De reformatorische schoolbibliotheek: niet kneuterig, wel binnen kaders
De schoolbibliotheek is belangrijk, zeker voor reformatorische scholen. Maar hoe houd je haar up-to-date en aantrekkelijk voor kinderen? Dit is het eerste deel van een tweeluik. Deel twee volgt deze week: Adviesbureau Boekenwurm.
Ze laten het zich geen twee keer zeggen, de kinderen van de Koningin Wilhelminaschool in Zoetermeer. Directeur Nieuwenhuis heeft hen zojuist uit de klas gehaald om iets te vertellen over hun schoolbibliotheek, die onlangs inhoudelijk flink is gemoderniseerd en uitgebreid.
De leerlingen buitelen verbaal over elkaar heen. „Als je klaar bent met je werk, dan kun je in een boek lezen”, zegt Hidde Verhoeff (10). „Meestal vindt de juf het goed dat je een nieuw boek haalt als je je boek uit hebt”, vult Judith Riedijk (10) aan. „Ik mag boeken van deze rij kiezen”, zegt Johanneke Mulder (9). Ze laat de plusboeken zien, bedoeld voor vlotte lezers. „Ze gaan vaak over stoere jongensdingen, dus ik neem vaak toch andere boeken.” Even later wijst ze naar een deel over Freek en Gerdien van J. Koetsier-Schokker. „Dat is een waargebeurd verhaal.”
De acht lage boekenkasten, in een ruime U-vorm, zijn opgesteld in de grote centrale ruimte op de eerste verdieping van de basisschool in Zoetermeer. Gekleurde poefjes staan uitnodigend in het midden, een piano geeft wat extra sfeer. De boeken zijn gerangschikt op AVI-niveau. „Als we niet regelmatig zouden ordenen, zou het snel een rommel zijn”, aldus Nieuwenhuis. „Eigenlijk zou er altijd iemand bij moeten zijn als kinderen een boek komen terugbrengen.” Op dit moment is dat nog niet zo, maar mogelijk komen er in de toekomst vaste uitleenmomenten.
Kneuterig
Jaap Nieuwenhuis zwaait sinds 2010 de scepter op de Wilhelminaschool. „Twee jaar geleden dacht ik: Nu is het echt tijd om de bibliotheek aan te pakken. Al die jaren, en misschien al langer, was er geen enkel nieuw boek aangeschaft.”
Nieuwenhuis ging in zee met Merel de Vink van bureau Leesvink, die schoolbibliotheken inventariseert, screent en aanvult. „Haar service kost niets, mits je de boeken voor de bibliotheek via haar aanschaft. We gaven haar een budget van 2000 euro.” Het klikte prima met De Vink, die in de woorden van Nieuwenhuis niet van „onze gezindte” is. De samenwerking stuitte, juist om die reden, toch op problemen.
„We vonden dat ze wel heel veel boeken uit de collectie had gehaald. Kijk, ik wil ook geen kneuterige boeken in de bibliotheek. De leefwereld van kinderen is veranderd. Maar denk aan boeken van J. J. Frinsel en van M. Kanis. Die blijven spannend en geliefd. Die boeken hebben we weer teruggezet.”
Een boek als ”De vakantie van Tineke en Rietje” (Aartje Boon), dat dateert uit 1995, staat dus ongestoord in de boekenrij, naast ”Geheimen van het Wilde Woud” van Tonke Dragt, boeken over Vos en Haas van Sylvia Vanden Heede en actuele titels van populaire christelijke auteurs als Corien Oranje en Hans Mijnders. Boeken van de uitgeverijen Den Hertog en De Banier overheersen. Wat niet wil zeggen dat elk recent jeugdboek van reformatorischen huize kans maakt op een plekje in de Zoetermeerse bibliotheek. „Uitgeverij De Ramshoorn brengt onder meer levensbeschrijvingen van zendelingen en predikanten op de markt. Als we die neerzetten, worden ze toch niet gelezen. Dat is zonde van ons geld.”
Grijze Jager
Kort nadat de Wilhelminaschool een samenwerking met de Leesvink was aangegaan, ontdekte Nieuwenhuis het recent opgezette Adviesbureau Boekenwurm van Marian Schalk, dat reformatorische basisscholen helpt bij het samenstellen van de bibliotheekcollectie. Schalk recenseert boeken van zo’n twintig uitgevers, christelijk en niet-christelijk. Scholen die zijn aangesloten bij Boekenwurm ontvangen maandelijks een digitaal bestand met haar bevindingen.
Nieuwenhuis meldde zich –wijs geworden door zijn ervaringen– meteen aan en vroeg aan zijn toenmalige boekenadviseur van de Leesvink –die hij al opdracht had gegeven om de bibliotheekcollectie te herzien– de lijsten van Boekenwurm te gebruiken. „Merel de Vink heeft echt haar best gedaan om rekening te houden met de achtergrond van onze school. Maar soms maken de details het verschil. De manier waarop kinderen in een boek tegen hun ouders praten, bijvoorbeeld. Uiteindelijk hebben veertig boeken die Merel aanschafte toch geen plek in de bibliotheek gekregen.” (Zie ”Mam, dit kan toch niet?”)
De leerlingen vinden intussen altijd wel iets van hun gading in de schoolbibliotheek. Hidde is fan van de boeken over Tim en Tor (Adri Burghout), Johanneke leest graag de serie ”De olijke tweeling” (Arja Peters). Marise Paats (11) vindt de boeken die ze thuis leest „soms” leuker dan die in de schoolbibliotheek staan. „Thea Stilton bijvoorbeeld”, doelend op de populaire boeken over het zusje van de bekende muis Geronimo.
Klasgenoot Boaz van Rumpt (10) noemt de eveneens veelgelezen serie ”De Grijze Jager” (John Flanagan). „Nee, we hebben die serie niet op school. Hier lees ik een boek van Ben de Raaf, over de politie in Rotterdam.” „Oh”, reageert Anne Bregman (10), „dan moet je ”Gijzeling op Rheinstein” (Johannes Visscher) lezen, dat is een spannend boek!” Zelf houdt ze ook van de serie over herdershond Wolf (Jan Postma). En van paardenboeken natuurlijk, bijvoorbeeld de serie ”De bleshof” (Nicolle Christiaanse). Net als Johanneke. „Ik heb alle acht delen die hier staan al gelezen.”
Bastaardvloeken
Nieuwenhuis loopt voorbij en werpt een blik op de kinderen. „Hebben jullie allemaal al iets nuttigs voor in de krant gezegd?” De leerlingen bevestigen de vraag gedwee. De directeur van de Zoetermeerse school zoekt „als het even kan” naar de „betere boeken.” Van auteurs als Gerda Ronhaar, Henk Koesveld en Hans Mijnders, zegt hij. Boeken van seculiere uitgevers vindt hij prima, als ze maar binnen de kaders van de school passen. „Onze leerlingen komen vooral uit de Protestantse Kerk in Nederland en de Gereformeerde Gemeenten. Verder hebben we hier ook gezinnen uit de evangelische gemeente Parousia en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt – alles wat praktiserend, belijdend christen is. Over veel dingen denken we gelukkig hetzelfde. Geen bastaardvloeken in boeken. En thema’s als de dood moeten niet seculier worden benaderd.”
De aanwezige boeken moeten hoe dan ook aantrekkelijk zijn, aldus Nieuwenhuis. Om kinderen aan het lezen te krijgen. „Lezen is verrijkend voor de kennis en goed voor de geest. We leven in een enorme beeldcultuur. Als je een kind aan zijn lot overlaat, belandt het eerder met een iPad op de bank dan met een goed boek.”
En ja, het onderwijs heeft daarin een rol. Nieuwenhuis zou meer willen doen dan nu gebeurt. Als geld geen rol speelde en als tijd niet kostbaar was. Hij zou een prentenboekbibliotheek opzetten, bijvoorbeeld. Voorlopig is hij echter blij met de eerste stap die is gezet: de sanering van de bibliotheek. Er zijn 300 boeken bij gekomen en in de begroting is jaarlijks een bedrag van zo’n 1000 euro gereserveerd voor nieuwe aankopen.
Stap twee is dat alle boeken een barcode krijgen. De school stapt dan over naar een nieuw systeem om de bibliotheek te beheren: Schoolwise. Leerkrachten kunnen dan onder meer het leen- en leesgedrag van leerlingen volgen. Ook kan vanuit de openbare bibliotheek een minibibliotheek op school worden ingericht, maar dat wil Nieuwenhuis niet. „Dan weet je niet wat je school binnenkomt.”
„Mam, dit kan toch niet?”
Mam, dit kan toch niet? zei de dochter van Christina Mulder (44) uit Zoetermeer onlangs tegen haar moeder. Ze was bezig in een nieuw boek uit de schoolbibliotheek van de Koningin Wilhelminaschool in Zoetermeer dat bij hen thuis op de stapel lag om geplastificeerd te worden.
„Dat boekje ging over Jona”, vertelt Mulder. „Het is een Bijbels boekje, maar er staan rare dingen in. De auteur, Angelique Bos, gebruikt zo veel fantasie dat ik het choquerend vind.” Ook stuit ze op een boek waarin het gaat over een straatfeest op zondag. „Ik weet dat dat realiteit kan zijn, maar we willen onze kinderen voorhouden dat Gods dag heilig is.”
Mulder bespreekt de kwestie met directeur Jaap Nieuwenhuis en samen spreken ze af dat ze boeken uit de bibliotheek zal screenen. In de toekomst is dat niet meer nodig, omdat de school inmiddels gebruikmaakt van het reformatorische Adviesbureau Boekenwurm.
En?
„Tot nu toe hebben we twintig boeken apart gelegd. Onze twee dochters helpen mee met lezen en als ze twijfelen, komen ze naar me toe en zeggen ze: Mam, ik weet niet of dit wel kan. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij een boek van Guurtje Leguijt. Iemand kreeg daarin een briefje met dingen als „Rust zacht” erop, en: ”We maken je dood.” Dat boek ging over pestgedrag. De beschrijving is misschien wat grof, maar ik denk dat pesten zover kan gaan. Het boek mocht blijven.
Onze kinderen leren ook van het screenen. De gesprekjes die we hebben, zijn waardevol.”
Kreeg u richtlijnen mee vanuit school?
„Nee, niet concreet. De school is breed en sommige kinderen lezen van huis uit heel andere boeken. Maar ik vind het belangrijk dat de school een positief christelijk signaal afgeeft. Ik weet ook dat het soort boeken dat ik ertussenuit haal nu niet meer aangeschaft zou worden. De school maakt nu gebruik van diensten van Adviesbureau Boekenwurm, speciaal voor reformatorische scholen.”
Welke boeken zou u zelf graag in de bibliotheek zien?
„Misschien boeken van Sjanie van Duinen. Daar had ik het pas nog met directeur Nieuwenhuis over, ik vind dat kinderen van nu die boeken zeker nog kunnen lezen. ”Een Vader der wezen” is nog altijd een goed en aansprekend boek. De verhalen over ”Bartje en Martje” heb ik kortgeleden nog voorgelezen in groep 3 tijdens het overblijven. Meer boeken met verhalen uit de kerkgeschiedenis en over de vervolgde kerk zou ik ook waarderen. Dat zijn boeken met een duidelijk meerwaarde.”