Justitie VS in beroep voor toegang tot Trump-documenten
Het Amerikaanse ministerie van Justitie wil via hoger beroep afdwingen dat het FBI-onderzoek hervat kan worden naar geheime documenten die bij een huiszoeking in de woning van oud-president Donald Trump gevonden werden.
De FBI vond begin augustus meer dan 11.000 overheidsdocumenten tijdens de huiszoeking bij Trumps onderkomen in Florida, Mar-a-Lago. Het ministerie onderzoekt onder meer of er vertrouwelijke papieren zijn achtergehouden en of er geprobeerd is een federaal onderzoek te dwarsbomen.
Eerder deze week werd op verzoek van Trump een onafhankelijk arbiter (special master) door een rechter aangewezen om het bij de huiszoekingen gevonden materiaal te onderzoeken. Volgens de oud-president is het FBI-onderzoek politiek gemotiveerd en is er een derde partij nodig om de documenten nader te bekijken.
De rechter die de arbiter aanstelde oordeelde dat de FBI het onderzoek naar de geheime documenten die in de woning van Trump gevonden werden niet meteen mag voortzetten. Het ministerie van Justitie had hier wel om verzocht, nadat Trump er bij de rechter juist op had aangedrongen het strafrechtelijk onderzoek stil te leggen in afwachting van een arbiter. Justitie probeert nu via het hoger beroep toegang te krijgen tot zo’n 100 in beslag genomen dossiers waar vertrouwelijke informatie in zou staan.
Het ministerie van Justitie heeft zich eerder fel tegen het verzoek van Trump voor een onafhankelijke arbiter verzet. Die arbiter, oud-rechter Raymond Dearie, heeft de bevoegdheid gekregen om gevonden documenten bij de overheid weg te houden vanwege bijvoorbeeld het zogenoemde voorrecht van de uitvoerende macht (executive privilege).
Dat privilege is een juridische doctrine die sommige communicatie van het Witte Huis afschermt. Het ministerie vindt dat Trump geen aanspraak kan maken op het executive privilege omdat de documenten niet van hem zijn; ze zijn eigendom van de overheid.