Vaccinatiegraad lijkt weer licht te stijgen
De daling van de vaccinatiegraad zet niet verder door. Dat valt op te maken uit het Vaccinatiegraadrapport 2018 van het RIVM dat staatssecretaris Blokhuis (VWS) maandag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
In het rapport staat dat voorlopige cijfers zelfs een lichte stijging in de vaccinatiegraad voor jongere kinderen te zien geven. Zo was de vaccinatiegraad voor kinderen, geboren in 2017, voor bof, mazelen en rode hond in maart 2019 ongeveer 1 procent hoger dan voor het geboortecohort 2016 rond dezelfde tijd vorig jaar.
Blokhuis toonde zich maandag niet ontevreden over de nieuwste cijfers, maar hield nog wel een slag om de arm. „Ik hang de vlag pas uit als we weer stabiel terug zijn op een vaccinatiegraad van 95 procent of hoger”, zo reageerde de bewindsman op het rapport.
Om de vaccinatiegraad weer op dat peil te krijgen, kondigde Blokhuis afgelopen najaar diverse maatregelen aan. De uitvoering daarvan is in volle gang. Zo worden ouders in gemeenten met een lage vaccinatiegraad, zoals bijvoorbeeld Barneveld, na de geboorte van hun kind uitgenodigd voor een vaccinatieconsult. In Barneveld geeft ruim 98 procent van hen daaraan gehoor.
De overheidsvoorlichting over vaccinaties gaat zich mede op verzoek van de Tweede Kamer nog sterker richten op ouders met vragen en twijfels. Daarbij wordt ook gebruik gemaakt van ervaringsverhalen; ondermeer van ouders die aangeven de ernst van infectieziekten te hebben onderschat.
In het RIVM-rapport valt ook te lezen dat er in 2019 tot nu zo’n 40 patiënten mazelen kregen. Dat zijn er meer dan in voorgaande jaren, maar een grote epidemie wordt momenteel niet verwacht.
Vanaf najaar 2020 gaan huisartsen voor een periode van drie jaar de pneumokokkenvaccinatie aanbieden aan alle 60-, 65-, 70- en 75-jarigen in dezelfde periode als de griepprik. Het benodigde geld hiervoor is vrijgemaakt in de Voorjaarsnota.