Vraag naar voedselhulp gehinderd door schaamte
Al jaren heeft Nederland een plaats in de top tien van welvarende landen op deze wereld. De bevolking van ons land staat wereldwijd bekend als rijk.
Tegen die achtergrond is het uiterst schrijnend dat steeds meer mensen een beroep doen op voedselhulp. Het Rode Kruis spreekt van een verdubbeling van het aantal hulpvragers die bij deze organisatie aanklopt; van 20.000 vorig jaar naar ruim 40.000 dit jaar. En dan te bedenken dat dit lang niet alle mensen zijn die feitelijk hulp nodig hebben.
Even schrijnend is het dat ruim 200.000 minderjarige kinderen in zodanige armoede leven dat de overheid hen op school wil voorzien van maaltijden. Zeker, het is mooi dat de regering daar honderd miljoen euro voor uittrekt, maar het is triest dat dit nodig is.
De toegenomen behoefte aan voedselhulp tekent de benarde situatie van veel mensen. De forse stijging van de prijs voor voedsel en energie is de belangrijkste oorzaak. De verwachting is dat deze vraag alleen maar zal toenemen.
Toch zullen er Nederlanders zijn die hun schouders ophalen omdat zij in hun omgeving geen hongerende mensen zien. Inderdaad, wie hier zoekt naar situaties zoals die zich in sommige derdewereldlanden voordoen, waarbij mensen in afvalbakken speuren naar iets eetbaars, zal zelden iets vinden. Maar dat wil niet zeggen dat er geen nood is.
Er zijn in ons land beslist mensen die niet elke dag één gezonde maaltijd kunnen nuttigen. Ze eten goedkoop voedsel, slaan maaltijden over en eten niet gevarieerd genoeg. Op den duur leidt dit tot een minder goede gezondheid. Dat veel van die nood onzichtbaar blijkt, heeft te maken met de schaamte om voedselhulp te vragen. Volgens het Rode Kruis zijn er mensen die alleen een voedselpakket durven halen als het donker is. Ze schamen zich vooral voor familie, buren en kennissen. Dat is bij vier van de tien gevallen de reden om niet ergens aan te kloppen. Hoe verklaarbaar ook, het is wel een zorgwekkend feit dat iedere Nederlander zich moet aantrekken, maar zeker mensen voor wie Bijbel en kerk belangrijk zijn. Het is een blamage als de armoede van medemensen door kerkgangers niet herkend wordt en dus de nood niet gelenigd. Als dat gebeurt, verliest de kerk(ganger) de Bijbelse gestalte, want ja – ieder kerkmens is zijns of haars broeders hoeder.
Een belangrijke oorzaak voor die schaamte is volgens deskundigen de algemeen heersende gedachte dat het leven maakbaar is. Het gevolg hiervan is de opvatting dat leven in armoede eigen schuld is. Beide zijn een grove misvatting. Lang niet alles in het leven valt te organiseren of te reguleren. En al zullen er mensen zijn die het aan zichzelf te danken hebben dat ze in de armoede terecht zijn gekomen, de meesten zijn daartoe vervallen terwijl ze dat niet wilden.
Die wetenschap en de nood van mensen die voedselhulp nodig hebben, vraagt van de omgeving een open en bewogen houding. Dat betekent: oren en ogen open om (verhulde) signalen op te vangen en een hart dat blijmoedig geeft.