Theoloog Johan Smits: Nationalisme is een explosief goed
„Nationalisme is een explosief goed”, stelt theoloog Johan Smits. „Er ontstaat daardoor een culturele vorm van theologie die kan leiden tot meer naastenliefde, maar net zo goed tot hoogmoed en uitsluiting.”

Smits deed onderzoek naar de nationalistische opvattingen van Duitse theologen in de periode van 1820-1870. Woensdag promoveert hij op het thema aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
„Duitse theologen uit de 19e eeuw beschouwden Duitsland als een natie met een speciale plek in Gods heilsplan”, vertelt de docent godsdienst vanuit een klaslokaal op het Van Lodenstein College in Amersfoort. „Nationalisme was volgens hen een christelijk idee.”
Waarom zijn de nationalistische opvattingen van Duitse theologen in de 19e eeuw relevant?
„De Duitse bevolking bevindt zich tussen 1820 en 1870 in een kabbelende periode. De oorlog met Napoleon is net ten einde en een natie moet nog gevormd worden. Dat proces is rond 1870 voltooid. Over de periode waarin die vorming plaatsvindt, weten we nog niet veel. Daarom vond ik het boeiend om te onderzoeken hoe de bekende theologen uit die tijd keken naar nationalisme.
Bekend is daarbij een relatief begrip, het gaat bijvoorbeeld om theologen als Friedrich August Gotttreu Tholuck (1799-1877) en Isaac August Dorner (1809-1884), die inmiddels vrijwel vergeten zijn. Dat komt doordat de theologen na hen veel uitgesprokener waren en hun voorgangers te soft vonden.
Daarnaast is het relevant omdat dit huwelijk tussen christendom en nationalisme ook tegenwoordig nog springlevend is. Je ziet het bijvoorbeeld bij de ideologie van Viktor Orbán in Hongarije, het White Christian Nationalism achter Trump in Amerika en de opvattingen van Geert Wilders en Thierry Baudet in Nederland. Deze vormen van nationalisme zorgen ervoor dat het christendom iets cultureels wordt, dat meestal niet gekoppeld is aan een vrome levensstijl.”
Hoe zag de Duitse nationalistische opvatting in de 19e eeuw eruit?
„Die was tweeledig. Enerzijds was er het nationalisme als ideologie: de idee dat het goed is dat de wereld uit naties bestaat. Anderzijds was er de nationalistische gedachte dat Duitsland een speciale natie met een speciale plaats in Gods heilsplan zou zijn.
Het nationalisme werd daarbij gezien als een idee dat binnen het christendom is uitgedacht. Om een natie te zijn, moet je niet alleen je familie en buren liefhebben, maar ook mensen aan de andere kant van het land. Volgens deze theologen leren mensen via het nationalisme wat naastenliefde is.”
En daar zouden Duitsers beter in zijn dan andere nationaliteiten?
„Volgens deze theologen wel. Duitsers zijn volgens hen het meest geschikt om godsdienstig te zijn, omdat ze een diepte van beleving zouden hebben die geen enkel ander volk op aarde heeft. Daarom had de Reformatie volgens deze mannen ook alleen maar in Duitsland kunnen beginnen. Alleen Duitsers zijn in staat om wetenschap en vroomheid op de juiste manier met elkaar te combineren. Daarover zijn alle theologen die ik bestudeerde het eens, al verschillen ze op andere thema’s, zoals Bijbelgetrouwheid, wel.”
Werden deze opvattingen Bijbels onderbouwd?
„Slechts incidenteel. Er werd vooral over nagedacht vanuit filosofisch perspectief en in preken werd vaak al voorondersteld dat de natie belangrijk was voor christenen.”
Bestaat deze vorm van nationalisme onder de huidige Duitse theologen nog?
„In Duitsland is na de vorming van de natiestaat rond 1870 iets fundamenteel veranderd. Er was toen een natiestaat die gesteund moest worden, in plaats van een verdeeld land dat verenigd moest worden.
Na die vormende periode ontstond daarnaast een intensivering van het nationalisme, dat uiteindelijk zelfs uitmondde in twee wereldoorlogen. Tegenwoordig zie je in de Duitse kerken vooral een antinationalistisch sentiment, wat vanuit de nasleep van die wereldoorlogen te verklaren is.
Wel heeft het christendom in het publieke debat in Duitsland nog een relatief grote plaats. Tijdens de coronacrisis zag je in de nationale Duitse kranten bijvoorbeeld artikelen van theologen met een christelijke reflectie op de coronamaatregelen.”
Wat kunnen christenen nu leren van de opvattingen van deze 19e-eeuwse theologen?
„Dat de positieve kanten van het nationalisme genoemd mogen worden. Zoals het gehecht zijn aan de plek waar je thuis hoort en het liefhebben van mensen die niet je directe naasten zijn.
Het gevaar van dit gedachtegoed is daarbij wel dat je jezelf als natie beter gaat beschouwen dan de rest van de wereld. Zeker als je eraan koppelt dat je land een speciale plek in de wereld en Gods heilsplan verdient.
De gevolgen daarvan zag je in Duitsland. Deze vroege theologen waren relatief verdraagzaam en stelden wel dat in Duitsland alles samenkwam, maar dat dat niet betekende dat God andere naties niet gewild had. Toch zijn de gevolgen van deze opvattingen dat je in een oorlog harder zult vechten voor je voortbestaan, omdat je natie belangrijker is dan bijvoorbeeld Frankrijk.
Over nationalisme is dus zeker een positief verhaal te vertellen, maar het kan zich ook snel ontwikkelen tot een agressieve en uitsluitende vorm. Daarin is nationalisme een explosief goed.”