Dit zijn de hoofdpijndossiers in de kabinetsformatie
De formatie is –eindelijk– op stoom. Wat zijn lastige thema’s en van welke dossiers kunnen de onderhandelaars van VVD, D66, CDA en ChristenUnie hoofdpijn krijgen?
Vrijheid van onderwijs
De positie van het bijzonder onderwijs is een van de heetste hangijzers in de formatie. De druk vanuit de liberale en linkse partijen om de vrijheden te beperken is groot. VVD en D66 schreven deze zomer in hun gezamenlijke notitie om de kabinetsformatie vlot te trekken dat de onderwijsvrijheid „niet mag worden misbruikt om onze individuele vrijheden en democratische waarden te ondermijnen. We versterken de positie van scholen maar grijpen sneller in bij scholen die onvoldoende presteren op kwaliteit, veiligheid of het uitdragen van vrije democratische waarden.”
Mogen scholen nog onderwijzen dat seksualiteit Bijbels gezien behoort in een huwelijk tussen een man en een vrouw? En mag een school uitdragen dat homoseksueel gedrag zondig is?
Dat is maar zeer de vraag. De Tweede Kamer heeft enkele weken geleden in meerderheid uitgesproken dat scholen geen identiteitsverklaringen mogen hebben waarin dit staat.
Ja, scholen mogen zelfs helemaal geen identiteitsverklaringen meer hebben. Ze moeten iedereen toelaten die de grondslag van de school respecteert. Onderschrijving van de grondslag mag niet meer worden gevraagd.
Het is heel spannend in hoeverre de ChristenUnie op deze punten in de formatie orthodoxe scholen de helpende hand kan bieden. En in hoeverre het CDA op deze thema’s standvastig is.
Een ander gevoelig thema is het roze stembusakkoord dat de meeste politieke partijen ondertekenden. Het CDA maakte op een aantal onderdelen wel een voorbehoud. Daarin beloven de partijen dat ze in de komende kabinetsperiode werk gaan maken van homo-emancipatie .
Het ziet er naar uit dat het komende kabinet veel extra geld uittrekt voor het onderwijs. De partijen willen meer gelijke kansen, betere arbeidsvoorwaarden voor leerkrachten en kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Zeer waarschijnlijk verdwijnt ook het leenstelsel in het hoger onderwijs. Wellicht dat studenten die onder dit stelsel vielen, nog compensatie krijgen.
Medische ethiek
Onder Rutte III werd de besluitvorming over medisch-ethische wetten uitgesteld. Het regeerakkoord gaf daar argumenten voor, die voor elk van de vier coalitiepartijen –VVD, CDA, D66 en ChristenUnie– acceptabel waren: de wetten waren nog in een pril stadium van voorbereiding, zoals de voltooidlevenwet, de bevolking moest nog worden geraadpleegd óf er moesten nog adviezen worden ingewonnen bij andere relevante partijen zoals bijvoorbeeld evaluatiecommissies.
Anno 2021 is het lastiger om met verwijzing naar de zorgvuldige voorbereiding die nog vereist zou zijn opnieuw uitstel te bepleiten. Veel adviestrajecten zijn intussen immers afgerond.
Het over de embryowet verschenen evaluatierapport is helder. Het verbod op het kweken van embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek moet op de schop om het ontwikkelen van nieuwe vruchtbaarheidstechnieken te faciliteren. Daar valt best wat op af te dingen: binnen het bestaande beleidskader voor embryoselectie kan er al veel.
Dat laat onverlet dat een eventuele keus om de wet onaangetast te laten voor VVD en D66 moeilijk uit te leggen zal zijn aan hun achterban met zo’n stevig advies in het achterhoofd. Hetzelfde geldt voor de abortuswet: de auteurs van het evaluatierapport morrelen stevig aan de wettelijke beraadtermijn.
Het nog niet openbaar gemaakte advies van de Raad van State over de voltooidlevenwet is waarschijnlijk kritisch. Evengoed rijst ook daar de vraag hoe de tegengestelde wensen van D66 (“vaart maken”) versus die van CU en CDA (“besluitvorming parkeren”) aan de formatietafel met elkaar te verenigen zijn.
Zwart op wit op papier zetten dat de besluitvorming wordt uitgesteld heeft waarschijnlijk de spreekwoordelijke uitwerking van de rode lap op de stier. Partijen onderling laten afspreken dat ze „elkaar heel laten” lijkt voor de informateurs dan ook het hoogst haalbare, oftewel: dat ze elkaar de ruimte laten voor het naar voren brengen van de eigen standpunten, zonder dat het tot onomkeerbare besluiten komt.
Stikstof en landbouw
Ondanks het feit dat het kabinet vorig jaar een reeks maatregelen bekendmaakte om de stikstofuitstoot terug te dringen en ondanks een aangenomen wet, ligt het onderwerp prominent op de formatietafel.
Hoeveel stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden onder de risicogrens voordat verslechtering kan optreden moet liggen, is vastgelegd in een wet die eerder dit jaar door de Eerste Kamer werd aangenomen. Daaruit volgt onder andere een vermindering van de stikstofuitstoot van 26 procent in 2030 (ten opzichte van 2018) en van 50 procent in 2035. Het genoemde maatregelenpakket moet ervoor zorgen dat het doel voor 2030 wordt gehaald.
Een woordvoerder van het ministerie van LNV wijst erop dat de natuur met de wet verbetert en versterkt, maar dat er maar beperkt zogeheten ontwikkelruimte vrijkomt, onder andere voor de bouw van woningen. Wat betreft het voldoen aan de Europese eisen is er „alle vertrouwen” dat de wet daarvoor „voldoende (juridische) basis biedt”, aldus de zegsman.
In de stikstofkwestie zijn de ogen met name gericht op de landbouw. Daar komt bij dat veel partijen vinden dat die sector ook vanwege andere vraagstukken, zoals klimaat, zal moeten veranderen. Landbouw is dan ook een belangrijk onderwerp in de formatie.
Een stevig gesprekspunt is naar verwachting de door sommigen gewenste aanscherping van de huidige doelen.
Vermoedelijk zal men ook spreken over onteigening van boeren. Geen enkele partij wil beginnen met deze vergaande en omstreden maatregel, maar de vraag is wel hoe snel en hoe breed het middel van onteigening ingezet ‘moet’ worden als vrijwillige uitkoop of verplaatsing te weinig oplevert.
Verder komt wellicht de inzet van technische oplossingen aan bod. Die route is weliswaar minder ‘pijnlijk’, maar de vraag is of er op die manier nog veel (stikstof)winst te behalen valt.
Nieuw toeslagenstelsel
Het idee om het toeslagenstelsel te renoveren aan de formatietafel, valt niet los te zien van het schandaal rond de kinderopvangtoeslag.
Het huidige stelsel is gericht op maatwerk en actualiteit. Maatwerk omdat inkomen, vermogen, samenstelling van het huishouden, hoogte van de huur en het aantal uren afgenomen kinderopvang stuk voor stuk van belang zijn voor het bedrag dat iemand van de Belastingdienst op zijn rekening gestort krijgt. Actualiteit, omdat het maandelijkse voorschot is gebaseerd op het actuele inkomen.
Daar staat tegenover dat het stelsel complex is, weinig zekerheid biedt en het nodige van de burger vraagt.
VVD en CDA vinden in ieder geval dat het een stuk eenvoudiger moet. De christendemocraten willen dat een toeslag wordt toegekend afhankelijk van het inkomen van een jaar of langer geleden. Dat inkomen staat vast en kan niet meer veranderen. D66 en CU gaan in hun verkiezingsprogramma’s een flinke stap verder. Zij willen alle toeslagen afschaffen en er een belastingkorting voor terug.
Zorg en corona
Al voor coronatijd constateerde de Tweede Kamer geregeld dat er in de zorg forse arbeidstekorten zijn. Dat investeren in preventieve maatregelen voor zorgorganisaties nu onvoldoende lonend is. Dat een deel van de ziekenhuisopnamen kan worden voorkomen als ouderen vaker terecht zouden kunnen in laagdrempelige zorgvoorzieningen. En dat het aanbod van de wijkverpleging zeker in de grote steden nu vaak te veel versnipperd is.
Een nog niet beantwoorde vraag is: Kan het huidige stelsel zo wel intact blijven? Of moet de zorg weer helemaal opnieuw worden ingericht? Duidelijk is ook dat de kosten die gemeenten moeten maken om de in 2015 van kracht geworden Jeugdwet uit te voeren onbeheersbaar zijn. De coalitie zal dus moeten doorpraten over wel of geen stelselwijziging en over het afbakenen van de grenzen van de gemeentelijke jeugdhulpplicht.
Grote disclaimer bij alle voornemens blijft intussen het coronavirus. Zolang dat niet is beteugeld zal de meeste aandacht blijven uitgaan naar de (spoed)coronazorg.
Woningmarkt
De komende tien tot vijftien jaar moeten er een miljoen nieuwe woningen komen in Nederland. Een nieuw te benoemen minister van Wonen of Volkshuisvesting moet daar zijn of haar schouders onder gaan zetten. De spannendste vraag daarbij is hoe snel er nieuwe bouwlocaties kunnen komen. Gaat de nieuwe minister provincies en gemeenten dwingen om bouwlocaties aan te wijzen?
De verwachting is dat door meer nieuwe huizen te bouwen, de prijs voor huizen niet meer zo extreem stijgt als in de achterliggende jaren het geval was.
Mogelijk gaat er ook aan de hypotheekrente gesleuteld worden. D66 en ChristenUnie zijn daarvoor, VVD en CDA hebben dat niet in hun verkiezingsprogramma staan. Wellicht sneuvelt de jubelton, waarbij ouders hun kinderen onder voorwaarden belastingvrij 100.000 euro mogen schenken.
CDA en ChristenUnie willen de verhuurderheffing voor woningcorporaties afschaffen, zodat zij meer financiële ruimte krijgen om huizen te bouwen. VVD en D66 voelen daar ook voor.
Asiel
Toen het kabinet-Rutte III aantrad, was de vluchtelingencrisis van 2015 al achter de rug. Dat betekende echter niet, zo bleek al snel, dat het uitvoeren van het asielbeleid door de IND probleemloos verliep. Neem alleen al de lange wachtlijsten.
Aangekondigde kunstgrepen uit het regeerakkoord, zoals het versoberen van de rechtsbijstand en het verkorten van de duur van asielvergunningen, werden ingetrokken of zijn nog in voorbereiding. Intussen doemden nieuwe pijnpunten op, zoals de aanpak van overlastgevende asielzoekers uit veilige landen met een kansloze, maar wel tijdrovende asielaanvraag.
Kortom, zelfs al zouden de onderhandelaars erop mikken dat de huidige asielpiek tijdelijk is, dan nog is het opstellen van een werkagenda voor de huidige problemen onontkoombaar. Ook om te beletten dat VVD, PVV, CDA, FVD, JA21, SGP en Groep Van Haga het kabinet na elk incident kunnen dwingen tot weer nieuwe ad hoc-maatregelen zullen D66 en CU graag in het regeerakkoord willen opnemen wat voor hen de ondergrens is.
Klimaat
„Actie, actie, actie.” Deze activerende kreet bezigde premier Rutte deze week voorafgaand aan de klimaattop in Glasgow. Het komt aan op klimaatplannen uitvoeren, vindt Rutte.
Heldere taal. Maar ook in eigen land is het nog een hele opgave om groene woorden om te zetten in groene daden. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) concludeerde vorige week nog dat Nederland het voorgenomen doel van 49 procent CO2-reductie in 2030 niet gaat halen. Zelfs niet in het gunstigste scenario.
Er moet dus een flinke schep bovenop. Mede omdat het Europese doel is om in 2030 de CO2-uitstoot met 55 procent te verminderen. VVD en D66 schreven deze zomer dat een volgend kabinet dat doel „ten minste” moet halen.
De vraag is welke extra maatregelen de vier onderhandelende partijen daarvoor gaan nemen. Meer zonnepanelen, meer windmolens, meer isoleren lijkt vaste prik. De uitstoot in de industrie fors terugbrengen kan ook. Wat VVD en CDA betreft behoort ook kernenergie tot de mogelijkheden.