf en de mensen om je heen. Het doel is dat je jezelf ontwikkelt en komt waar G’d jou voor heeft bedoeld op deze aarde.”

Wil zo’n rechtbank ook weten of je in Jezus gelooft?

„Dat heb ik vaak gehoord van andere christenen. Een bevestiging kan het einde van het proces betekenen. Dan was het waarschijnlijk niet de weg die Hasjem met ons wilde gaan. Maar mij is die vraag nooit gesteld. Daarin heb ik gezien: dit wil G’d van mij.”

„Ik hoop dat de Joden niet meer zo bang zijn dat christenen hen bekeren”

Sarah Rokach, geëmigreerd naar Israël

U hoopt dat het Jodendom en christendom dichter bij elkaar komen. Wat kunnen zij van elkaar leren?

„Christenen kunnen de diepe betekenis van het Oude Testament beter begrijpen vanuit het Jodendom. Ik dacht vroeger bijvoorbeeld altijd dat Izak een klein jongetje was toen hij met Abraham de berg opliep om geofferd te worden. Maar de Joden hebben berekend dat hij al 37 was. Dat zet het verhaal in een ander licht.

Verder hoop ik dat de Joden niet meer zo bang zijn dat christenen hen bekeren. Veel christenen komen in de oorlog vrijwilligerswerk doen. Die willen verder niets, alleen maar helpen. Joden mogen meer openstaan voor de liefde van christenen. Bij de jongere generatie zie je al meer openheid.”

Ziet u een rol voor uzelf als het gaat om het delen van het christelijk geloof?

„Ik wil er zijn voor Joden. Het gaat om een band en vertrouwen opbouwen. Als het gesprek op Jezus komt, dan kan ik het christelijke perspectief uitleggen. Maar ik geloof niet dat ik Joden moet bekeren. In het Jodendom is het ook niet de bedoeling dat je jouw geloof en tradities oplegt aan een ander. G’d gaat Zijn eigen weg met Zijn volk. Hij heeft mij daar niet voor nodig. En als dat wel zo is: prima, hier ben ik. Dan zal Hij mij dat duidelijk maken. Hoe weet ik niet, maar G’d zal voor elkaar krijgen dat we één groot volk worden. En ik kan niet wachten om dat te zien.”

Uw land is nu in oorlog. Hoe is dat voor u?

„Bij tijden heel intens. Zeker als het dichtbij komt: de neef van mijn man en mijn vriendin en haar kinderen zijn op een gruwelijke manier omgekomen. Ik heb daar niet eens de woorden voor. De emoties ook niet. Ik kan er niet bij.”

„Pas in de schuilkelder dacht ik: ik weet niet of mijn man en ik elkaar ooit nog terugzien”

Sarah Rokach, geëmigreerd naar Israël

Hoe hebt u 7 oktober beleefd?

„Toen we wakker werden van het luchtalarm, zeiden we meteen: „Dit is niet normaal.” Een aanval zag Israël altijd aankomen, maar nu waren er geen onrust en waarschuwingen vooraf. Iedereen was in de feeststemming voor het Loofhuttenfeest. Mijn man kwam al snel terug uit de synagoge en pakte zijn tas en geweer. We namen afscheid, vluchtig. Pas in de schuilkelder dacht ik: ik weet niet of we elkaar ooit nog terugzien. Dat besef heb ik niet helemaal laten binnenkomen.”

Onze jongste kreeg op dat moment poedermelk. Na een paar dagen was de poedermelk op, maar ik had geen voorraad ingeslagen. Via een buurvrouw en vriendin kreeg ik wat poedermelk, tot de winkels opengingen.”

Ging het leven snel weer door, ondanks de oorlog?

„De eerste dagen was iedereen naar elkaar op zoek. „Weet je waar die is?” „Ik hoor niets meer van hem.” „Zij ontvangt haar berichtjes niet.” Dat geeft stress en spanning. Maar we moeten vooruit. Dat is de enige manier om Israël weer op te bouwen. Veel Israëliërs gaan maar door en zitten op slot voor alle emoties. Door mijn werk heb ik gemerkt dat veel mensen een trauma hebben, maar er is amper tijd om stil te staan – al generaties lang. Logisch, mensen zitten veel en vaak in de overlevingsmodus.

Zelf probeerde ik de kinderen rustig te houden en het gezellig te maken. Als het luchtalarm afging, zei ik tegen Jedidjah: „Wie het eerste in de schuilkelder is!” En dan renden we. Het hoort bij het leven in Israël.”

Went oorlog dan?

„Ja. Alles went. Van explosies en het luchtalarm raak je op een gegeven moment niet meer ondersteboven. We gaan gewoon verder, de controle heb je toch niet. G’d weet wat Hij doet en ik hoef alleen maar mijn verantwoordelijkheid te nemen voor de taken die Hij mij geeft. Meer niet.”

Is het fijn als uw man weer thuiskomt? Of keert er dan een getraumatiseerde echtgenoot terug?

„Zeker! En ook voor de kinderen is het een verademing als hij er weer is. Iedere keer komt hij wel een beetje anders terug. Hij is meer op zijn hoede. Ik kan me dat wel voorstellen met wat hij heeft meegemaakt. Het kost hem tijd om in normale wereld terug te komen en de adrenaline te laten zakken. We praten ook nergens over.”

Omdat het niet mag?

„Het kan niet. Militairen hebben vaak de woorden niet om uit te leggen wat ze hebben gezien of meegemaakt. Dat hoor ik ook van vriendinnen. Toen ik net in Israël woonde, moest mijn man zes weken weg vanwege onrust, terroristische aanslagen. Toen hij terugkwam, verwachtte ik allerlei verhalen. Pas jaren later kreeg ik daar wat over te horen. Ik heb geleerd hem de ruimte te geven en geduld te hebben.”

In Nederland is het debat over de oorlog fel en gepolariseerd. Wat doet dat met u?

„Ik probeer me daar verre van te houden, de onrechtvaardigheid is te heftig. Soms vraag ik me af: waar gaat het heen? De opa van mijn man kwam uit Polen. Voor de Tweede Wereldoorlog pikte hij signalen op dat het misging. Hij vertrok halsoverkop, liet alles achter en ging op tijd naar Israël. De rest van zijn familie bleef in Europa en is omgekomen.

Ik denk dat het antisemitisme in Nederland erger wordt. We denken soms dat het iets kleins is. Maar dit is het begin van opnieuw zo’n gigantische… Nou ja, weet ik veel wat er komen gaat. Als het echt erg wordt, pakken we onze spullen en gaan we naar huis. Gek eigenlijk dat je daarover nadenkt…”

„Met eigen ogen heb ik gezien hoe de vijand opstaat en om zich heen slaat, zoals staat in de Psalmen”

Sarah Rokach, geëmigreerd naar Israël

Samen met de Nederlandse zanger Christian Verwoerd schreef en zong u het lied ”Tears of hope”. Waar put u hoop uit in deze oorlog?

„Uit de wonderen die gebeuren. Steeds meer Joden keren terug naar Hasjem, liet een onderzoek zien. Of neem het verhaal van een gegijzeld meisje dat een Hamasstrijder had gevraagd om een gebedenboek. Hij had haar uitgelachen, maar kwam later terug met een achtergelaten gebedenboek van een IDF-soldaat. Maandenlang heeft het meisje alleen maar gebeden. Het kan niet anders dan dat dat een teken was van G’d: het is één grote hel waarin je zit, maar Ik ben er. Van deze verhalen gaat zo veel kracht uit. Daarom is er voor mij geen veiliger plek dan Israël. Met eigen ogen heb ik gezien hoe de vijand opstaat en om zich heen slaat, zoals staat in de Psalmen. Maar G’d is er en zal er zijn. Nooit, nooit, nooit zal Hij Zijn volk verlaten. Het is Zijn oogappel.”

U merkt dat Hij erbij is?

„Soms word ik emotioneel als ik de pijn eventjes toelaat. Maar ik ben ook zo ongelooflijk trots op ons land en ons volk. Op de veerkracht van mensen. Het kan niet anders dan dat dat van Hasjem komt. Hij geeft ons kracht om op te staan, door te gaan, het volk uit te breiden en zo te versterken.”

Wat drijft iemand in zijn of haar leven? Hoe is hij of zij gevormd? In deze rubriek een persoonlijk interview met een meer of minder bekend persoon uit de breedte van de samenleving. Deze aflevering: Sarah Rokach-van Biert. Volgende week: Richard Groenenboom.

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer