Cultuur & boekenBoekrecensie

Scheveningers onder dak in Aalten

Scheveningse evacués in Aalten. Het is het onderwerp waarmee Evert de Niet al tientallen jaren bezig is en het is nu ook de titel van zijn boek. Dit moet het eerste deel van een vijfluik worden dat hij samen met een andere evacué, Ruud de Mos, samenstelt.

5 May 2025 09:21Leestijd 3 minuten
De aankomst van de evacués in Aalten, januari 1943. beeld Evert de Niet
De aankomst van de evacués in Aalten, januari 1943. beeld Evert de Niet

Zelf was De Niet een van de Scheveningers die tijdens de Tweede Wereldoorlog onderdak kregen in de Achterhoek. De Duitsers ontruimden de kuststrook, want ze vreesden daar een landing van de geallieerden. Daarom legden ze er een lange sliert verdedigingswerken aan, de Atlantikwall. Daar was ruimte voor nodig, dus werd een groot aantal huizen afgebroken en moest de bevolking weg. Weg weg uit het dorp waar ze geboren en getogen waren. En dat tweeënhalf jaar lang.

In Den Haag kregen 100.000 mensen opdracht te vertrekken, in Scheveningen 34.000. Een deel werd in het oosten van de stad ondergebracht. Anderen moesten veel verder weg. Meer dan vijfhonderd Scheveningers kregen onderdak in Aalten.

Evert de Niet was destijds 3 jaar, en hij arriveerde er achter op de fiets van zijn moeder. In het boek vertelt hij hoe de Achterhoekers hen opvingen en hoe de evacués in den vreemde verbleven tot de noordelijke helft van Nederland werd bevrijd en ze terug konden naar wat er van hun woonplaats nog was overgebleven.

Knipselmap

”Scheveningse evacuees in Aalten” is eigenlijk een dikke knipselmap, met heel veel foto’s, krantenartikelen, uitnodigingen en De Niets eigen toespraken die hij als voorzitter van de Dorpenband hield tijdens naoorlogse ontmoetingen tussen Scheveningers en Aaltenaren. „Het is een prachtig overzicht geworden waar ook later nog mensen die op zoek zijn naar hun familiegeschiedenis gebruik van kunnen maken”, schrijft burgemeester Stapelkamp in zijn woord vooraf. In volgende delen moeten Winterswijk en de provincie Overijssel aandacht krijgen.

„Gereformeerde Scheveningers werden aan Aalten toegewezen, terwijl de trein met nog enkele honderden hervormden doorreed naar Winterswijk”

Anton Stapelkamp, burgemeester van Aalten

„Gereformeerde Scheveningers werden aan Aalten toegewezen, terwijl de trein met nog enkele honderden hervormden doorreed naar Winterswijk”, schrijft de burgemeester. De verzuiling stond nog als een huis en voor de evacués werd bijpassend onderdak gezocht om problemen te voorkomen.

Er werd ook nog volop dialect gesproken en de gasten en hun onderdakgevers moesten elkaar maar proberen te verstaan. Een gedenkraam in de Oosterkerk van Aalten herinnert aan die tijd. Zelf ging De Niet elk jaar op vakantie in het dorp waar hij als kind verbleef.

Houten plank

Tijdens de oorlog waren in Aalten behalve evacués ook veel onderduikers. In het boek staat een foto van een bordje dat in Aalten in het Nationaal Onderduikmuseum wordt bewaard. Op de houten plank staat: „Uw onderduiker gedenkt U in dankbaarheid, omdat gij indachtig zijt geweest het woord van den profeet Jesaja: Verberg de verdrevenen, en vermeld den omzwervende niet. Jac. Vrolijk, 5 mei 1945.”

De Niet wil die tijd niet idealiseren: „De gastgezinnen zaten niet echt te wachten op de evacuees, maar geleidelijk aan had men meer begrip voor elkaar.” De tragiek van deze volksverhuizing: „Vele ouderen hebben Scheveningen nooit meer teruggezien.”

Scheveningse evacuees in Aalten, Evert de Niet en Ruud de Mos; uitg. Stichting Aaltense Musea; 461 blz.; € 25,-

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer