Dat Van Oordt affiniteit heeft met Israël is een understatement. Inmiddels is hij ruim veertig jaar betrokken bij Christenen voor Israël (CvI). In juli vorig jaar zwaaide hij af als directeur. Daarnaast vormt hij een van de drijvende krachten achter het Israël Producten Centrum. „Die jarenlange ervaring rondom Israël wil ik in dit honorair consulaatschap graag inzetten.”

Wat is dat precies: een honorair consulaatschap voor Israël?

„Het honorair consulaat –ook wel ereconsulaat– is een vrijwillige functie die iemand naast zijn of haar baan uitoefent. Kort gezegd vertegenwoordigt een honorair consul Israël in Nederland. Daarnaast is een belangrijke taak van zo’n consul om de handel tussen Nederland en Israël te bevorderen.

Een honorair consul wordt benoemd op voorstel van de Israëlische ambassade. Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken moet daarmee vervolgens akkoord gaan.”

Bent u de enige ereconsul voor Israël in Nederland?

„Nee. In totaal zijn er drie: Arjen Lont, John Mannheim en ikzelf. Waarschijnlijk ga ik mij specifiek richten op de provincies Utrecht, Gelderland en Flevoland. Maar dat moet nog verder uitgekristalliseerd worden.”

Hoe ervaart u uw benoeming tot ereconsul?

„Ik beschouw dat als een bijzondere erkenning van de diepe band die we als CvI voelen met Israël. Duizenden vrijwilligers en andere betrokkenen zetten zich al decennialang in voor Israël. Dat doen we als CvI bijvoorbeeld door allerlei humanitaire projecten voor Joden en Arabieren te steunen, reizen naar Israël te organiseren met toeristen, journalisten, predikanten en politici, en door Bijbels onderwijs te geven in kerken en gemeenten over Gods trouw aan Israël.

Dat de Israëlische regering nu een ereconsulaat toekent laat mijns inziens zien dat voor al dat werk van CvI vanuit Israël vertrouwen en waardering is. Daarnaast vind ik het mooi om te kunnen zeggen dat ik nu officieel in Nederland Israël vertegenwoordig. Ik kan nu echt námens Israël spreken.”

Wat wilt u bereiken als ereconsul?

„Ik zie het als mijn opdracht om vol enthousiasme door te gaan met het opkomen voor Israël.

Voor twee zaken wil ik mezelf in het bijzonder inzetten. Allereerst voor de handel tussen Nederland en Israël – dat is ook de taak van de ereconsul. Ik wil graag de wederzijdse in- en export bevorderen, zodat daaruit vaste relaties en mogelijk ook vriendschappen ontstaan. Op dit moment hebben we binnen CvI al een zogeheten Businessclub, een netwerk van positief-christelijke ondernemers die Israël actief steunen en het land willen helpen opbouwen. De ervaringen daarmee komen nu goed van pas.

Daarnaast wil ik vooral mijn stem laten horen in het publieke debat en in de Kamer wanneer het spannend wordt. Dat kan dan bijvoorbeeld gaan om de Gazaoorlog, de bedreigingen richting Israël vanuit Iran of de recente boycot van Ben & Jerry’s. Ik hoop in zulk soort situaties op te komen voor de waarheid en voor de belangen van Israël. Op die manier hoop ik tegenwicht te kunnen bieden aan antisemitisme en antizionisme.”