Rapport over vaccinatiegraad laat tal van opties open
Het is nog te vroeg voor een vaccinatieplicht in de kinderopvang of voor een algemene plicht, stelde de adviescommissie Vermeij maandag. Na de zomer debatteren kabinet én Tweede Kamer verder over mogelijke dwangmaatregelen. Vier vragen.
Wat is de essentie van het adviesrapport?
De commissie moest aangeven wat kinderopvangcentra kunnen of mogen doen om te voorkomen dat de dalende vaccinatiegraad te veel risico’s zou gaan opleveren voor de gezondheid van de kinderen. De auteurs zien vaccinatie echter in de eerste plaats als een maatschappelijke aangelegenheid. Oftewel, in plaats van te verhelderen wat kinderdagverblijven mogen en het beleid verder aan deze instellingen te laten, moet de overheid volgens hen zelf met (algemene) regels komen. Hoe meer de vaccinatiegraad daalt, des te verder die regels mogen gaan.
Maar wanneer komen een vaccinatieplicht in de kinderopvang of een algemene plicht volgens de commissie dan in beeld?
Als de vaccinatiegraad onder een kritieke ondergrens is gezakt, maar wat die grens is, staat niet in het rapport. Dat kon ook nog niet, aangezien het RIVM op verzoek van het kabinet nog bezig is om te onderzoeken of er überhaupt een wetenschappelijk onderbouwde grens valt aan te geven. Kan dat niet, dan moet de regering volgens het rapport zelf een bottom-line invoeren.
De commissie onderschrijft het huidige kabinetsbeleid dat vooral gericht is op het bestrijden van nepnieuws over vaccinaties en het geven van extra voorlichting aan ouders. Wel vinden de deskundigen dat een nieuwe wet voor het invoeren van een vaccinatieplicht in de kinderopvang nu alvast moet worden voorbereid.
Dus een dergelijk wetsvoorstel neemt de Tweede Kamer binnenkort in behandeling?
Klopt. D66 had al een initiatiefwet gemaakt om te regelen dat kinderopvangcentra een vaccinatieplicht zouden mogen invoeren. Maandag kwam de partij met een aanvulling: in de wet komt ook te staan dat wanneer de landelijke vaccinatiegraad voor mazelen onder de grens van 90 procent belandt zo’n plicht voor álle centra moet gelden. Dit najaar komt het voorstel waarschijnlijk op de Kameragenda.
Hoe gaat het debat zich verder ontwikkelen?
Veel zal afhangen van de politieke besluitvorming over de kritieke ondergrens, én van de manier waarop de vaccinatiegraad rond met name mazelen zich ontwikkelt. Jarenlang lieten de cijfers een daling zien; van ongeveer 96 procent in de periode 1995-2011 naar 92,9 procent in 2015. In 2016 bleef dat cijfer stabiel. Mogelijk haalt dat de druk ietwat van de ketel, maar let wel: een aantal partijen in de Tweede Kamer, de VVD voorop, heeft ook bij de huidige stand van zaken zeker animo voor een algehele vaccinatieplicht. Ook niet onbelangrijk: op 17 maart 2021 zijn er Tweede Kamerverkiezingen en dat betekent dat de eerste commissies die het verkiezingsprogramma van hun partij moeten bepalen komend najaar al aan de slag gaan. Ook om die reden zal een vaccinatieplicht in de achterbannen van veel partijen de komende maanden een thema zijn.
Nóg een aandachtspunt: het percentage van 92,9 procent gaat over de landelijke vaccinatiegraad tegen mazelen. In diverse gemeenten, om precies te zijn 43, ligt dit percentage echter (ruim) onder de 90 procent. Niet uitgesloten is dus dat er ook bij een stabilisatie of lichte stijging van de landelijke vaccinatiegraad in de Tweede Kamer alsnog stemmen zullen opgaan voor meer dwangmaatregelen, maar dan op regionaal niveau.
Één dwangmaatregel lijkt overigens van de baan: ouders die afzien van vaccinatie korten op hun kinderbijslag. De commissie-Vermeij wijst een dergelijke prikkel hoe dan ook als onwenselijk van de hand.