Consument

Zwartsluis, een stadje ter leering ende vermaeck

Zwartsluis heeft zijn ontstaan, groei en bloei aan het water te danken. De scheikundige verbinding is ook nu een belangrijke speler in het historische stadje. Wat heeft De Sluus in 2022 te bieden?

6 June 2022 19:44
beeld RD, Anton Dommerholt
beeld RD, Anton Dommerholt
18311300.JPG

Ooit stroomde er een rivier, de Sethe, vanuit Drenthe richting de Zuiderzee. Het startpunt lag in de buurt van Meppel, waar drie kleinere riviertjes samenkwamen. De forse waterweg liep, licht slingerend, richting het westen en mondde na 11 kilometer uit in het Zwarte Water.

Bij hoog water in de Zuiderzee en het Zwarte Water liep de Sethe steeds vol en zat Meppel met natte voeten. Daarom werd de riviermonding aan het einde van de 14e eeuw afgedamd. In de dam kwam een sluis, de Swarte Sluys. Zwartsluis was geboren.

De Sethe was eigendom van de boeren door wier land de rivier liep. In 1859 kocht de Nederlandse staat de grond waar de rivier door stroomde. De Sethe werd verbreed en rechtgetrokken. Zo werd de rivier een kanaal en kreeg de naam Meppelerdiep.

Schoonewelle

Wie Zwartsluis in 2022 binnenrijdt, kan niet om het water heen. De belangrijkste weg die door het stadje slingert, de N311, passeert drie sluizen, gaat over twee ophaalbruggen en loopt langs het op een na grootste gemaal van Nederland. Jachthaven De Watergeus is vanaf het asfalt ook niet te missen; aan weerszijden van de weg steken masten van zeilschepen de lucht in. De haven bestaat uit twee delen; het ene staat in directe verbinding met het Zwarte Water, het andere is de historisch haven aan de stadskant van de sluizen.

Aan de waterkant van de historische haven staat een fors, lichtgrijs pand. Vroeger huisde hier een bank. Op de gevel staat nu in grote letters: Sluuspoort. Het is een gebouw waar voor dorpelingen en toeristen veel te halen valt.

In het, volgens de website, „bruisende centrum” bevinden zich onder meer een bibliotheek en een historische vereniging. Op de eerste verdieping van het bankgebouw is bijvoorbeeld van alles te lezen en te bekijken over de historie van Zwartsluis. En op de bovenste verdieping is ruimte voor een wisselexpositie.

Op de begane grond zetelt museum Schoonewelle. De collectie van het „museum voor natuur en ambacht” ontstond in het woonhuis van Roelof Schoonewelle. „Zijn hobby was het opzetten van dieren. In een kamer van zijn kleine woning had hij een enorme verzameling vogels, vlinders, konijnen, marters”, vertelt Albert Corporaal, de huidige directeur van het museum.

De levenloze dieren kregen in 1958 een plaats in het nieuw opgerichte museum Schoonewelle. In 2012 verhuisde dat naar Sluuspoort. Met enthousiasme loopt Corporaal door de tentoonstelling. „Dit is een kalf met twee koppen, afkomstig van een boer uit Genemuiden”, wijst hij naar een van de opgezette beesten. „Echt een van onze topstukken.”

Naast een overvloed aan naturalia is er in museum Schoonewelle tegenwoordig ook iets over de cultuur en historie van Zwartsluis te zien, vooral door middel van oude kaarten en foto’s. Daarnaast heeft het levensverhaal van Roelof Schoonewelle een plek. In een van de ruimtes is zijn bureau te zien, met allemaal paperassen en instrumenten om dieren op te zetten.

18311261.JPG
beeld RD, Anton Dommerholt

Vier sluizen

In Sluuspoort zit ook iets wat Tourist Info Zwartsluis heet – het vroegere VVV-kantoor. Bij de balie kun je bijvoorbeeld een routeboekje voor de ”4-Sluizenroute” kopen. Die wandeling leidt je langs de vier sluizen die Zwartsluis telt. Het routeboekje vertelt de bijbehorende geschiedenis.

De Grote Kolksluis is de sluis die het dichtst bij Sluuspoort ligt. Het bouwwerk werd op 2 januari 1879 in gebruik genomen en is nog intact, maar zit sinds 1958 permanent dicht.

De tweede sluis die je tegenkomt, is de enige die helemaal niet meer in werking is: de Staphorstersluis. Het stenen gevaarte is een nazaat van de Swarte Sluys, de allereerste waterdoorgang op die plek. Volgens het boekje heeft hij zijn naam te danken aan de betalers van het bouwwerk. Staphorsters hadden in de 15e eeuw namelijk belang bij een goede sluis voor de turfstekers die hun handelswaar naar Holland verscheepten om er daar geld aan te verdienen.

De volgende sluis, de meest oostelijke, is de Meppelerdiepsluis. Deze is tussen 1955 en 1958 gebouwd omdat de Grote Kolksluis te krap werd voor de alsmaar uitdijende schepen. Het was een keersluis, die onder normale omstandigheden altijd openstaat. Als hij bij te hoog of te laag water dicht moest, was scheepvaart niet mogelijk. Omdat dat te vaak voorkwam, is de sluis recent omgebouwd tot schutsluis, waarbij een verschil in waterstand voor de scheepvaart geen probleem oplevert.

Naast de Meppelerdiepsluis staat gemaal Zedemuden. Een krachtpatser. Per minuut kan het de inhoud van drie olympische zwembaden wegpompen. In Nederland is alleen het gemaal IJmuiden groter – dat staat aan het einde van het Noordzeekanaal.

Om bij de vierde sluis te komen, moet je het eerste deel van de route in omgekeerde richting lopen. Dat maakt de wandeling een tikje minder spannend, maar als je aan de andere kant van de weg gaat lopen, lijkt het alweer anders.

De Arembergersluis, aan de westkant, is in de zomermaanden populair. De mooie waterpoort geeft toegang tot de Arembergergracht, een brede sloot die van Zwartsluis naar Belt-Schutsloot loopt en daarna uitmondt in de grote Belterwijde.

18311266.JPG
beeld RD, Anton Dommerholt

Knusse winkeltjes

Na de –best korte, de lengte is 2 kilometer– wandeling is een bezoek aan het centrum van Zwartsluis aangenaam. Met name de Kerkstraat is mooi. Daar doe je gevoelsmatig een paar stappen terug in de tijd, dankzij de knusse winkeltjes, met niet al te pretentieuze etalages, die in historische pandjes huizen.

Op nummer 1 zit Brood en Banketbakkerij Roy Ekkelenkamp & Zn., een winkel vol zoetigheid die onwillekeurig doet denken aan de Soete Suikerbol van W. G. van de Hulst. Even verderop heeft een slager zijn zaak; met handgeschreven papieren voor de winkelruiten maakt hij zijn aanbiedingen wereldkundig.

Op nummer 23 zit de galerie van schilder Frederik Weijs. Zijn realistische aquarellen en olieverfproducties zijn een lust voor het oog, ook voor mensen die niets met schilderkunst hebben.

Het mooiste pand aan de Kerkstraat is onmiskenbaar de hervormde kerk. De kerkzaal is eeuwenoud, de basis stamt uit de 17e eeuw. De kerktoren, die er een beetje typisch aan de zijkant tegenaan staat, is veel jonger. Omdat de oorspronkelijke toren steeds bouwvalliger werd, moest die vervangen worden door een steviger exemplaar dat in 1932 gereed was.

Het orgel in het bedehuis is trouwens van de bekende bouwer Rudolf Knol, die ook het beroemde instrument in de Grote of Sint Stephanuskerk van Hasselt maakte.

18311264.JPG
beeld RD, Anton Dommerholt

Rondvaartboot

Na anderhalf uur slenteren verdient de benenwagen rust. Die kun je hem gunnen door in een horecagelegenheid te gaan zitten, maar ook door aan boord van een rondvaartbootje te stappen. In de zomermaanden, vanaf half mei tot eind augustus, vaart er eentje door de waterwegen van Zwartsluis. De opstapplek is aan de Handelskade, ongeveer op de stoep voor Sluuspoort. En, opstappen is helemaal gratis.

De schippers van Sluuspoort 1 zijn –meest gepensioneerde– vrijwilligers die schier alles weten van de lokale historie. Twee van hen zijn Geert Jan Vermeulen en Anne Rosenberg.

Terwijl de mannen de rondvaartboot starten, beginnen ze te vertellen over het handelsverleden van Zwartsluis. Hun stemmen zullen niet meer stilvallen.

„Zie je hier die eilanden”, wijzen ze naar stukjes veengrond die in de haven boven het water uitsteken. „Het zijn de turfeilanden. Dat waren aanlegplaatsen voor de schepen met turf. Die kwamen vanuit Drenthe en de kop van Overijssel hierheen. Op deze eilandjes werd de turf overgeslagen. Van kleinere naar grotere schepen.”

De boot vaart langs een grote fabriek. Op de gevel staat in grote letters: Buisman. Het is de bekende fabrikant van gebrande suiker, voor in de koffie. De rest van de toer gaat langs scheepswerf Poppen, scheepswerf Geertman, en drie van de vier Sluziger sluizen.

Na een halfuur is de vaarpartij voorbij. Het fijne aan Zwartsluis is dat het niet zo groot is, en activiteiten niet de tijd krijgen om saai te worden. Een nadeel kan zijn dat je snel uitgekeken bent, al is een dagvullend programma goed mogelijk.

Wie toch meer wil zien, kan bijvoorbeeld in een paar minuten met de auto naar Belt-Schutsloot. Dat is een soort Giethoorn, maar het is nog niet ontdekt door reisbureaus uit China en andere landen. Daarom kun je er nog gewoon lopen, zonder massa’s toeristen om je heen. Verschillende uitbaters verhuren er bootjes, waarmee je eigenhandig door de afgegraven veengronden kunt varen.

Wat ook aan te bevelen is: een fiets huren en de omgeving per rijwiel verkennen. Een mooie, door de auteur van dit artikel beproefde, route is ”Rondje Zwartewater”. Die route is ruim 25 kilometer lang en loopt door Hasselt en Genemuiden en de buurtschappen Roebolligehoek en Zwartewatersklooster. Wie van historie houdt, moet vooral eens naar het laatstgenoemde gehucht. Het bestaat uit een handvol eeuwenoude boerderijen. Het lijkt erop dat de tijd er lange tijd stilstond.

18311263.JPG
beeld RD, Anton Dommerholt

Nonnenklooster

Op de begraafplaats van de buurtschap loopt Johannes ten Klooster. Hij is een van de bewoners van Zwartewatersklooster. „Ja, mijn achternaam is verklaarbaar. Mijn voorgeslacht woonde hier in de tijd van Napoleon al”, zegt de oude man in onvervalst Overijssels dialect. „O, versta je plat trouwens”, verontschuldigt hij zich tegenover zijn gast – die ervan geniet.

Op de begraafplaats liggen ook veel mensen met Johannes’ achternaam, getuige de grafstenen. „Dit dorp is hier in de 17e eeuw gebouwd”, vertelt Ten Klooster. „De bouwmaterialen voor de boerderijen bestonden goeddeels uit restanten van het Zwartewatersklooster.” Dat nonnenklooster is in 1233 gebouwd, naast de plek waar nu de buurtschap is. Het werd gesticht om Otto van Lippe en bijna 150 met hem gesneuvelde ridders te herdenken en voor hen te bidden. Lippe was bisschop van Utrecht en kwam in 1227 bij een veldslag om het leven.

Na de Reformatie kwam het klooster leeg te staan en werd het langzaam maar zeker afgebroken. In de woning van Johannes ten Klooster zijn nog een paar onderdelen ervan te bewonderen. Een deur die ooit in het klooster zat, bijvoorbeeld. En een grote balk. Het zijn elementen die de historische hoeve nóg bijzonderder maken.

De fietstocht loopt door prachtige rietvelden en lange dijkjes. Bij Genemuiden hoef je een klein stukje niet te trappen; daar doet de motor van de veerpont over het Zwarte Water het werk. Het is wel handig om een enkele euro op zak te hebben, voor de schipper. Aan de overkant van het water zit de route er zo ongeveer op.

Zwartsluis biedt leering énde vermaeck. Historie en natuurschoon liggen er vlak naast elkaar. Daarom is het zeker voor dagjesmensen een aanrader.

Klik hier om te zien wat er zoal in Zwartsluis te beleven valt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer