Dienen belangrijker dan dromen, drammen of doen
De provinciale verkiezingen kregen een dramatische wending. Eerst door terreur in een Utrechtse tram. Daarna door politieke escalaties. Het land heeft nu vooral dienaars nodig.
De provinciale campagne ging over dromers, drammers en doeners. Geuzennamen waarmee politici elkaar afwisselend afserveerden en aanprezen. Dromers met fraaie, utopische vergezichten. Drammers, gedreven door een angst voor naderend onheil. Doeners die klaar zijn met denken en dromen, maar snel aan de slag willen. Maakt niet uit waaraan en waarmee, als er maar iets wordt gedáán.
Christenpolitici hebben eveneens zo hun dromen, mogen principieel best weleens drammen en zijn vaak echte, calvinistische doeners. Maar toch mogen christenen ten diepste ”geheel anders” zijn. Naast dromers, drammers en doeners wil ik daarom een lans breken voor een nieuwe categorie. Ons land vraagt om dienaars in de politiek.
Onbaatzuchtig
Dienen staat haaks op onze tijdgeest. In Nederland zijn we gericht op het ontwikkelen en ontplooien van onszelf, op dat wat we zelf vinden en voelen. Een verzameling van erg belangrijke individuen zijn we geworden. Ons binden aan een vakbond of een ander collectief vinden we al gauw ongemakkelijk. Het kost ons al snel te veel om iets gezamenlijks in stand te houden waarvan het persoonlijke voordeel niet direct duidelijk is. Verdienen is meer in zwang dan onbaatzuchtig dienen.
De afgelopen jaren begonnen we in Utrecht onze provinciale fractievergaderingen met een stuk uit de Bijbel over het thema dienstbaarheid. Gods Woord staat vol met prachtige, vaak ook verrassende lessen over dienen. Genesis leert al dat de mens geschapen is om te dienen. De zondeval was een opstand. De mens wilde immers naast God staan. Toch blijft God steeds weer mensen, juist ook leiders en koningen, lessen in dienstbaarheid leren. Jozef was slaaf voordat hij onderkoning kon worden, Mozes moest met een kudde de woestijn in voordat hij Israël mocht leiden. „Dient elkander door de liefde”, is uiteindelijk de oproep van Paulus in Galaten 5.
Een schaapherder is misschien wel het meest kernachtige beeld van dienstbare politiek. Zo’n herder geeft zich helemaal voor zijn kudde schapen. Hij staat vooraan als het spannend wordt. Wanneer er gevaar dreigt of richting gegeven moet worden, gaat de herder voorop. Als de kudde rustig aan het grazen is, houdt de herder overzicht. De boel een beetje bij elkaar houden, is voor een herder dagelijkse kost. Soms is de herder juist achteraan te vinden. Om te zorgen dat de kudde vooruit blijft gaan en ook achterblijvers bij de groep blijven. Een herder is bereid om alles te geven voor zijn kudde.
En wie zou in deze dagen voor Pasen niet denken aan Gods Zoon? Hij kwam als Koning om tegelijk te dienen als een Lam.
Macht
Veel politici zullen hun neus ophalen voor zo’n dienende herder. Liever laten we ons inspireren door klassiekers als ”De Heerser” van Machiavelli. We zoeken de macht om idealen te verwezenlijken. Graag oreren we over een hogere roeping om het goede vaderland te redden van de ondergang. De Bijbel spreekt echter niet over een aards vaderland, de uil van Minerva en frontlinies, maar over schapen en dienaars.
Dromers, drammers en doeners, laten we hen koesteren. We hebben hen allemaal nodig. Maar wat dit land nu vooral nodig heeft, zijn dienaars. Bestuurders die het dienen centraal zetten. Bestuurders die beseffen dat het niet gaat om hun dromen. Bestuurders die niet koste wat kost hun urgente idealen willen doordrammen. Bestuurders die niet lukraak van alles gaan doen, zonder oog te hebben voor wat mensen drijft.
Dienen is een werkwoord. Niet gericht op jezelf, maar gericht op de ander. Dienen gaat niet over het individu, maar over het collectief. Samenleven kan niet zonder elkaar te dienen. Een samenleving kan niet zonder dienende leiders.
De auteur is fractievoorzitter van de ChristenUnie in de Provinciale Staten van Utrecht.