„Houding van het Nederlandse koningshuis richting de Rooms-Katholieke Kerk in de afgelopen eeuw sterk veranderd”
Wekelijks een blik op de kerkelijke bladen, aangevuld met citaten uit de kerkelijke wereld.

Kerkblad der OGGiN
„Stel nu dat de begrafenis van paus Franciscus in het Vaticaan en de viering van Koningsdag in Nederland niet op dezelfde dag hadden plaatsgehad: waren onze koning en koningin dan naar Vaticaanstad afgereisd? Op die vraag zullen we het antwoord –voorlopig?– niet weten. Wel is duidelijk dat het sentiment richting de Rooms-Katholieke Kerk in ons land en in ons koningshuis de afgelopen eeuw is veranderd.
Het is bijna honderd jaar geleden dat het eerste kabinet-Colijn viel na de ”Nacht van Kersten”
Het is bijna honderd jaar geleden dat het eerste kabinet-Colijn viel na de ”Nacht van Kersten”. Dominee G.H. Kersten diende als SGP-Kamerlid op 11 november 1925 in het nachtelijk uur een voorstel in waardoor op de begroting voor Buitenlandse Zaken de gelden voor het gezantschap bij de paus werden geschrapt. Dit gezantschap was in 1915 als tijdelijke politieke post ingesteld, omdat men dacht dat het nuttig kon zijn vanwege internationale contacten en onderhandelingen over de beëindiging van de Eerste Wereldoorlog. Toen die oorlog voorbij was, werd deze tijdelijke post echter omgezet in een permanente post. Regeringsfractie CHU –een van de voorlopers van het huidige CDA– steunde het SGP-voorstel. Het voorstel kreeg een meerderheid doordat ook de socialisten en liberalen uit de oppositie het plan steunden. Die steun verleenden zij vanuit een politiek motief: deze partijen zagen het christelijke kabinet maar wat graag vallen. Vier ministers van de Rooms-Katholieke Staatspartij (RKSP) konden het CHU-standpunt niet meemaken en dienden hun ontslag in. (…)
Toen kroonprins Willem-Alexander zijn verloving met de rooms-katholieke Maxima Zorreguieta aankondigde, leidde dat tot vragen bij protestanten. De leden van de Eerste en Tweede Kamer gaven goedkeuring aan de toestemmingswet voor het huwelijk. Ook de SGP stemde voor, al noemde senator Holdijk het „een moeilijke afweging” vanwege de godsdienstige en politieke bezwaren tegen het huwelijk. Enkele jaren eerder was de persoonlijke geloofskeuze van prinses Marilène, bij het besluit over haar huwelijk met prins Maurits, voor de staatkundig gereformeerden nog wel reden om tegen te stemmen. De SGP kon uiteindelijk instemmen met het huwelijk van Willem-Alexander en Maxima, omdat zowel de kroonprins als minister-president Kok hadden verzekerd dat het Huis van Oranje protestants zou blijven, dat het huwelijk zou worden voltrokken in de hervormde gemeente van Amsterdam en dat eventuele kinderen in de Hervormde Kerk zouden worden gedoopt. „Die toezegging heeft de zaak gered”, stelde Holdijk. Destijds werd nog in het midden gelaten of Maxima zou overgaan naar de Hervormde Kerk (vanaf 2004: Protestantse Kerk in Nederland). Inmiddels weten we dat zij rooms-katholiek is gebleven. In 2017 ging het koningspaar zelfs op audiëntie bij de paus tijdens een officieel staatsbezoek aan het Vaticaan.

Het is vanuit dat oogpunt niet verwonderlijk dat verschillende media, daags na het overlijden van paus Franciscus, meldden dat koningin Maxima op 26 april weleens naar Rome zou kunnen gaan en niet naar de viering van Koningsdag in Doetinchem. Ze is immers net als de overleden paus rooms-katholiek én Argentijns. En bovendien: van de mensen in Nederland die zich religieus noemen, vormen de rooms-katholieken procentueel gezien de grootste groep. Het besluit was echter anders: waar tientallen staatshoofden en vorstenhuizen van over de hele wereld aanwezig waren, vaardigde Nederland minister-president Schoof en minister Veldkamp van Buitenlandse Zaken af. Koning Willem-Alexander bezocht op 23 april nog wel een herdenking in de Amsterdamse Nicolaasbasiliek. Groot was de teleurstelling bij het Katholiek Nieuwsblad, dat het bezoek „een doekje voor het bloeden” noemde en dat vond dat de koning naar Rome had moeten afreizen.
De houding van het Nederlandse koningshuis richting de Rooms-Katholieke Kerk is in de afgelopen eeuw sterk veranderd, zo veel is duidelijk. Veelzeggend is de uitspraak van het koningspaar in een communiqué na het overlijden van de paus op tweede paasdag: „De herinnering aan hem koesteren wij in dankbaarheid.” De Oranjes hebben de zondagsrust gerespecteerd door de viering van Koningsdag te verplaatsen naar de zaterdag – en het is te waarderen dat het niet eens ter discussie gesteld is om dat te veranderen.
Alles overziende blijft echter het gevoel aanwezig, dat juist de samenloop van omstandigheden ertoe heeft geleid, dat de Nederlandse koning en koningin niet aanwezig waren bij de begrafenis van paus Franciscus, maar dat ze anders gewoon waren gegaan. Al zullen we dat naar alle waarschijnlijkheid –in ieder geval voorlopig– niet te weten komen.”
”Honderd jaar na de ”Nacht van Kersten”” luidt het kopje boven een bijdrage van R. Heij MA in het Kerkblad der Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland (OGGiN).