Prof. Govert Buijs: Bijbel oefenboek voor de ziel
Waarom zou een filosoof naar de kerk gaan, vroeg filosoof en kerkganger prof. dr. Govert Buijs zich donderdagmiddag tijdens een onlinecollege af. Zijn antwoord: „Om de ziel te oefenen in het zien van zegen, in het geven van zegen, maar misschien wel bovenal om te doen waar we een ziel voor hebben gekregen: de lofzang te zingen.”
Prof. Buijs is bijzonder hoogleraar politieke filosofie en levensbeschouwing aan de faculteit wijsbegeerte van de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam. Hij sprak op uitnodiging van de Protestantse Kerk in Nederland, die een maandelijkse collegereeks organiseert over thema’s die raken aan de verschenen visienota ”Van U is de toekomst, genade als grondtoon”.
Nadenken over de ziel voert de mens weg van de rationele meetbare moleculaire wereld in de richting van de echte mensenwereld. Prof. Buijs illustreerde dit voor de 130 virtuele bezoekers met een jeugdherinnering. „Toen in 1976 het rapport over de Lockheedaffaire op televisie werd gepresenteerd, gingen wij dat bekijken bij een oudere vrouw die een televisie in huis had. Toen ze het verhaal hoorde, werd ze verdrietig en zei: „Hij heeft zich wel misdragen, die Bernhard” en even later: „O wij mensen, o wij mensen.” Opvallend, deze vrouw had geen onderwijs genoten, maar bezat diepe inzichten over het menselijk hart. Arglistig noemde ze dat. Die inzichten heeft ze opgediept uit de Bijbel.”
De ziel is volgens de Amsterdamse filosoof een „gevoelig instrument waarmee we betekenis zoeken.” Vanwege deze gevoeligheid is de ziel gemakkelijk beïnvloedbaar en zijn er vele kapers op de kust om de ziel te manipuleren. „Let op de wereld van de M: macht, waar de politiek of de natie onze ziel wil hebben; de markt, die onze hebzucht aanwakkert; media, die ons zelfbeeld aan anderen leren spiegelen; en de medische wereld, die gezondheid belooft.” Op zichzelf allemaal niet verkeerd; maar de wereld van de M heeft de neiging constant te ontsporen en de ziel in bezit te nemen.
Zegenwoorden
Het goede nieuws is dat de ziel ook kan groeien. Op dit punt ligt er verlegenheid in onze samenleving, aldus Buijs. „De ziel groeit door zegen. Aan zegen is alles gelegen, zeggen we dan. Dit is een Bijbelse ontdekking geweest. Kijk maar naar het begin van Genesis. Het is een wereld van manipulatie en geweld. In deze wereld verschijnt er een nieuwe taal: ”vriendschap”, ”partner”, ”verbond”. Dit zijn allemaal zegenwoorden. Het strookt ook met een universele ervaring: de ziel groeit niet door onderdrukking, maar door de ervaring gezien, gewaardeerd en erkend te worden.”
De Bijbel zouden we kunnen zien als een oefenboek om de ziel zegen te laten leren herkennen. Buijs: „De ziel moet soms worden opgepord: „Merk op, mijn ziel” zingen we dan. Doel is verschillende troostgestalten te herkennen. Dat kan van alles zijn: de liefde van anderen, de natuur, schoonheid en kunst, wendingen in ons leven of nieuwe gemeenschapsvormen. Achter deze troostgestalten zit de verborgen bron van zegen. Die bron is God, de altijd meereizende, troostende en corrigerende God.”