Kerk & religie

„Gemeenschap der heiligen roept op tot dienstbaar leven”

Geloven in de gemeenschap der heiligen maakt verschil in het leven van een christenstudent, zegt prof. dr. H. van den Belt. „Als een van de ledematen van Christus ben je dan dienstbaar aan het geheel. Gewillig en met vreugde.”

Van onze verslaggever
26 October 2019 20:30Gewijzigd op 16 November 2020 17:21
Het Rotterdamse CSFR-dispuut Ichthus vierde zaterdag het zestigjarig bestaan met een congresdag. beeld Cees van der Wal
Het Rotterdamse CSFR-dispuut Ichthus vierde zaterdag het zestigjarig bestaan met een congresdag. beeld Cees van der Wal

De hoogleraar systematische theologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam sprak zaterdag tijdens een congresdag van de Rotterdamse studentenvereniging Ichthus. Het dispuut van de CSFR herdacht hiermee zijn zestigjarig bestaan. Thema van de congresdag, gehouden in de Pelgrimvaderskerk in de havenstad, was: ”Aan uzelf genoeg”. Leden en oud-leden van het dispuut dachten in verschillende lezingen en workshops na over individualisme.

Prof. Van den Belt sprak over: ”Niemand leeft voor zichzelf. Gemeenschap der heiligen als roeping”. Het kenmerk van het heidendom is in de Bijbel collectivisme, stelde de hoogleraar. „Dat is de kuddediermentaliteit die geen enkele ruimte laat voor de mens als uniek wezen. Daartegenover belijdt de Bijbel dat de mens geschapen is naar Gods beeld. Daarom is ieder mens vrij en uniek.”

Deze gedachte mag echter niet doorslaan tot individualisme, aldus prof. Van den Belt. „Individualisme is een soort verabsolutering van onze menselijke vrijheid. Maar wij zijn gemaakt naar het beeld van een drie-enige God, aangelegd op relaties. Wij kunnen slechts onszelf zijn als wij leven in gemeenschap met Hem en onze naasten. Het is immers niet goed dat de mens alleen is.”

Spanning

In de Bijbel is sprake van een spanning tussen het collectieve en het individuele, zei de hoogleraar. „Aan de ene kant roept God enkelingen om Zijn volk te verlossen en te leiden. Geloof en bekering zijn net zo persoonlijk als de geboorte. Anderzijds vormen de kinderen van Abraham een volk waarmee God Zijn verbond opricht. Soms wordt het collectief gestraft om de zonden van een enkeling, zoals bij Achan. Nooit wordt een van beide zijden in deze spanning echter verabsoluteerd tot individualisme of collectivisme.”

Dit Bijbelse evenwicht staat voortdurend onder druk, schetste prof. Van den Belt. „Er zijn in onze gevallen wereld verwoestende machten die aansluiting vinden bij ons zondige hart. Het is zaak deze machten in onze tijd te ontmaskeren. Die zie je bezig in het verabsoluteren van het individu, door de mens los te maken van relaties. Denk aan de verslavende werking van games. Techniek die in staat is om ons met anderen te verbinden, kan meer dan ooit ook een macht worden die ons weerhoudt van werkelijk contact met anderen.”

Aan de andere kant zijn er machten die mensen juist naar het collectieve trekken en „als kuddedier behandelen. Denk aan modehypes, of de algoritmes die onze zoekresultaten beïnvloeden. Er zit misschien veel meer collectivisme in onze cultuur verborgen dan wij als beschaafde westerlingen voor waar willen houden.”

Geloofsbelijdenis

In deze ontwikkelingen is volgens prof. Van den Belt „een helder zicht nodig op de Bijbelse spanning tussen de uniciteit van de christen en diens roeping om dienstbaar te zijn aan de gemeenschap.” Deze spanning ziet de hoogleraar het beste tot uitdrukking gebracht worden in de woorden uit de apostolische geloofsbelijdenis: „Ik geloof in de gemeenschap der heiligen.”

Deze gemeenschap betekent allereerst „deel hebben aan het heilige”, aldus de hoogleraar. „Misschien moet je zeggen: aan de Heilige. Het is delen in het ene lichaam van Jezus Christus. Gemeenschap hebben met Christus sluit de gemeenschap met alle demonen uit. Ook met die machten die ons naar individualisme of collectivisme willen trekken.”

Perspectief

Het geloof in de gemeenschap der heiligen maakt verschil in het leven van een christenstudent, hield prof. Van den Belt de aanwezige studenten voor. „Betrek je al je tentamenstof op het christelijk geloof? Biedt de gemeenschap met Christus en met de heiligen een nieuw perspectief op de werkelijkheid die je bestudeert?”

De uniciteit waarin mensen zijn geschapen, vraagt ook om zelfontplooiing, stelde hij. „We hebben in onze traditie weleens moeite met dat begrip. Maar je mag je talenten ontdekken en je gaven ontwikkelen. Wees geen rups; je bent geschapen om een vlinder te worden.”

Leven vanuit de gemeenschap der heiligen wordt gestempeld door een dienstbaar leven. „Als een van de ledematen van Christus ben je ook beschikbaar voor het geheel. Gewillig en met vreugde, zoals de Heidelbergse Catechismus dat zegt.”

Ten slotte staat een leven in het geloof in de gemeenschap der heiligen in het teken van verwondering en verwachting. „Er is een besef van het mysterie van het heilgeheim, dat ons in Christus geopenbaard is en waarin Zijn pelgrims delen. In het perspectief dat het lichaam van Christus als een bruid wordt voorbereid op de laatste dag.”

Voorkeuren

Dr. A. G. M. Mellink, universitair docent Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, sprak over ”Individualisering: van wie, wanneer, waarom?”. Mellink promoveerde in 2013 op het proefschrift ”Worden zoals wij: Onderwijs en de opkomst van de geïndividualiseerde samenleving sinds 1945”.

De historicus betwijfelde in zijn bijdrage „het verhaal van dé individualisering van hét Westen.” Ideeën over het ontstaan van individualisering grijpen vaak terug op de eigen politieke en religieuze voorkeuren, stelde hij. „De een heeft er belang bij de wortels van individualisme te plaatsen in de Reformatie, terwijl een ander de jaren zestig aanwijst als periode waarin individuen bevrijd zouden zijn uit de klemmende greep van kerk en zuil.”

De universitair docent stelde vragen bij het beeld van individualistische Nederlanders. „Wij hebben ons niet als individuen van de samenleving onthecht, we zijn niet vrijer en onafhankelijker geworden. We maken allemaal deel uit van een samenleving die lang voor onze dood bestond en ook lang erna nog zal zijn. Een individu kan zich daarvan niet losweken.”

Vrijheidsideaal

Mellink noemde twee gebeurtenissen uit zijn leven als aanleiding van zijn onderzoek naar individualisering: het verlies van zijn geloof tijdens zijn studententijd en het uit de kast komen als homo. „Deze ervaringen zetten mij op het spoor van de individualisering. We leven in een samenleving waarin je hoort dat je kunt worden wie je bent en dat religie een privézaak is. Dit liberale vrijheidsideaal is het kloppend hart van onze samenleving. Homoseksuelen zijn –vaak tegen wil en dank– het uithangbord van deze samenleving geworden. Het is geen wonder dat migranten of orthodoxe christenen wordt voorgehouden dat zij onze homo’s moeten accepteren als zij bij Nederland willen horen. Eigenlijk moeten deze groepen bewijzen dat zij het individualiseringsideaal onderschrijven.”

Er zijn echter grote „blinde vlekken” in dit ideaal van individualisme, stelde de historicus. „Wij leven in een samenleving die worden wie je bent als ideaal voor iedereen in het vooruitzicht stelt, maar dat lang niet altijd kan waarmaken. Onze samenleving verbindt, maar verstoot net zo goed. Orthodoxe gelovigen kunnen zich buitengesloten voelen omdat ze horen dat ze vrouwen en homo’s niet omarmen, zonder dat er oog is voor de religieuze redenen van hun opvattingen. Maar ook voor homo’s geldt deze uitsluiting: volgens veel Nederlanders mag je wel homo zijn, als de samenleving het maar niet merkt.”

Mellink riep ertoe op deze „vormen van uitsluiting zichtbaar te maken. Je kunt niet voor christelijk onderwijs zijn en tegelijk moslims hun rechten ontzeggen. Je kunt niet zeggen dat religieuze uitingen zichtbaar moeten kunnen zijn in de samenleving en tegelijk godsdienst verbannen naar de privésfeer.”

Roerig

Het middagprogramma van de congresdag werd gevuld met workshops door ds. E. E. Bouter, T. Brand MA, ds. C. M. van Loon en drs. J. A. Schippers. Het twaalfde lustrum van het Rotterdamse studentendispuut wordt een week lang gevierd met allerlei activiteiten, aldus praeses Leanne Oosterwijk (21). „Onze vereniging staat al zestig jaar voor hetzelfde. Christenstudenten ontmoeten elkaar hier in een periode in het leven die best roerig kan zijn. Het is goed om elkaar dan op te zoeken en samen bezinning en verdieping in onze traditie te zoeken. We kunnen veel van elkaar leren, juist ook in verschillen die er zijn.”

Ichthus telt ruim 140 leden. Het is het tweede dispuut in grootte van de CSFR. De landelijke reformatorische studentenvereniging heeft negen disputen in universiteitssteden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer