Auteur John Flanagan: Religie speelt in mijn boeken geen rol
Het is lang geleden dat ik voorgelezen ben, maar ik ben er vrij zeker van dat het mijn moeder moet zijn geweest die dat deed, zegt John Flanagan (78), auteur van onder meer de series ”De grijze jager” en ”Broederband”. Ik weet nog dat ik ongeduldig uitkeek naar het moment om zelf te kunnen lezen. Mijn moeder, broer en twee zussen waren allemaal lezers. Ik was de jongste thuis en het was frustrerend om op iemand anders te moeten vertrouwen die me verhalen voorlas. Liever las ik ze zelf.
Het eerste boek dat ik zelfstandig kon lezen was een Gouden Boekje. Dat zijn boekjes die worden geschreven voor beginnende lezers. De titel van het boekje was ”The Poky Little Puppy”, dat nog steeds gedrukt wordt. Het is niet vertaald in het Nederlands maar wel in Nederland verkrijgbaar.
Mijn favoriete leesmoment is na de lunch. Ik ben dan meestal klaar met werken, want ik schrijf in de regel ’s ochtends aan mijn boeken. Na het middageten breng ik graag een uur of twee door met lezen. En lezen doe ik dagelijks, ik zou niet zonder kunnen.
Mijn aloude favoriete boeken zijn de Horatio Hornblower-romans van C. S. Forester. Ik voelde me echt verwant met de hoofdpersoon, ondanks zijn vreemde naam. Alle delen van de Hornblower-serie heb ik meerdere keren gelezen.
Ik lees trouwens vaak boeken opnieuw. Desondanks zijn er geen passages die ik letterlijk kan citeren.
Het boek dat ik momenteel aan het lezen ben, zijn de memoires van een piloot van de Amerikaanse marine tijdens de oorlog in Vietnam. Na een paar hoofdstukken vertelt de auteur het verhaal van een marinepiloot die ik enkele jaren geleden heb ontmoet. Hij werd neergeschoten boven Noord-Vietnam en vervolgens gered door een helikopter; hij was een van de eersten die op deze manier werd gered. Hij is enkele jaren geleden overleden.
Hoe ik mijn boeken schrijf? Als ik het geheim wist, zou ik het in een fles doen en het verkopen. Ik denk dat het een combinatie is van goed tempo, actie, humor en karakters die makkelijk te waarderen zijn.
Een inspiratie voor mij zijn ook de boeken waar ik als kind van hield, waarin de helden geen grote krijgers met spierbundels waren. Ze gebruikten hun verstand en hun hersens om te slagen.
Ik ben begonnen met schrijven omdat ik mijn eigen verhalen wilde vertellen.
Religie speelt in mijn boeken geen rol. Ik vind dat te veel mensen die beweren religieus te zijn, hun geloof gebruiken als een bron van onverdraagzaamheid en vooroordelen. Enkele jaren geleden schreef een jonge Amerikaanse jongen me dat ik een boek moest schrijven over christenen versus moslims in een oorlog – uiteraard met de christenen aan de winnende kant. Het maakte me bedroefd. Ik ben als christen opgevoed en onderschrijf nog steeds veel van de overtuigingen en waarden die Christus onderwees. Maar ik weiger de islam of een andere religie te demoniseren, of te beweren dat mijn overtuigingen superieur zijn aan die van iemand anders.
Fundamentalisten in alle religies hebben de neiging om separatisme en de strijd om hun eigen mening te omarmen in hun houding ten opzichte van andere overtuigingen. Dit druist naar mijn mening in tegen de basisprincipes van elk geloof. Als ik mijn personages quasi-christelijk zou maken in hun overtuigingen, zou ik alles weggooien en negeren wat goed en waardevol is in de islam, het jodendom, het boeddhisme en andere religies.”
Glossy “LEZEN” bestellen? Ga naar rd.nl/lezen voor meer informatie.