Ds. Kleiberg (HHK) jubileert: Juist ‘verhaaltjes’ blijven hangen
Sommigen noemen hem een verhaaltjesdominee – dat weet ds. N. P. J. Kleiberg wel. Maar in de veertig jaar dat hij nu predikant is, heeft de jubilaris vaak gemerkt dat voorbeelden blijven hangen, juist bij de kinderen. „Waarom zou de Heere Jezus zoveel ‘verhaaltjes’ hebben verteld: over een herder, over een mosterdzaadje, over een schaap dat verloren was?”
In zijn appartement boven de Scheepjeshof in Veenendaal haalt de predikant herinneringen op aan zijn opleiding en de tijd dat ds. R. van Kooten zijn mentor was. „„Vergeet de kinderen niet”, zei hij. Hij was 29 en ik 35, dus ik had een mentor die zes jaar jonger was dan ik. Maar ik heb onnoemelijk veel aan hem te danken.”
Ds. Kleiberg geeft aan het begin van de preek al een korte samenvatting voor de kinderen en betrekt de jeugd er later weer bij met concrete voorbeelden. „Het eerste wat Jezus na Zijn opstanding tegen Petrus zegt, is: Weidt mijn lammeren. Natuurlijk kun je dat betrekken op „kleintjes in de genade”, maar ik pas het liever toe op kinderen. Met mijn vragen lok ik ze graag uit. Dan zie ik dat ze bijna gaan antwoorden.”
Had hij het niet van zijn mentor geleerd om ook voor de jongsten te preken, dan wel van Rita – uit zijn eerste gemeente, Vinkeveen. „Als ik op zondag geen eenvoudig voorbeeld had genoemd aan het begin van de preek, belde ze me maandag op: „De dominee heeft niet voor mij gepreekt.” Rita was een gehandicapt meisje. Ze was zo lief. „Ik bid ook voor u, dominee”, zei ze. En daar lag ze al op haar knieën.”
Rust
Die gemeente van Vinkeveen was en is ds. Kleiberg zeer dierbaar. Op tweede kerstdag 1980 werd hij er op 35-jarige leeftijd bevestigd. „Ik was altijd uit op snel resultaat. Voordat ik tot het ambt geroepen werd, was ik drogist en vertegenwoordiger. Ik ging ’s morgens met een lege bladzijde op pad en ’s avonds moest-ie vol staan.”
Die houding leerde hij als predikant af. „Dat eerste jaar in Vinkeveen ging ik er bijna aan onderdoor, want ik wou zo graag weten wat mijn prediking uitwerkte. Maar toen ik het niet meer kon, ging de Heere werken. Wat daar in de laatste jaren plaatsvond. En het gebeurde niet in een uithoek, er werd over gesproken in de gemeente. Je hoeft maar te zaaien. De Heere is van de oogst. Dat geeft rust.”
Na Vinkeveen volgden Oude Tonge, Veenendaal en ds. Kleibergs laatste gemeente, die van Achterberg. „Een fijn durpie.”
In de loop van de jaren zag ds. Kleiberg de verwachtingen die gemeenteleden hebben van een predikant veranderen. „Ik werd steeds vaker gevraagd voor dingen waar je eigenlijk een maatschappelijk werker bij nodig hebt: opvoedproblemen of mensen die in een echtscheiding zaten en die de papieren al bij de advocaat hadden liggen.”
De predikant vindt het een verkeerde tendens. „Ik wil geroepen worden voor geestelijke dingen, hoe het is tussen God en de mens. In al het andere kan veel te veel energie gaan zitten. Ik ben er voor geestelijke vragen. En dan mogen ze me altijd bellen, dag en nacht.”
Crisispastoraat
Dat dag en nacht was soms heel letterlijk, juist in het crisispastoraat. „Dat werk heeft echt m’n hart. Mensen helpen die in grote nood verkeren. Dan vergeet ik de tijd. Ik heb weleens drie dagen achter elkaar in het ziekenhuis gezeten bij iemand. Ik kwam alleen thuis om even te eten en me op te frissen.”
Ds. Kleiberg krijgt het niet benauwd als hij de intensive care op loopt. „In mijn diensttijd was ik ambulancebroeder en ik heb die interesse voor de medische wereld nog. Als er op de IC een apparaat staat dat ik nog niet ken, wil ik weten wat het vertelt over de patiënt. En al ligt iemand in coma, ik geef zo’n mens een hand en ik lees een kort stukje voor uit de Bijbel. Ik heb vaak gezien dat, op een wonderlijke manier, iemand toch geraakt werd.”
Preken
Doordeweeks doet ds. Kleiberg pastoraal werk in de gemeente Langbroek/Doorn en de gemeente Groenekan en houdt hij Bijbellezingen in Nieuwleusen en Ederveen. Preken doet de emeritus predikant elke zondag. „Wat moet een preek voor mij bevatten? Nou, dat wat de tekst zegt. Als die ruim is, dan is de preek ruim. En is de tekst afsnijdend, dan is de preek het ook. Het liefst preek ik uit Hooglied en uit Openbaring. Hooglied is een prachtig boek, over de band tussen de Bruidegom en Zijn bruidskerk. En in Openbaring zien we de actualiteit. De tijd wordt verkort, de wetteloosheid wordt heviger. We lezen de tekenen: de Heere roept.”