Ook weleens last van de inhibitie van je executieve functies?
Ieder vakgebied heeft zijn jargon, zijn eigen woorden en spreekwijzen. Politici vinden dingen „een aangelegen punt” en ze hebben „de ambitie” om bijvoorbeeld 800 miljoen te bezuinigen. Journalisten hebben het over een krant die „zakt” en ze „tikken” een „repo” vanuit Rotterdam. Zo hebben artsen, onderwijzers en militairen ook hun eigen taal.

Over het algemeen kan het geen kwaad dat vakgenoten jargon spreken. Maar vaktaal die ál te ver afwijkt van het Standaardnederlands kan problemen geven als er vakgebiedoverstijgend gecommuniceerd moet worden. Dat speelt bijvoorbeeld weleens tijdens workshops, heisessies of inspiratiedagen – laatstgenoemde zijn ook al jargon, natuurlijk.
Een lezer mailde me laatst over zo’n voorval. Ze werkt in het onderwijs en woonde een inspiratiedag bij. De hoofdlezing ging over ”executieve functies”. Ze kon zich niet herinneren die term ooit eerder gehoord te hebben.
De term herkende ik wel –vermoedelijk ooit in de krant gelezen– maar wat executieve functies zijn, daar heb ik ook geen flauw benul van. De geïnspireerde docent weet het inmiddels gelukkig wel: het zijn „die functies van de hersenen die essentieel zijn voor het realiseren van aangepast gedrag”, schrijft ze. Maar, waarom duikt de term ineens op in de psychologie en het onderwijs, vraagt ze zich af. Het eerste deel van de woordcombinatie deed haar vooral denken aan dingen die weinig met een klaslokaal te maken hebben: executies, executieverkoop, een executeur-testamentair.
Die associaties lijken vreemd, maar zijn het niet. De meeste Nederlanders denken bij ”executie” aan een definitief einde, maar het woord betekent in feite niet meer dan: uitvoering, voltrekking. De betekenis van ”executief” is volgens de Dikke Van Dale: uitvoerend. Executieve functies zijn dus niet meer dan: uitvoerende functies. Afhankelijk van de context kunnen begrippen echter een heel specifieke betekenis krijgen.
Een beetje terughoudend zijn met vaktermen is wel gewenst
Dat is ook het geval met een ander woord dat tijdens dezelfde inspiratiedag ter tafel kwam: inhibitie. Dat betekent gewoon: verhindering. Maar in de psychologie, waar de term volop gebruikt wordt, kreeg het een veel specifiekere betekenis. Er bestaat bijvoorbeeld ”proactieve inhibitie”, daar heeft iemand last van die moeite heeft om iets nieuws te onthouden vanwege een voorval dat eerder heeft plaatsgevonden.
Maar tijdens een lezing voor mensen uit een ander vakgebied kun je er natuurlijk niet van uitgaan dat iedereen dat weet. Een beetje terughoudend zijn met vaktermen is dus wel gewenst. Voor je het weet, leidt jargon tot inhibitie van de inspiratie van je toehoorders.