Als kerken hebben we een Naam hoog te houden
Het langverwachte rapport van de werkgroep Zingen in de kerk over gemeentezang kwam woensdag eindelijk naar buiten. Precies op de dag dat de coronamaatregelen verder werden verruimd – verder dan eerder was aangegeven. In grotere kerkgebouwen mogen onder voorwaarden nu meer dan honderd mensen samenkomen.
Daarom was het hoog tijd dat het rapport over gemeentezang werd gepubliceerd. Want mag er nu wel of niet worden gezongen tijdens kerkdiensten?
Wetenschappers zijn het nog altijd niet eens over de vraag of samenzang de verspreiding van het coronavirus bevordert. Uit bepaalde onderzoeken zou blijken dat fluisteren en zachtjes zingen riskanter is dan voluit zingen. Dat maakt het voor kerkelijke gemeenten niet gemakkelijk om te beslissen of er in de diensten wel of niet kan worden gezongen.
Gelukkig zit de overheid nu op het spoor dat er ook in dit opzicht maatwerk kan worden geleverd. Net als eerder werd toegestaan dat er in grotere kerkgebouwen meer dan honderd mensen mogen samenkomen, is het nu in grote en middelgrote kerken onder voorwaarden mogelijk om samen te zingen. Een goede ventilatie is daarbij essentieel.
In kleinere kerkgebouwen, met een volume van minder dan 1000 kubieke meter en een plafond dat lager is dan 4 meter, kan eigenlijk niet veilig gezongen worden, stelt de werkgroep Zingen in de kerk. Dat zal voor veel kleinere gemeenten een teleurstellend bericht zijn.
Zingen is een wezenlijk onderdeel van de liturgie; daar kan geen enkel misverstand over bestaan. De hervormer Calvijn zag in gemeentezang een middel om het gebed rechtstreeks te laten doordringen tot het hart. „Wie goed zingt, bidt tweemaal”, was de ervaring van kerkvader Augustinus.
Tegelijk leven we in een bijzondere tijd, waarin bijzondere maatregelen nodig zijn. Laten we niet te gauw grote woorden gebruiken als de overheid adviseert (want meer is het niet) om het zingen in kerkdiensten te beperken alsof er grondrechten in het geding zijn. De overheid is Gods dienares, ons ten goede (Romeinen 13:4). De overheid biedt ruimte om weer met meer mensen naar de kerk te gaan; er is nu ook ruimte om samen te zingen tot Gods eer. Daar mogen we Hem dankbaar voor zijn, want het is geen verdienste van ons dat het coronavirus in ons land op zijn retour lijkt. Laten we daarom verantwoord omgaan met de ruimte die wordt geboden. We mogen onszelf en onze naaste niet nodeloos in gevaar brengen. Bovendien is het denkbaar dat sommige gemeenteleden niet naar de kerk durven als daar wordt gezongen.
Maar vooral hebben we als christenen een Naam hoog te houden. Ons gedrag doet er toe. Het kan niet zo zijn dat, omdat wij lofzangen zingen, de Naam van God wordt gelasterd door de buitenwacht.