Meditatie: Heilige oorlog
„Want het vlees begeert tegen de Geest, en de Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander, alzo dat gij niet doet hetgeen gij wildet.”
Galaten 5:17
Deze onderscheidenheid van heer en knecht is er de oorzaak van dat in de Schrift tegenstrijdige dingen van dezelfde mens worden gezegd, daar ook inderdaad in dezelfde mens twee mensen met elkaar strijden, omdat het vlees begeert tegen de geest en de geest tegen het vlees (Galaten 5:17).
Beginnen we nu eerst te spreken over de inwendige mens en laten we dan zien op welke wijze hij een vroom, vrij en waarachtig christen wordt, dat is: een geestelijk, nieuw, inwendig mens. Dan staat het vast dat volstrekt geen van de uitwendige dingen, met welke naam ze ook zouden moeten worden aangeduid, ook maar iets zou kunnen bijdragen tot het verkrijgen van de gerechtigheid en de christelijke vrijheid, evenmin als van de staat van ongerechtigheid of gebondenheid, wat aannemelijk gemaakt wordt door gemakkelijk aan te voeren redenen. Immers, wat zou het de ziel kunnen baten als het lichaam welvarend is, ongehinderd en met eetlust spijzen gebruikt en drinkt en doet wat het hart begeert? We zien toch dat door dezelfde dingen ook de meest onvrome dienstknechten van alle zonden een bloeiend leven leiden? Aan de andere zijde, wat schaadt een slechte gezondheid of gevangenschap of honger en dorst, of welke andere uiterlijke onaangenaamheid of ongemak, de ziel, wanneer ook de meest vrome en vrije mensen, die met een goed geweten door het leven gaan, door deze dingen worden gekweld?
Maarten Luther,
reformator te Wittenberg
(”Over de vrijheid van een christen”, 1520)