Muziek

Recensie Cor Ardesch: Diepe inkijk in Bach’s orgeloeuvre

Hoe voelde Cor Ardesch zich, de acht jaren dat hij bezig was met het opnemen van alle orgelwerken van Johann Sebastian Bach op het orgel dat Verschueren in 2007 afleverde in Dordrechts Grote Kerk? Ongetwijfeld minstens als eertijds die andere grote Bachliefhebber, Felix Mendelssohn, die na lange Bachstudie op straat liep en alleen nog pedaaltoetsen onder zich ontwaarde.

Piet van de Wege

9 November 2016 09:10Gewijzigd op 16 November 2020 08:22
De Dordtse organist Cor Ardesch.            beeld RD, Anton Dommerholt
De Dordtse organist Cor Ardesch. beeld RD, Anton Dommerholt

De meer dan duizend overgeleverde bladzijden orgelmuziek van Bach vormen een schat van wijsheid, waarheid en schoonheid. In navolging van anderen ondernam Ardesch het titanen-werk om die op cd op te nemen. Studeren deed hij, op de noten én op de onderliggende muzikale en theologische principes, daarbij geholpen door publicaties van auteurs als Kees van Houten, Albert Clement en Albert Schweitzer. De overvloedige, met veel zorg en creativiteit vervaardigde documentatie bij de fraaie 18cd-box legt daar rijkelijk getuigenis van af: per cd –elk als een afzonderlijk concert geprogrammeerd– een boekje met algemene inleiding, toelichting per werk, koraalteksten, alle registraties, de dispositie, prachtig fotowerk en meer. Daarnaast is er een boekje van 79 bladzijden met extra informatie en een werkenoverzicht. Chapeau!

Wat Ardesch niet deed: luisteren naar voorgangers als Beekman, Kooiman en Koopman. Hij erkent de inspiratie door vertolkers als Piet Kee en Wim van Beek, maar streeft naar een eigen geluid. Vanaf de allereerste inzet van Praeludium en Fuga in C BWV 547 tot en met de laatste klanken van hetzelfde werk, acht jaar later nogmaals opgenomen om de ontwikkeling van het orgel te laten horen, dringen de karakteristieken van zijn spel zich aan de luisteraar op: wars van effectbejag, met doordachte natuurlijkheid, evenwichtig, ontspannen en beheerst, maar ook met volop lading en karakter. Tegenover Beekman, kampioen van het soevereine, gepolijste spel, en daardoor toch meer een erfgenaam van het pre-authenticiteitstijdperk, is Ardesch robuuster en expressiever. Die eigenschappen worden benadrukt door de uitstekende opnamen van Aad van der Waal, waarin enerzijds werkelijk elk detail, elke fluistering en knispering van de pijpklank hoorbaar is, maar waarin anderzijds de ruimte met haar vorstelijke akoestiek helemaal meeklinkt. Luisteren is bijna live meemaken.

Feestelijk effect

In de grote vrije werken kiest Ardesch voor transparantie en monumentaliteit boven de overrompelende flonkering en virtuositeit, kenmerken van Ton Koopmans spel. Randstedelijke gejaagdheid en verbetenheid zijn de milde en gewetensvolle Ardesch ten enenmale vreemd – bezonkenheid en gevoel voor dramatiek springen eerder in het oor bij de geboren Achterhoeker, daarin verwantschap tonend met Ewald Kooiman. Zo lijken onder andere de grote e-moll BWV 538, de Es-dur BWV 552 en de C-dur BWV 532 wat bestudeerd en nadrukkelijk voorzichtig en zwaar tot ontplooiing te komen. Maar dat wordt gecompenseerd door een uitgekiende articulatie die hoge tonen uitlicht, waardoor er toch een feestelijk effect ontstaat.

De bijbehorende fuga’s doen de luisteraar telkens naar de rand van de bank schuiven, zeker die van de e-moll, „behorend tot de moeilijkste Bachwerken.” Bijzonder spannend zijn Toccata, adagio en fuga in C BWV 564. Daarin trekt een heftige bui over Dordt, vol „Donner und Blitze”, een bombardement aan klanken. In het Adagio herademt de natuur in achtvoets principalen. Het Grave, in durezzastijl, is vol van wringende dissonanten, waarna een swingende fuga de afsluiting vormt. Meesterlijk! Je kunt van mening verschillen over een accent, een articulatie of een tempokeuze hier en daar – feit is dat Ardesch je onontkoombaar meeneemt in zijn nu eens ontroerende, dan weer meeslepend vrolijk stemmende Bachontdekkingstocht. Nergens wordt die routine. Soms is de frons boven de ogen net iets te diep. Zo is het begin van de Pastorale zwaar aangezet, en zou je de pedaaltoonladders van BWV 532 wat flitsender wensen.

Tekststudie

Waartoe tekststudie kan leiden, bewijst ”Vater unser” BWV 682. In eerste instantie schrik je van het tumult van de bijna absurd felle vulstemmen en kromhoorn, waarin de melodie ten onder dreigt te gaan. Ardesch vertolkt echter geen ootmoedig gebed maar een strijd: de opstandige mens moet leren volgen. De onverwacht sombere kleuren van grondstemmen 16’ en 8’ in ”Jesu, meine Freude” BWV 610 blijken ingegeven door het smachtende verlangen waarvan de tekst rept. Waar in ”Wir Christenleut” BWV 612 in een volledig plenum een stem met hardnekkige sprongen door alt en tenor heen klinkt, betreft het een christenmens „die zonder aflaten en vol vertrouwen” z’n loop neemt.

Uniek is dat alle werken op één instrument gespeeld worden. Is dat een voordeel? Het Verschuerenorgel, als stijlkopie van Silbermann enig in zijn soort in Nederland, is met 2 klavieren en slechts 34 stemmen een bescheiden instrument. Maar wat een karakter en sonoriteit levert ieder afzonderlijk register! De levendige klank is vol nuances. Ardesch kan systematisch „onderregistreren”: geen mixturen in het Concerto in G BWV 592 en zelfs geen tweevoeten – de viervoets octaaf en roerfluit creëren voldoende aangename helderheid, mede dankzij het prachtig getemperde maar trefzekere toucher dat het spel overal kenmerkt.

In het Lento van Sonate VI kunnen Gedackt en Rohr-Flöthe 8’ de dialoog moeiteloos aan. De solo’s met bijvoorbeeld een enkele Quintadehn 8’ (”Schmücke dich”!), Quinta 3 of Rohr-Flöthe 4 zijn onveranderlijk boeiend, en de Canzona BWV 588 krijgt met louter strijkende prestanten een iconische uitvoering. Enig minpunt is de zwakke pedaalbezetting. Door het gemis van meerdere sprekende achtvoeten klinkt dit geregeld aan de diffuse kant.

Behalve een meestercursus registreren en een diepe inkijk in Bachs orgeloeuvre vormt deze immense cd-reeks met ruim twintig uur muziek een prachtig promotieproduct voor Dordrecht. Een stad die het, dankzij orgel en organist, verdient een pelgrimsoord te worden voor aanstormende en gevestigde orgeltalenten – zoals ooit Hamburg en Lübeck dat waren voor Bach en anderen.

corardesch.nl voor luistervoorbeelden


De orgelwerken van Johann Sebastian Bach – Een klankdocument; Cor Ardesch; uitg. Sunray, Amsterdam, 2016; ISBN 978-94-91574-18-4; 18-cd + booklet (80 blz.); € 187,50; bestellen: corardesch.nl


Lees ook

Cor Ardesch rondt in Dordt Bachproject af (RD.nl, 25-08-2016)

Cd-box Bachintegrale Cor Ardesch (RD.nl, 25-08-2016)

Cor Ardesch: Bach én Messiaen in de Dordtse dom (RD.nl, 08-07-2016)

Het volle pond voor de Fantasia in g : Dordtse domorganist Cor Ardesch brengt eerste cd uit van integrale Bach (Reformatorisch Dagblad, 08-01-2008)

Zilveren toon en donderende bassen : Verschueren bouwt Bachorgel voor Grote Kerk Dordrecht (Reformatorisch Dagblad, 24-09-2007)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer