„Jongere moet in eigen kerk kunnen praten over seksualiteit”
Een jongen op de jeugdvereniging die bij een ander op schoot ploft. Is dat gewoon dollen of grensoverschrijdend gedrag? Stichting Veilige Kerk organiseert samen met Stichting Chris en Voorkom toerustingsavonden voor leidinggevenden om dit soort vragen aan de orde te stellen.

Veilige Kerk is een stichting die kerken wil helpen bij het voorkomen van misbruik. Ook geeft de stichting toerusting over hoe te handelen wanneer misbruik plaatsvindt. Marianne Bronsveld, projectmedewerker van Veilige Kerk, organiseert vier toerustingsavonden voor leidinggevenden in Utrecht, Dordrecht, Groningen en Zwolle.
Waarom organiseert u deze avonden?
„Cijfers laten zien dat jongeren vaker slachtoffer zijn van misbruik. Ze zijn een kwetsbare groep. Het doel van deze avonden is dat jongeren weerbaar gemaakt worden om hun grenzen aan te geven en om te praten over misbruik als dat plaatsvindt. We rusten leidinggevenden toe om het gesprek met de jongeren van hun club of catechesegroep aan te gaan.”
In de aankondiging voor deze avonden stellen jullie dat jongeren niet gemakkelijk praten over seksualiteit met mensen die ze kennen. Zou het niet beter zijn om avonden voor de jongeren zelf te organiseren in plaats van voor de leidinggevenden?
„Het is goed dat jongeren binnen hun eigen gemeente praten over seksualiteit, zowel in positieve als in negatieve zin. Je wilt dat ze daar ontdekken: de mensen om mij heen gaan hier goed mee om, hier kan ik terecht wanneer ik een probleem heb.
Wanneer we een avond organiseren voor jongeren, krijgen alleen degenen die daar aanwezig zijn iets mee over het onderwerp. Daarom hebben we ervoor gekozen om de leidinggevenden uit te nodigen. Zij kunnen hun kennis delen onder andere leidinggevenden in hun kerk. En zij draaien vaak een heel aantal jaren mee in het geven van catechese of het leiden van een jeugdclub. Zo beklijft de kennis dus beter.”
Een workshop gaat over hoe je als leidinggevende reageert op grensoverschrijdend gedrag. Tieners zijn juist voortdurend bezig met grenzen verkennen. Hoe kun je op een club dit thema aan de orde stellen zonder op elk slakje zout te leggen?
„Het is belangrijk dat je voor jezelf en de groep helder hebt wat grensoverschrijdend is en wat niet. Kies aan welke afspraken je je strak houdt en aan welke je minder hecht. Naargelang de situatie kunnen afspraken uitbreiden of verschuiven.
Belangrijk is dat je basisafspraken samen met de jongeren maakt, bijvoorbeeld: We pakken elkaars telefoon niet af. Als dat dan wel gebeurt, kun je terugvallen op wat jullie gezamenlijk afgesproken hebben.”

Er zijn best vaak twijfelgevallen. Als een puber bij iemand op schoot ploft kan dat zijn om te dollen, maar hij kan op dat moment ook een grens overschrijden.
„Ja, het vraagt ervaring om dat te onderscheiden. Het is belangrijk om als leidinggevende te checken of een jongere het grappig vindt of zich er ongemakkelijk bij voelt. En om een plan te maken over hoe je omgaat met dit gedrag. Vraag je meteen: Vind je dit fijn? Of bespreek je het liever achteraf? Je kunt de jongeren die het aangaat aanspreken, maar het is ook goed om gedrag met collega’s te bespreken, zodat je gezamenlijk kunt vaststellen of iets binnen de grenzen valt of niet.”
Stel dat een jongere misbruik aan de orde stelt, misschien wel van een collega-leidinggevende. Waarom is het zo moeilijk om dat te geloven?
„Het moeilijke is dat je dan ontdekt dat de wereld slechter is dan je dacht. Je denkt de ander te kennen, maar je beeld van die persoon moet wijzigen.
Een prettige en bevrijdende gedachte is dat je als jeugdleider niet hoeft te oordelen of een verhaal juist is. Het enige wat je hoeft te doen is naast de jongere te gaan staan. Wel of niet waar maakt niet uit. Als het een verzonnen verhaal is, heeft deze jongere net zo goed zorg nodig. Help de jongere verder door hem of haar te wijzen op welke stappen er verder gezet kunnen worden. Daarbij geldt dat een verhaal nooit te klein of te groot is om bij de plaatselijke vertrouwenspersoon aan te kloppen.”