Het nieuws dat restaurants in Utrecht en Nijmegen op last van de burgemeester gesloten zijn omdat ze de CoronaCheck-app niet willen controleren, maakt horecaondernemers die dat ook niet doen, extra voorzichtig richting de pers. Het laatste wat zij willen, is bekendheid. Dat kan namelijk een bezoek betekenen van de plaatselijke buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s). De ondernemers zijn bang dat ze dan voor de keus worden gesteld: naar de app vragen of anders sluiting.

Het nu gesloten restaurant Waku Waku in Utrecht stond op keuzevrijbijmij.nl, een site waarop ondernemers kunnen aangeven of iedereen bij hen welkom is, gevaccineerd of niet.

Volgens het bestuur van de stichting Keuze Vrij Bij Mij hebben meerdere horecazaken op hdeun site bezoek gekregen van boa’s. Hoe minder bekendheid dus, hoe beter.

Een van de vijftien gebelde horecaondernemers met veel reformatorische klanten wil om die reden niet vertellen hoe hij omgaat met de coronapas.

Van de veertien anderen geven er acht aan de coronacheck toe te passen. Zes bedrijven gaan er minder streng mee om. Geen van allen wil met de naam in de krant. „Laten we nu geen slapende honden wakker maken.”

Hoe de horeca omgaat met de coronacheck is veelal afhankelijk van hoe de burgerlijke gemeente zich opstelt. Als die aankondigt streng te gaan handhaven, kiest de horecaondernemer het zekere voor het onzekere en volgt de overheidsmaatregelen op.

Als de gemeente uitstraalt niet zo veel zin te hebben in handhaving, durven ondernemers het risico wel aan om niet naar de coronapas te vragen.

Inkomsten

Het mislopen van inkomsten speelt daarin een grote rol. „Als ik mijn klanten vertel dat ik bij de ingang een coronacheck uitvoer, gaan er veel recepties met reformatorische gasten niet door. Dat is voor mij een kostenpost die ik niet meer kan opvangen”, vertelt een restauranthouder.

„Op 1 oktober stopt alle overheidssteun, dus dan moet ik alles weer zelf betalen. We hebben net drie maanden met leuke inkomsten gehad en ik was niet van plan om daar door de coronapas een einde aan te maken. Laat nu maar eens een andere sector de dupe zijn, wij hebben onze portie wel gehad.”

Een andere ondernemer zegt in goed overleg met de burgemeester een soort gulden middenweg te hebben gevonden. „Wij zijn gevestigd in een regio waar veel mensen wonen die zich om principiële redenen niet laten inenten. Niet alleen wij worstelen met die coronacheck, dat doet onze burgemeester ook. Bij een bruiloft van mensen uit de reformatorische hoek leggen we in goed overleg met het lokaal bestuur de verantwoordelijkheid bij het bruidspaar. Als dat, samen met de ceremoniemeesters, ervoor zorgen dat er geen kwetsbare mensen of personen met coronaklachten binnenkomen, controleren wij niet op de coronapas. Bij andere gasten doen we dat wel.”

Een andere ondernemer uit een plattelandsgemeente hanteert een vergelijkbaar beleid. „Soms is hier een feest met een diskjockey. Dan doen wij een coronacheck bij de ingang. Maar door onze reformatorische gasten wordt niet gesprongen en gedanst, die blijven de meeste tijd op hun plaats zitten. Bovendien hebben we heel veel ruimte waardoor we de 1,5 meter afstand nog redelijk kunnen handhaven. Zolang het hier niet uit de hand loopt, geloof ik ook niet dat we controle krijgen.”

Geen risico

Bij partycentrum De Stolp Inn uit Stolwijk is het tegenovergestelde het geval. „We hebben een brief gekregen dat er de komende drie weken streng gecontroleerd zal worden op de coronapas”, vertelt de eigenaar. „De boa’s kunnen zelfs naar binnen komen om de gasten naar hun coronapas te vragen. Of het zo’n vaart zal lopen, weet ik niet, maar ik ga het risico niet lopen en controleer gewoon iedere bezoeker.”

Met veel tegenzin heeft ook manager Wim Stam van Molen de Zwaluw zich bij de overheidsmaatregelen neergelegd. „Maar niet voordat we een teststraat hebben geregeld aan het begin van het industrieterrein. Gasten zonder vaccinatiebewijs kunnen zich daar gratis laten testen. Een kwartier later is de uitslag er. Als blijkt dat gasten geen corona onder de leden hebben, kunnen ze naar binnen.”

Stam beseft dat ook die gratis test een drempel kan zijn voor bezoekers. „Ik ben ook tegen die hele testcultuur, ik zou het liever ook niet zien. Maar als het dan per se moet, hoeven gasten in ieder geval niet eerst helemaal naar Tiel voor een test. We hebben geprobeerd de drempel zo laag mogelijk te houden.”

Alle namen van de ondervraagde horecaondernemers zijn bekend bij de redactie