Palestijnen moeten Gaza opbouwen, in plaats van provoceren
Met het aantreden van de nieuwe Israëlische regering, was een van de grote vragen hoe dit kabinet met dreiging vanuit de Gazastrook zou omgaan.
De coalitie bestaat immers uit een breed palet aan politieke partijen, die lang niet allemaal een harde lijn voorstaan als het gaat om reageren op aanvallen door radicale Palestijnse terreurgroepen.
Inmiddels weten we het antwoord. De regering van Naftali Bennett voert op dit terrein vooralsnog een lik-op-stukbeleid, waar zelfs de rechtse oppositie onder leiding van oud-premier Benjamin Netanyahu weinig kritiek op heeft.
Afgelopen weekeinde bombardeerde de Israëlische luchtmacht een raketlanceerinstallatie en een wapenfabriek van Hamas in de Gazastrook. De aanvallen waren een vergelding voor het oplaten van zogenoemde vuurballonnen die diverse branden in Israël veroorzaakten.
Twee weken geleden lanceerden Palestijnen ook al tientallen vuurballonnen richting Israël. Die leidden tot ruim twintig branden. Ook toen reageerde de luchtmacht binnen een dag met beschietingen op een hele serie doelen in Gaza. De legertop waarschuwde zondag dat ze hard zal optreden tegen „terreuraanvallen of pogingen daartoe.”
Daarmee zet de nieuwe regering zelfs een hardere koers in dan de vorige, want het kabinet-Netanyahu reageerde niet altijd militair op deze brandstichtingen.
Bennett heeft er altijd voor gepleit aanvallen met vuurballonnen hetzelfde te behandelen als raketbeschietingen. In 2018, toen hij nog minister van Onderwijs was, riep hij zelfs op tot het gericht uitschakelen van Palestijnen die dergelijke projectielen richting Israël lanceerden. De toenmalige stafchef Gadi Eisenkot voelde echter niets voor die benadering.
Inmiddels laat Bennett als regeringsleider zien dat het hem nog steeds ernst is met die uitspraken, hoewel de samenstelling van zijn coalitie hem op dat punt vermoedelijk wel de nodige beperkingen oplegt.
Palestijnse terreurgroepen die de respons van de nieuwe Israëlische regering probeerden te testen, weten nu in elk geval waar ze aan toe zijn. Elke aanval op Israël –of het nu gaat om het afschieten van raketten op dichtbevolkte woonwijken of het in brand steken van akkers– kan op een hard antwoord rekenen.
In plaats van dit soort provocaties, kunnen Hamas een aanverwante groeperingen zich beter met de wederopbouw van Gaza bezighouden. Dat is hard nodig na de recente oorlog die Israël en de Palestijnen rond de kuststrook uitvochten.
De veelgeplaagde bevolking van Gaza heeft wel iets anders aan haar hoofd dan in een nieuw gewapend conflict met Israël te worden meegesleept. Maar daar heeft het radicale Palestijnse leiderschap zoals gebruikelijk geen boodschap aan.