Visser is de dupe van windindustrie op zee
De energietransitie op zee raakt vissers buitensporig. Door windturbines en natuurcompensatie verliezen ze hun beste visgronden.
Tot het jaar 2030 zullen er op de Noordzee 22.500 windturbines verrijzen. In veler ogen zal de uitrol van windenergie op zee nog sneller moeten gaan. Niets ontziend en in een razend tempo wil men de Noordzee omtoveren in een industrieterrein (RD 10-7).
Waar natuurbeschermers de mond vol hebben van natuurwaarden en zeegebieden die beschermd moeten worden, laat men de overheid haar gang gaan en wordt de visserijsector opgeofferd aan de klimaatdoelstellingen. De windindustrie wordt met allerlei trucs verheerlijkt en krijgt een groen imago aangemeten, met uitgezette oestertjes en vishotels.
Niettemin wordt zelfs met de kosten gegoocheld. Kreten als ”subsidieloos” en ”duurzaam” moeten we bij windindustrie juist met een grote korrel zout nemen. Er zijn namelijk genoeg rapporten die aangeven dat de natuur hierdoor wordt aangetast en dat de extra kosten om windenergie rendabel te houden tot 2030 zullen oplopen tot 20 miljard euro (bron: NOS).
Dynamiek Noordzee
Wij vissers maken ons zorgen over de snelheid waarmee dingen gebeuren en bijvoorbeeld ook over de onvoorzichtigheid waarmee de overheid vergunningen verstrekt, zonder te weten wat de effecten daarvan zullen zijn op het leven in zee.
Vissers worden door de energietransitie op zee driemaal geraakt. Ze worden verstoten van hun visgronden, door de ruimte die windturbines innemen. In de tweede plaats neemt de natuurcompensatie die de natuurorganisaties opeisen ook een groot deel van de beste visgronden weg. Dat moeten natuurgebieden worden waar de visserij geen toegang heeft. Vaak is het ons zeer onduidelijk wat men precies wil herstellen of beschermen.
Ten derde is in de praktijk gebleken dat gebieden op zee sluiten doorgaans contraproductief werkt. De enorme dynamiek van de Noordzee kun je niet in gebieden vastleggen. Bovendien maakt de visserij al eeuwenlang deel uit van die Noordzee. Daardoor is er een wisselwerking tussen visserij en natuur ontstaan. Dit circulaire proces heeft al heel lang een plaats in de dynamiek van de Noordzee. Bij wijziging hiervan kunnen er ongewenste effecten optreden.
Het ergste is dat het nog niet duidelijk is welke gevolgen de windindustrie op de visbestanden zal hebben. Want als visbestanden hierdoor zullen afnemen, zal de visserman opnieuw de rekening gepresenteerd krijgen.
Prijskaartje
De visserman moet telkens inleveren. Hij is de ‘indiaan’ die van zijn visgronden wordt verjaagd. Daarvoor dient hij gecompenseerd te worden. Niet om te stoppen met vissen, maar als een stimulans om op een andere manier te vissen, in een zee die alsmaar kleiner wordt. Dat zal moeten gebeuren met innovatieve schepen en vismethodes. Daar hangt een prijskaartje aan.
De omvang van de visserijvloot zal hierdoor moeten krimpen. Voor rederijen die het niet meer zien zitten, zal er een royale uitkoopmogelijkheid in het energietransitiepakket moeten zitten. Het is niet meer dan humaan om de vissers te helpen in deze moeilijke tijden.
De overheid heeft dit positieve proces tot nu toe ondersteund. Echter, nu de uitwerking ervan moet plaatsvinden, komen de natuurorganisaties met hun eisenpakket. Ze stellen onder meer voor om 20 tot 25 procent van de Noordzee het jaar rond te sluiten voor bodemberoerende activiteiten en staandwantvisserij (vismethoden waarbij het vistuig stilstaat in het water). Dat is schandalig. Even schaamteloos is dat de overheid serieus overweegt op deze eisen in te gaan.
Oog voor de natuur
Hoe leg je dit uit aan je opvolgers of de opvarenden die voor een toekomst in de visserij hebben gekozen? Duizenden euro’s hebben zij betaald voor hun opleiding en nu willen zij voor hun gezinnen zorgen.
Als we praten over het gemeenschappelijke belang, dan staan vissers en boeren hoog op de maatschappelijke ladder. Zij zorgen immers voor levensbehoefte nummer één: voldoende voedsel. Als de natuurorganisaties roepen dat boeren en vissers geen oog voor de natuur hebben, slaan zij de plank volkomen mis. Juist door hun zorg voor die natuur is er al decennialang voldoende voedsel voor iedereen. Dat wordt bewezen door onze visbestanden; de meeste vissoorten zitten op een veilig of zelfs uitmuntend niveau.
De auteur is visser en bestuurslid van de visserijbelangenstichting Eendracht Maakt Kracht (EMK).