Met een gekwalificeerde meerderheid heeft de PCUSA recent een bepaling in de kerkorde opgenomen dat aanstaande ambtsdragers bevraagd zullen worden op hun mening over kwesties als seksuele geaardheid en genderidentiteit.

Genderidentiteit en seksuele geaardheid zijn nu ook opgenomen in de antidiscriminatieverklaring van de kerkorde. Daarin staat dat „God personen verenigt door de doop, ongeacht ras, etniciteit, leeftijd, geslacht, handicap, geografische locatie of theologische overtuiging”.

Conservatieve presbyterianen duiden de nieuwe regel als een poging om het „aloude, Bijbelse geluid” het zwijgen op te leggen. In de aanloop naar de besluitvorming spraken vorig jaar zo’n 150 ambtsdragers zich er in een open brief tegen uit. Zij zeggen dat deze maatregel „in strijd is met ons gereformeerde kernprincipe van gewetensvrijheid. Dit amendement zal veel trouwe en toegewijde regerende predikanten, ouderlingen en diakenen onmiddellijk diskwalificeren en uitsluiten van dienst vanwege hun overtuiging.”