Kerkje van oud gereformeerde gemeente in Nederland aan Bermweg in Capelle aan den IJssel gerenoveerd
Aan de Bermweg te Capelle aan den IJssel staat, met de achterkant bijna aan de Ringvaart, het kerkje van de oud gereformeerde gemeente in Nederland. De afgelopen maanden is het gebouw vanbinnen gerenoveerd.

Bijna is de klus geklaard. De preekstoel en de lessenaar moeten nog worden geschilderd. Het keukentje krijgt nog een goede beurt en de geluidsinstallatie wordt nog afgeregeld. Maar dan is het ook gedaan.
In het middenpad van de kerkzaal wijst diaken J. Terlouw aan wat er is vernieuwd. Er zijn nieuwe vloertegels gelegd. De radiatoren en de raamkozijnen zijn vernieuwd en de wanden zijn opnieuw bekleed. De vorige banken zijn vervangen door de klapbanken uit de oude kerk van de gereformeerde gemeente te Yerseke. Ze zijn opnieuw geverfd en bekleed. Het vorige orgel is enkele jaren geleden al vervangen door een instrument uit Rijssen. Toen is ook de balustrade vernieuwd.
Er zijn ongeveer tweehonderd zitplaatsen. „Maar die zijn zondags niet allemaal bezet”, zegt Terlouw. „Gemiddeld genomen hebben we zo’n honderd kerkgangers.”

Preeklezen
De kerkenraad bestaat uit twee ouderlingen en twee diakenen. De diakenen lezen zondags ook preken. Terlouw: „Preeklezen geeft wel opzien, maar het is toch goed om te doen. Je wilt graag wat meegeven aan de mensen. In het besef dat de Heilige Geest erin moet meekomen, omdat zonder Hem alles alleen maar tegen ons getuigt.”
Aan de Bermweg worden soms preken van Smijtegelt en Wulfert Floor gelezen, maar meestal hedendaagse preken. „We lezen niet alleen oud gereformeerde preken, maar ook preken uit de Gereformeerde Gemeenten of de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Wij zijn niet eenkennig en niet kerkistisch. Het gaat er maar om dat een mens bekeerd moet worden, en in dat werk van de verlossing begint God bij het begin, bij het stuk van de ellende. We zullen eerst weten dat we tegen een goeddoend God gezondigd hebben.”
Eerste steen

In het halletje is de eerste steen ingemetseld: ”De eerste steen van dit kerkgebouw werd gelegd op 24 september 1948 door ds. W. van Dijk.” In de consistorie staat een tafeltje met een stuk of acht stoelen en een kleine boekenkast. Op tafel liggen twee grote Bijbels. In de oudste ervan ligt een vergeeld stukje papier, van jaren geleden, met een bekendmaking van de kerkenraad: „Zoo de Heere wil en wij leven woensdag a.s. ’s avonds half acht Ds. Baay. Volgende week collecte voor het bouwfonds.” Aan de wand hangt een geborduurde tekst: ”’t Hijgend hert, der jacht ontkomen, schreeuwt niet sterker naar ’t genot.”
„Het is wel een wonder dat het gemeentetje er nog is”, zegt Terlouw. „In de jaren tachtig waren er nog maar vijf leden overgebleven. Maar er was geen vrijmoedigheid de kerk te sluiten. En sindsdien is er weer wat groei gekomen. Nu zijn er weer een paar jonge gezinnen. Maar jongeren trekken weg, naar omliggende plaatsen waar de huizen minder duur zijn dan hier.”
In Zijn voorzienigheid heeft de Heere nog voor de gemeente willen zorgen, zegt Terlouw. „Hij houdt Zelf Zijn kerk in stand. Wat Hij ermee voorheeft, weten wij niet. Maar er moeten nog mensen bekeerd worden. Er liggen er nog onder het zegel van de verkiezing. Maar het is wel stil geworden.”
