Groen van Prinsterer houdt ons pedagogie van dienstbaarheid voor
Als leerkracht of docent kun je voor die ene leerling een verschil maken en iets delen van het kostbare goed uit je christelijke traditie. Daarbij hoort het kruis centraal te staan, zoals Groen van Prinsterer benadrukte.
Paul Kingsnorth is een 51-jarige Britse schrijver en denker. Een voormalige linkse activist die anderhalf jaar geleden ineens naar buiten trad met een bekeringsverhaal. Het is een bizar verhaal dat leidt van een inhoudsloos cultuurchristendom naar de milieubeweging. En dan via zenboeddhisme en zelfs wicca-hekserij naar het christelijk geloof. Een verhaal dat juist vanwege die hoge mate van diversiteit voor ons interessant is. We volgen Paul op zijn weg om van zijn ervaringen en inzichten te leren. Dat doen we zonder de gedachte dat we zijn levensverhaal zouden moeten of kunnen beoordelen – een houding overigens die in een superdiverse samenleving superbelangrijk is.
Heimwee
Paul groeide op in Worcester, gelegen in de West-Midlands van Engeland. Het gezin waar hij bij hoorde, zette nooit een stap in de kerk, maar de invloed van de Church of England was overal. Op school zong Paul christelijke hymns, speelde hij het kerstverhaal, leerde hij het Onze Vader uit zijn hoofd en luisterde hij naar religieus geladen dagopeningen. Maar het raakte zijn hart niet. Hij zag de kerk als een vermoeid overblijfsel van een uitstervende godsdienst, zonder geestelijke of praktische relevantie. Wat wél zijn hart raakte, waren de momenten met zijn vader in de weidse natuur. Daar, opgenomen in dat levende geheel van de kosmos, werd hij natuurmens. Een mens die zich maatschappelijk verloren, ontworteld en ontheemd voelde, kreeg een gevoel van heimwee. Heimwee naar iets wat de mensheid uit de vingers moest zijn geglipt.
In zijn vader, die een grote plek in zijn leven innam, zag Paul de verwoestende effecten van het moderne leven. Prestatiedrang, frustratie, angst om te falen, innerlijke onvrede. Heel manifest werd dat in 2008, het jaar van de bankcrisis, toen zijn vader het niet meer trok en uit het leven stapte. Aangrijpend, voor een zoon die zelf al een heel ander pad had gekozen. Geraakt, in zijn studententijd, door de milieubeweging, gaf hij zich over aan het activisme. Jezelf vastketenen, het opnemen tegen megaconcerns en miljoenenbedrijven, tegen kolonialisme en uitbuiting, in de strijd voor een betere wereld… Zó probeerde de idealist in Paul het menselijke bestaan te redden van de ondergang.
C.S. Lewis
Persoonlijke omzwervingen over de wereld brachten Paul bij het zenboeddhisme. „Dat was vol van bewogenheid, maar… miste de liefde”, schrijft hij erover. „Het kostte me jaren om te erkennen wat er met me aan de hand was – en mijn atheïstische tieneridentiteit had het verschrikkelijk gevonden: ik wilde aanbidden.” Het heimwee dat hem in de natuur, onder een open sterrenhemel, had bekropen, dreef hem tot het zoeken naar een mogelijkheid tot aanbidding. Niet de God van het christendom, nog niet. „Ik eindigde bij een priester van de heksengod”, schrijft hij. Tót die droom, over Jezus, die hem tegenhield nog langer deel te nemen aan wiccarituelen. Tot zijn vrouw zomaar zei: „Jij wordt nog eens christen.” Die uitspraak, hoe absurd die op dat moment ook leek, zou werkelijkheid worden.
Woorden om te vertolken wat hem uiteindelijk naar het Woord en de kerk dreef, leent Paul van de grote C.S. Lewis, wie hetzelfde overkwam: „De gestadige, niet-aflatende toenadering van Hem, Die ik zo vurig verlangde niet te ontmoeten.” Maar toen hij Hem ontmoette, was er –wonderlijk genoeg– liefde. In januari 2021 bekende Paul kleur door zich aan te sluiten bij een kleine Roemeens-Orthodoxe kerk in Ierland. Daar trok hij zich ook terug met vrouw en kinderen, voor een eenzaam bestaan, zoveel mogelijk vrij van de maalstroom van het moderne leven én van moderne techniek. Om vanuit de stille omgang met de Schepper en Zijn schepping de wereld te dienen met inzichten en levenswijsheid.
Voortdurende opstand
Welke wijsheid? Wat mij betreft een even Bijbelse als ingrijpende: dat de geschiedenis van de mensheid een voortdurende opstand tegen God is. En dat dáárom de schepping uit duizend wonden bloedt. Waaruit onmiddellijk volgt dat we het met wereldverbetering niet gaan redden. Niet via rechts (het kapitaal, de investeringen, het liberalisme) en ook niet via links (het idealisme, het activisme, de revolutie). „Wordt deze wereld niet gelijkvormig, maar wordt veranderd door de vernieuwing van uw gemoed” (Romeinen 12:2) is een Bijbeltekst die centraal staat op Kingsnorth’s website. In zijn bekeringsrelaas stelt hij het kruis tegenover de machine – bekering in plaats van maakbaarheid; verzoening en navolging in plaats van de frustratie van de wereldverbetering.
Herbronning
Is het aangrijpende verhaal van de lange zoektocht van Kingsnorth niet ontmoedigend? Ik meen van niet. Hij ziet inderdaad grote problemen. Maar daarin beluistert hij een vraag. Een roep om herbronning en om dienstbaarheid. Niet in de zin van wereldbestorming of wereldverbetering. Maar door er als leerkracht of docent te zijn om op de vierkante meter, desnoods de centimeter, voor die ene leerling een verschil te maken. Om zo iets te delen van het kostbare goed dat je in je christelijke traditie is toevertrouwd.
Kruisdragen
Zeker vanuit reformatorisch-christelijk perspectief is me dierbaar wat Kingsnorth zegt over waar ware deugd en dienstbaarheid beginnen.
Ik citeer hem nog één keer: „Het kruis is de sleutel van alles. Zelfverloochening is heel het onderwijs. Ware vrijheid is het opgeven van de eigen wil en het volgen van die van God.” Het begint dus bij het kruis. Bij bekering en wedergeboorte. Bij totale vernieuwing van ons menszijn, die tot kruisdragen achter Christus leidt.
Alléén durven staan
Ineens zie ik Groen van Prinsterer opdagen. De vader van het christelijk onderwijs in Nederland. Een Evangeliebelijder die het kruis centraal stelde. Zijn levensmotto was: „In het isolement ligt onze kracht.” Nee, niét met je rug naar de samenleving staan. Dat heeft Groen nooit bedoeld. Géén sociaal of geografisch isolement! Wat dan? Dit: alléén durven staan! Midden in de wereld, hoe gefragmentariseerd ook. Met een pedagogie van dienstbaarheid. Vanuit het beginsel. Dat betekent: elkaar opzoeken, in kleine gemeenschappen, rondom dat beginsel, rond Schrift en belijdenis. En dan weer de wereld in. Telkens die beweging. Berg op, berg af, als Mozes, zegt de Kroatische theoloog Miroslav Volf. Apart van de wereld, en toch telkens er weer middenin. „Want alzo lief heeft Gód de wereld gehad…”
De auteur is docent godsdienst en onderzoeker. Dit artikel omvat een gedeelte van zijn lezing op het door Driestar educatief georganiseerde symposium over het christelijk-reformatorisch onderwijs in een superdiverse samenleving, op 25 januari in Gouda.