Mediacoach voor predikanten: Jongere is op zoek naar echtheid
Wat kan de kerk betekenen voor jongeren die volop actief zijn in de onlinewereld? En: in hoeverre is een predikant een influencer? Die vragen kwamen aan de orde op een predikantenbijeenkomst van de hervormd-gereformeerde jongerenorganisatie HGJB.

”Jongeren en social media” was het thema van de regionale bijeenkomst die de HGJB donderdag in Bilthoven belegde. Eenzelfde bijeenkomst wordt de komende weken in Hardinxveld-Giessendam en Rijssen gehouden.
Jongeren zijn gemiddeld 6,5 uur per dag online actief. Bij een kwart is dat acht uur per dag, zei spreker Leenard Kanselaar, gezinscoach, mediacoach en auteur van ”Kom van dat scherm af!” Hij berekende dat veel christelijke jongeren bijna 46 uur per week via de onlinewereld „allerlei boodschappen tot zich krijgen”, naast ongeveer 5 uur tijd die ze besteden aan kerkdiensten, catechisatie en Bijbellezen aan tafel.
Christelijke jongeren verschillen in hun mediagebruik niet van seculiere leeftijdgenoten, gaf Kanselaar aan. „Ze kijken naar dezelfde influencers en gebruiken dezelfde apps.”
Dat jongeren veel tijd aan sociale media besteden, is niet vreemd, zei de mediacoach, die als voorbeelden platforms zoals TikTok, Snapchat, Twitch en YouTube noemde. „Elke app is gemaakt om iemand verslaafd te maken. TikTok heeft dat tot in perfectie weten uit te voeren.”
Sociale media spelen in op de behoefte aan verbinding. „Die zit heel diep bij jongeren.” Ook zei Kanselaar dat zij de angst hebben om iets te missen, waar bijvoorbeeld hun vrienden over praten.
Influencers delen hun leven, inclusief de moeilijke momenten, met jongeren. „De kracht van een goede influencer is dat hij zich niet boven een jongere plaatst, maar naast hem”, zei Kanselaar.
Hij wilde de smartphone en sociale media niet bestempelen als „dé zondebok” als het gaat om toename van angst, depressie en mentale problemen bij jongeren. Een probleem is volgens hem dat jongeren veel tijd aan deze media besteden, zodat zaken als sporten, huiswerk maken en een baantje zoeken in de knel komen.
Een „hoopvolle ontwikkeling” is dat TikTok voor veel jongeren ook een plek is „waar ze in aanraking komen met het christelijk geloof”. Als voorbeeld noemde hij Glen Fontein, „een van de allergrootste Nederlandse TikTokkers, die vorig jaar tot geloof is gekomen en daarvan getuigt op social media”.
Catechisatie
Kanselaar zei dat veel jongeren zingevingsvragen hebben en dat de kerk hun op dat vlak „veel te bieden heeft”. De kerk is voor hen „een veilige plek”, waar ze gezien worden en erbij horen.
Wat betekent het om in deze tijd met zijn sociale media catechisatie te geven? „Ik heb niet het idee dat jongeren erop zitten te wachten de catechese veel hipper te maken”, zei een predikant. Een ander zei dat jongeren juist de ontmoeting in de kleine groep „heel fijn” vinden. „Filmpjes interesseren hen niks.”

Na afloop van de presentatie van Kanselaar gingen de predikanten met elkaar in gesprek over ”De predikant als influencer. Wat vraagt dat van mij?” Een van de deelnemers vond het „lastig” een predikant als voorbeeldfiguur te zien. „Dat is een heel ander begrip dan leraar en herder.”
„Probeer maar jezelf te zijn in hoe jij leeft met God”, reageerde een ander. „Jongeren verlangen ernaar bij een dominee, mentor of vader iets van puurheid, echtheid te zien.”
Kanselaar onderstreepte dat. „Jongeren voelen aan wat echt is of nep. Je mag als predikant een stukje oplopen met jongeren. Wat je te vertellen hebt, doet ertoe.” Daarbij zijn jongeren op zoek naar echtheid. „Zeg je wat je doet en doe je wat je zegt?”
„Zoek jongeren op en wees beschikbaar”, luidde een van de tips die Kanselaar de predikanten meegaf. Ook deed hij de suggestie af en toe een voorbeeld uit de onlinewereld te gebruiken in een preek. Hij zei dat influencers er „keigoed” in zijn om jongeren te betrekken bij hun werk. Zo zou een predikant hen ook kunnen betrekken bij het maken van een preek, bijvoorbeeld door vooraf een keer een peiling te houden in een groepsapp. „Zo laat je blijken dat jongeren ertoe doen en dat je ze serieus neemt.”