Senator Van Dijk: Herstel van de staat begint bij de kerk
„Christelijke politiek komt neer op het schrobben van het dek van een zinkend schip.” Dat zei SGP-senator mr. D. J. H. van Dijk woensdag tijdens de jaarlijkse contio voor predikanten van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk op Nieuw Hydepark in Doorn.
De tweedaagse bijeenkomst trok ongeveer 130 predikanten. Na de opening door voorzitter ds. A. J. Mensink sprak het Eerste Kamerlid over de relatie tussen kerk en staat. Van Dijk constateerde in zijn causerie dat christelijke politiek de laatste jaren niet veel bereikt heeft. „Als we de zaak op hoofdlijnen bezien, moeten we vaststellen dat het bestuur van ons land zich alleen maar verder bij God vandaan heeft gemanoeuvreerd.”
De christelijke politiek heeft deze trend volgens hem niet gekeerd. „Ook de deelname van het CDA en de ChristenUnie aan een kabinet zal dit niet doen. Christelijke politiek komt neer op het schrobben van het dek van een zinkend schip. Op het gehele verloop heeft haar inzet nauwelijks invloed. Het bederf zit te diep in de wereld en het lek is te groot.”
Dat bracht hem er niet toe om dan maar van christelijke politiek af te zien. „Het is belangrijk dat christenen blijven participeren in het openbare leven. Zo komt de naam van de Heere God ter sprake in de politiek. Het gaat erom dat God niet wordt verklaard tot het laatste wat Hij ooit voor Zijn wereld zou willen zijn, namelijk een privézaak. Als het gaat om de koers van onze overheid en samenleving moeten God en Zijn Woord expliciet aan de orde komen. ”
Mr. Van Dijk zei dat christenen er in het publieke debat op moeten wijzen dat God niet zonder consequenties genegeerd kan worden. „Als wij de wetten van Gods Koninkrijk breken, breken die wetten ons. Als we kijken naar het geharrewar van de afgelopen jaren in de nationale politiek, geeft dat te denken. Nederland –dat ooit zo verlicht is geweest met het Evangelie– heeft zijn christelijke wortels doorgehakt en geeft zichzelf over aan verwarring en onrust. Zo’n land mist houvast en maakt zich rijp voor de chaos.”
Er bestaat volgens de senator maar één remedie en dat is bekering tot God als land, kerk en individu, allereerst op het persoonlijk vlak. „Het herstel van de staat begint bij het herstel van de kerk en het herstel van de kerk begint bij persoonlijke bekering. Zolang er geen opwekking plaatsvindt in de kerken hoeven we van de overheid geen wonderen te verwachten.”
Evangelisatie is volgens Van Dijk wezenlijk. „Als de geloofsbeleving van reformatorische christenen niet missionair is, kunnen zij niet geloofwaardig aandringen op een christelijke invulling van het politieke bestel. Ons christelijk gehalte wordt niet allereerst bepaald door het verlenen van onze stem aan een christelijke partij, maar door de wijze waarop wij met moslims en andersgelovigen omgaan.” Oproepen vanuit de christelijke politiek richting de overheid om de christelijke religie te handhaven en antichristelijke godsdiensten te weren, zouden gepaard moeten gaan met door de kerken opgezette evangelisatiecampagnes, aldus Van Dijk. „Wij mogen de overheid niet oproepen tot beperkingen voor moskeeën terwijl wij het Evangelie voor moslims achterhouden.” De senator eindigde niet pessimistisch. Hij wees erop dat in ons land het zaad van het Evangelie eeuwenlang gestrooid is. Met een verwijzing naar de christenfilosoof Jean Guitton zei hij dat er zich in de ziel van een volk en van mensen een onderbewuste laag bevindt die veel dieper reikt dan men doorgaans beseft. „Het betekent dat de westerse mens het christelijk geloof niet zomaar van zich af kan schudden.”
’s Middags voerde prof. dr. G. van den Brink, hoogleraar theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, het woord over de actuele betekenis van de pneumatologie (de leer van de Heilige Geest) bij de hervormde theoloog A. A. van Ruler (1908-1970).
Hij constateerde dat er sinds het midden van de twintigste eeuw veel literatuur verschenen is over de Heilige Geest. De inhoud ervan loopt sterk uiteen, van theologen die in hun bespreking van de Geest nauw aansluiten bij de kerk, tot theologen die de Geest verbinden met het gewone leven en de cultuur.
De hoogleraar verwees naar opkomende bewegingen „die zoeken naar meer van de Geest.” Hij noemde het Evangelisch Werkverband, dat hij betitelde als „voorheen mild charismatisch” en „nu pentacostalistisch.” „De gaven van profetie en tongentaal worden de gemeente ingedragen. We moeten ons daarop bezinnen, omdat velen hunkeren naar de vervulling met de Heilige Geest.”
In die bezinning kan Van Ruler een rol spelen. „We kunnen wel een oriëntatiepunt gebruiken.” Als aandachtspunten uit diens werk noemde prof. Van den Brink de nadruk op de Geest in de persoonlijke heilstoe-eigening en de veelvormigheid van het werk van de Geest.
„Herstel van de staat begint bij de kerk”
Eerste Kamerlid mr. D. J. H. van Dijk had woensdag tijdens de predikantencontio waarderende woorden voor de Gereformeerde Bond.
„De Gereformeerde Bond vangt binnen de gereformeerde gezindte de eerste klappen op als het gaat om evolutie, homoseksualiteit, de vrouw in het ambt, het verzuimen van de tweede kerkdienst en de verschuiving rond het Schriftgezag.”
Van Dijk, zelf lid van de Hersteld Hervormde Kerk, voegde eraan toe: „Als het regent bij de Gereformeerde Bond, drupt het in de Hersteld Hervormde Kerk. Ik ben bang dat de meer conservatieve kerken alle fouten gaan herhalen die de meer vooruitstrevende kerken eerder hebben gemaakt.”
De senator stelde voor dat er over en weer meer hervormde en hersteld hervormde predikanten op elkaars kansels voorgaan, ook al zou dat kerkordelijk op moeilijkheden stuiten. „Als Mozes het pad van onze kerkordes had gevolgd, had het volk van Israël nu nog steeds in Egypte gezeten.”