Rond Kerst en Pasen vaak nepnieuws over Vroege Kerk
Speciaal in de christelijke feesttijd komt de seculiere pers met schokkend nieuws over het ontstaan van het christendom, constateert prof. dr. Johannes van Oort.
De tijd rond Kerst en Pasen lijkt bij uitstek geschikt voor spectaculaire berichtgeving over het vroegste christendom. Enkele dagen geleden was het weer raak. Een „verloren Bijbelboek” werd teruggevonden (RD 4-12).
Het betreft hier de ”Openbaring van Jakobus”, een koptisch geschrift dat al in december 1945 ontdekt werd bij het Egyptische Nag Hammadi. Twee onderzoekers vonden onlangs snippers van een iets andere Griekse versie. Eind november presenteerden ze hun vondst op een congres. In no time werden de snippers opgeblazen tot een compleet Bijbelboek. Dat, zo luidt het, is niet alleen „teruggevonden”, maar bewijst opnieuw hoe de kerk afwijkende meningen onderdrukt.
Enorm opgeblazen
Berichtgeving zoals deze lijkt een trend. Het onderwerp is meestal een gnostisch evangelie of in ieder geval iets in verband met Jezus. Een paar jaar geleden kwam het ”Evangelie van Jezus’ vrouw” (bleek in 2012 een vervalsing maar werd rond Pasen 2014 uitgebreid opgerakeld in The New York Times). Iets eerder viel de ontdekking van loden boeken in Jordanië met „een nieuwe kijk op Jezus’ kruisiging en opstanding” (met Pasen 2011 groot gebracht door de BBC).
In 2002 werd in Jeruzalem een beenderenkistje gevonden met daarop het opschrift ”Jakobus, zoon van Jozef, broer van Jezus” (dat opschrift was al vele jaren bekend maar werd rond Pasen 2015 als groot nieuws gebracht door The Jerusalem Post en in Nederland door het AD). Recent werd het middeleeuwse ”Evangelie van Barnabas” weer van stal gehaald als bewijs dat Jezus nooit werd gekruisigd (groot nieuws in moslimkringen in het jaar 2000; jongste herhaling op de Arabische zender Al-Arabiya in 2012).
Ook de ontdekking van het ”Evangelie van Judas” (2006) hoort in deze reeks. Het grote verschil is dat het hier gaat om een echte ontdekking: meer dan 1800 jaar nadat Irenaeus het geschrift meldde, vond men een koptische versie. Maar ook hier werd de zaak enorm opgeblazen: deze tekst over Judas verandert niets aan het ontstaan van het christendom. Hij bewijst alleen het bestaan van een groepering (waarschijnlijk ”Kaïnieten”) die kort voor 180 Judas vereerde.
Quasiwetenschappelijk
Nu, kort voor Kerst 2017, is er dan de ”Openbaring van Jakobus”. Media in de hele wereld berichtten erover, in ons land allereerst de NOS (2-12). Meteen valt op hoe het nieuws geframed wordt. In de sfeer van Dan Brown luidt het direct dat de tekst „verketterd is door de kerk.” Even later blijkt (of lijkt) de curieuze tekst ineens een verloren evangelie. Vervolgens klinkt het dat er zo’n kleine honderd evangeliën waren, maar dat „de kerkleiders” uiteindelijk kwamen tot een selectie. Bisschop Athanasius van Alexandrië is de kwade genius: in 367 verklaarde hij slechts vier ervan canoniek.
Dergelijke berichtgeving is tendentieus en in veel opzichten incorrect. ”Evangelie” was oorspronkelijk een breed begrip, maar werd later specifiek gebruikt voor de vier bekende evangeliën. Aan een evangelie zoals dat van Thomas, Maria of Petrus dezelfde status en betekenis toedichten, is historisch gezien onjuist. Patriarch Athanasius is onterecht de gebruikelijke boosdoener: hij formuleerde wat in het Oosten de kerkelijke opvatting was geworden, zoals in dezelfde tijd ook de kerk in het Westen eenzelfde canon van geschriften meldde.
Nogal aandoenlijk wordt het wanneer de NOS Jacob Slavenburg opvoert als deskundige die de nieuwe Griekse stukjes graag wil vergelijken met de al bekende koptische tekst. De populaire veelschrijver Slavenburg is geen specialist in het Grieks, geen kenner van oude handschriften en leest evenmin koptisch. Hier wordt opgeblazen nepnieuws ook nog eens overgoten met een quasiwetenschappelijk sausje.
Antieke vuilstort
Wat houdt de nieuwe ‘ontdekking’ werkelijk in? Vanaf 1896 zijn er duizenden fragmenten van teksten gevonden op de vuilnishopen van Oxyrhynchus. Die Egyptische plaats nabij Caïro was lange tijd hoofdstad van een district. Jarenlang hebben vooral onderzoekers uit Oxford zich met die fragmenten beziggehouden. Literaire werken uit de oudheid zijn zo ontdekt, administratieve teksten voor het eerst uitgegeven, originele Bijbelpapyri toegankelijk gemaakt. Een antieke vuilstort, zeker in het kurkdroge Egypte, bergt soms materiaal van eeuwen.
Tussen de in Oxford bewaarde fragmenten vonden twee Amerikanen onlangs Griekse fragmenten, die zij toeschrijven aan de ”Openbaring van Jakobus”. Wetenschappelijk gezien een leuke vondst, meer niet. Ze bewijst wat we sinds de ontdekking bij Nag Hammadi allang wisten: deze en andere gnostische geschriften zijn oorspronkelijk geschreven in het Grieks. Over het ontstaan van het christendom zeggen deze snippers uit de vijfde of de zesde eeuw niets.
Wat ze wel bewijzen, is dat de ontwikkeling van het christendom veelkleurig is geweest. Rivaliserende groepen streden om de voorrang. Hier is dan weer een tekst met elementen uit de valentiniaanse gnostiek.
De auteur (emeritus hoogleraar aan de Universiteit Utrecht en Radboud Universiteit Nijmegen) is redacteur van de Nag Hammadi and Manichaean Studies en het patristische tijdschrift Vigiliae Christianae.