Ben van Oosten: César Franck vraagt rijping
Het complete orgeloeuvre van Widor, Guilmant, Dupré, Lefébure-Wély, Lemmens, Vierne en Saint-Saëns heeft hij opgenomen. Alleen Franck ontbrak bij Ben van Oosten nog in het rijtje. Het is er nu dan toch van gekomen. Volgend weekend presenteert hij in de Saint-Ouen in het Franse Rouen de integrale opname van het orgeloeuvre van César Franck (1822-1890).
Het is een lang proces geweest voor hij eraan toe was, zegt de Haagse organist. „Franck vraagt rijping. Iets wat overigens ook voor Bach geldt.” Franck moet je niet opnemen voor je 60e, zei hij ooit. „Een beetje gekscherend natuurlijk, maar zo voel ik het wel.” Van Oosten ontdekt bij de Franse componist steeds nieuwe dingen. „Met Franck ben je nooit klaar. Zijn muziek is van een expressie die je op zo veel verschillende manieren tot uitdrukking kunt brengen.” Volgens hem zijn veel organisten bij Franck te veel gericht op virtuositeit, en te weinig op rubato en expressie.
Intussen heeft Van Oosten –op zijn 63e– nu de nodige technische en geestelijke bagage opgebouwd. Hij is toe aan Franck. „Ik wil de verborgen schatten in zijn muziek onthullen.” De muziek van bijvoorbeeld Dupré is vooral op de techniek gericht, stelt hij, „maar Franck gaat veel dieper.” Als voorbeeld noemt hij diens Prière opus 20. De ”prières” van andere componisten blijven volgens hem meer aan de oppervlakte. „Ze gaan niet zo diep. Bij die van Franck word ik diep geraakt.”
Vervolgens speelde de vraag op welk orgel hij het oeuvre van Franck op zou nemen. Ook dat werd een lang proces om het juiste instrument te vinden. De Saint-Sulpice in Parijs wilde hij niet, omdat de Franse organist Daniel Roth daar ook Franck opnam. Aanvankelijk dacht Van Oosten niet aan Rouen, waar Cavaillé-Coll in 1890 zijn laatste grote orgel voor de Saint-Ouen bouwde. De Cavaillé-Coll in de Sainte-Clotilde in Parijs, waar Franck ruim dertig jaar organist was, viel sowieso af, omdat het in de loop der jaren drastisch is gewijzigd. Bovendien, stelt Van Oosten, zijn enkele van de grootste werken van Franck, bijvoorbeeld de Grande Pièce Symphonique, voor een groter symfonisch instrument dan dat van de Sainte-Clotilde bedoeld. „Niet voor niets heeft Franck twee keer gesolliciteerd naar een organistenplek met een groter symfonisch orgel.”
Uiteindelijk ging er in Rouen voor Van Oosten toch een wereld open. „Hoewel sommigen menen dat dit instrument niet bij uitstek geschikt is voor Franck, heeft het toch alles in zich om deze muziek van a tot z tot haar recht te laten komen. Het is kleurrijk, heeft poëzie, mystieke kwaliteit en grandeur.”
De Franckintegrale door Van Oosten beslaat vier cd’s, uitgegeven op het Duitse label MDG. Naast de twaalf grote orgelwerken nam de organist ook kleine liturgische orgelstukken op die Franck schreef voor oud-leerlingen. De uitgave wordt gepresenteerd tijdens een excursie van de stichting Vox Humana naar Rouen op 22 en 23 juni.