1700 jaar Nicea: wat heeft de kerk ervan geleerd?
In 325 na Christus kwamen in het huidige Iznik (Turkije) ruim 300 bisschoppen bijeen voor het concilie van Nicea. De aanleiding: een theologische crisis rond de persoon van Jezus Christus. Was Hij geschapen, zoals Arius beweerde? Of van hetzelfde wezen als de Vader? „Het ging om de kern van het geloof”, zegt kerkredacteur Addy de Jong in de podcast Sprekend RD. „Over Christus nota bene.”

Advertentie
De uitkomst was een geloofsbelijdenis waarin Jezus werd beleden als „God uit God, licht uit licht, waarachtig God uit waarachtig God.” Een tekst die later wereldwijd ingang vond. „Het was de eerste belijdenis die kerkbreed werd vastgesteld”, aldus de Jong. „Kort, helder en theologisch rijk.”
De Jong reisde samen met collega Ruben Bolier af naar Iznik om te zien wat er 1700 jaar later nog terug te vinden is van dit moment. „Je loopt daar tussen speeltoestellen en olijfbomen, en ineens zie je stenen uit het water steken”, vertelt Bolier. „Daar zou het gebeurd kunnen zijn.”
Tot hun verrassing bleek de Turkse overheid de christelijke geschiedenis juist zorgvuldig te conserveren. „Er wordt een paviljoen gebouwd over de fundamenten van een basiliek”, zegt De Jong. „En er is een modern museum geopend. Niet vanuit religieus motief, maar vanwege wetenschappelijk en toeristisch belang.” De geloofsbelijdenis van Nicea is volgens Bolier niet slechts een historisch document. De zin „ik geloof in één heilige, algemene, apostolische kerk” is volgens hem dan ook meer dan liturgie: „Het is een vraag aan de kerk van nu.”