De leerkracht centraal, wie durft?
Het is weer zover. Basisscholen in Nederland stropen de mouwen op: elke vier jaar vraagt de overheid een nieuw schoolplan, zelfs als de school goed presteert. Vooruitgang kan niet aan toeval worden overgelaten.
Ik ben benieuwd welke basisschool dit keer het lef heeft om met vette letters voorop het schoolplan te schrijven: ”de leerkracht centraal”. Dat kan mooie dingen opleveren.
Het meest voor de hand liggende voordeel is wel dat ”de leerkracht centraal” bijdraagt aan de oplossing van een urgent probleem met twee gezichten: te weinig leerkrachten en te veel leerkrachten. Te veel leerkrachten zijn ziek of burn-out. Nergens is het burn-outprobleem zo groot als in het onderwijs. Je richten op arbeidsvreugde en motivatie van leerkrachten, hen ontzorgen en ruimte geven, helpt om de werkdruk te verlagen en uitval te voorkomen. Te weinig leerkrachten is de andere kant van het probleem. Vacatures worden maar moeizaam opgevuld. Een school die de leerkracht centraal stelt, is een aantrekkelijke school. Daar komt de juf of meester tot zijn recht. De consequentie is dat je soms bewust nee zegt tegen de leerling of tegen ouders, omdat je ja zegt tegen de leerkracht. Ondertussen bied je het kind iets moois: een juf of meester die gemotiveerd is, goed in haar of zijn vel zit en opgewekt voor de klas staat.
Een tweede voordeel is dat je een goed verhaal hebt naar de ouders: „Nee, als u alles uit uw kind wilt laten halen, bent u hier aan het verkeerde adres. Lees de schoolgids. Hier staat de leerkracht centraal en daarna de groep. Maar vergis u niet, we hebben oog voor uw kind. Juist daarom richten we ons niet op de individuele leerling, maar op uw kind in haar omgeving, een kind dat samen met andere leerlingen gevormd wordt en leert onder leiding van onze leerkrachten. Gepersonifieerd leren, zegt u? O ja, u bedoelt dat leerlingen op een tablet hun eigen leerprogramma volgen. Wij maken graag gebruik van softwareprogramma’s, omdat het sommige leerprocessen efficiënter maakt. De tijd die daardoor vrijvalt, gebruiken we voor nuttige groepsactiviteiten: bewegend leren, verdiepende klassengesprekken, samenwerkend leren, leren in contextgebonden authentieke omgevingen.”
De leerling centraal, de leerkracht centraal, of moet je op een christelijke school zeggen: God centraal? Onze kinderen zijn immers geleende kinderen, verbondskinderen. Opvoeden in de vreze des Heeren. Zodat ze later als serviceman of verzorgster; als vader, moeder of single; als gemeentelid of ouderling levende getuigen zijn in hun gesprekken, hun werkhouding, hun bejegening van anderen. Juist als je als onderwijsteam een diep verlangen hebt om de Heere God centraal te stellen, moet je kiezen voor de leerkracht centraal. Hij of zij is immers Gods hand om de kinderen te vormen, te onderwijzen, te bemoedigen en te vermanen. Dan worden de leerlingen met de hulp van de Heilige Geest gevormd tot ”Gij-kinderen” en ”wij-kinderen”, in plaats van ”ik-kinderen” en worden ze zo een zegen in gezin, kerk en maatschappij.
Tegen de stroom inroeien valt niet mee. Maar als je, omringt door een seculiere tijdgeest, tastend, struikelend en biddend gaat werken aan echt christelijk onderwijs, mag je erop vertrouwen dat de wind in de zeilen gaat blazen.
De auteur is mediator, coach en ondernemer.