Opinie

Oproep tot verbieden buitenlandse geldstromen riekt naar verkiezingsretoriek

In het Kamerdebat over de ongewenste beïnvloeding van geldschieters uit Koeweit en Saoedi-Arabië op Nederlandse moskeeën trok de VVD donderdag flink van leer. Via de media maakte de woordvoerster van de partij, nog voordat de vergadering was geopend, al haar standpunt kenbaar. Zij riep het kabinet op de buitenlandse financiering aan banden te leggen met behulp van een paardenmiddel: een wettelijk verbod.

Hoofdredactie
18 January 2021 10:47
beeld RD
beeld RD

Daar valt op het eerste gezicht ook best iets voor te zeggen, ware het niet dat de mogelijkheden daartoe al uit en te na zijn verkend; ook door het kabinet. Dat moest, mede na advies te hebben gevraagd aan de Raad van State, tot dusver al twee keer concluderen dat zo’n verbod op gespannen voet staat met grond- en mensenrechten en om die reden moeilijk te realiseren is.

Een lijst van landen opstellen en alle geldstromen daar vandaan verboden verklaren, blijft dus toekomstmuziek.

Gelukkig kent de Tweede Kamer veel meer partijen dan alleen de VVD die het risico van ongewenste, salafistische beïnvloeding scherp op het netvlies hebben staan. Een parlementaire ondervragingscommissie, ingesteld op initiatief van SGP en SP, zette een aantal zorgelijke voorbeelden van dergelijke inmenging op een rij en drukte het kabinet op het hart dat in elk geval het zicht op ongewenste financieringsstromen moet worden vergroot.

Aan die aanbeveling kwam het kabinet intussen tegemoet met een stevig wetsvoorstel.

Een eerste concept daarvan verplichtte alle ruim 350.000 actieve organisaties in Nederland elke donatie van 4500 euro en meer publiek te registeren. Dat voorstel belandde gelukkig in de prullenbak.

In de versie die nu voorligt, worden organisaties pas gedwongen om op verzoek van burgemeester of OM openheid van zaken te geven als de autoriteiten vermoeden dat ze onder de kwalijke invloed staan van buitenlandse geldschieters. Een weigering daaraan gehoor te geven, geldt als economisch delict dat in het ergste geval kan leiden tot een bestuursverbod.

Eén laatste stap moet nog worden gezet, voordat het bouwwerk is voltooid: het regelen van extra bevoegdheden voor financiële toezichthouders zodra blijkt dat een organisatie, zoals bijvoorbeeld een moskee, inderdaad buitenlandse giften ontvangt én onder invloed daarvan radicaliseert. Het gaat dan om het tijdelijk kunnen bevriezen van buitenlandse geldstromen, of het verbeurd verklaren van dubieuze donaties. Oftewel, om het regelen van een intelligente sluiproute waarmee feitelijk hetzelfde wordt bereikt als met het door de VVD bepleite verbod.

Het is nu aan de Kamer dit wetgevingsproces te bespoedigen door het kabinet te blijven aansporen vaart te maken. De route die is ingeslagen, is goed. En ook veelbelovender dan in de media pleiten voor onhaalbare, generieke verboden. Dergelijke oproepen rieken net iets te sterk naar goedkope verkiezingsretoriek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer