Ooit was ik zelf in Oekraïne. Net over de Hongaarse grens. In het kindertehuis waar ik verbleef was Hongaars de voertaal. Misschien was het eten ook meer Hongaars dan Oekraïens, dat kon ik niet zo duiden. Jammer genoeg heb ik geen recept ontfutseld aan de keukenploeg. We aten veel witbrood, bij elke maaltijd. En toen ik naar huis ging, kreeg ik een voorraad paprikapoeder mee waar je jaren van kon eten. Paprika’s werden op het eigen terrein verbouwd, als ik me goed herinner.

Geen authentiek recept uit Oost-Europa dus hier. Wel iets uit het nog verdere Oosten: nasi, zo’n simpele die je ook bij de Chinees kunt halen. Omdat je daar af en toe zin in hebt. Omdat het een handig recept is, waar je goed op kunt variëren. En omdat koken heus belangrijk is, maar er tegelijk soms ook meer zaken zijn waar je je druk om maakt.

Bereiding

1. Kook de rijst gaar in ruim water. Bij gebruik van twee soorten rijst: zorg dat beide een gelijke kooktijd hebben, of kook de rijst in aparte pannen. Hou een iets kortere kooktijd aan, zodat de korrel nog stevig is. Laat de rijst afkoelen op een bakplaat of dienblad.

2. Snipper de ui. Hak de knoflook. Schil en rasp de gember (optioneel).

3. Verhit een lepel olie in een wok. Fruit de uisnippers op lage temperatuur. Voeg na een minuut of 10 knoflook en gember toe, bak mee tot er een lekkere geur vanaf komt. Voeg ham of spek toe en laat meebakken.

4. Maak intussen de prei schoon, snijd fijn, was en laat goed uitlekken. Voeg toe aan het mengsel in de pan en laat even meebakken. Te nat door de prei? Zet het vuur wat hoger en laat het vocht verdampen.

5. Schuif het groentemengsel naar de randen van de pan en schenk op de vrijgekomen plek op de bodem een eetlepel olie. Voeg de afgekoelde rijst toe en bak een paar minuten mee.

6. Kluts dan drie eieren met een scheut sojasaus. Bak in een ingevette koekenpan tot roereieren: maak het eimengsel tijdens het bakken steeds met een houten spatel los van de bodem. Meng de eistukjes door de nasi.

7. Breng naar wens op smaak. De makkelijke manier: verkruimel er een kippenbouillonblokje over, meng goed, en serveer met ketjap manis of lichte sojasaus. De even makkelijke, iets subtielere manier: breng op smaak met zeezout en een scheut sesamolie.

Serveer met een gebakken ei, saté-
saus (tip: pot van Calvé), augurken en kroepoek. Natuurlijk mag er sambal bij.