Theologenblog (Sjaak Biewenga): Een groentje onder de groenen
In de kerk en in de theologie vraag ik me weleens af of het allemaal niet wat praktischer kan. Er is veel theoretische doordenking, maar de praktische toepassing zou soms wat sterker uit de verf mogen komen.
Afgelopen week tijdens een rondetafelgesprek over duurzaamheid met vertegenwoordigers uit bedrijfsleven, overheid, religie en wetenschap had ik echter precies het tegenovergestelde gevoel. Prachtig, wat een drive om echt iets aan het klimaatprobleem te doen. Maar iets meer doordenking zou wat mij betreft wel mogen.
Ik schoof aan bij de ”Inspiratietafel Klimaatverandering”, georganiseerd door de Raad van Kerken. Het doel was het bieden van inspiratie en verbinding voor de deelnemers uit verschillende sectoren van de samenleving. De aanleiding: de pauselijke encycliek Laudato Si en de aanstaande klimaattop van de Verenigde Naties in Parijs.
Als vertegenwoordiger van de jongere generatie had ik het voorrecht deel te mogen nemen. Het was een hele belevenis. Tussen al die specialisten voelde ik me maar een groentje op dit gebied.
Wat me opviel, was het bijna grenzeloze geloof in een menselijke oplossing voor het klimaatprobleem. Als wij de urgentie maar ervaren en er met zijn allen vol voor gaan om duurzaam te leven, dan kunnen wij het klimaatprobleem oplossen. De technologische mogelijkheden zijn er. Nu moeten we het gewoon gaan doen!
Maar is dat geloof in eigen kunnen terecht? Ik geloof er eigenlijk niet zo in. Ook als het gaat om onze zorg voor de schepping, moeten we met Paulus bekennen: „Immers, ik besef dat in mij, in mijn eigen natuur, het goede niet aanwezig is. Ik wíl het goede wel, maar het goede doen kan ik niet. Wat ik verlang te doen, het goede, laat ik na; wat ik wil vermijden, het kwade, dat doe ik” (Rom. 7:18-19).
Dit zo gereformeerde besef van eigen onmacht miste ik tijdens de lezingen en gesprekken aan de Inspiratietafel. Dat is jammer, want het kan zeker iets bijdragen aan het debat. Immers, juist het besef dat we alle problemen niet zelf op kunnen lossen geeft een bepaalde rust. Ik kan het niet allemaal oplossen, maar dat hoef ik gelukkig ook niet. Het heil van de wereld ligt namelijk niet in mijn hand.
Dit ontslaat mij niet van de verantwoordelijkheid om een goede rentmeester te zijn van de aarde en duurzaam te leven. Het geeft me echter wel een soort heilige ontspanning. Onze inzet voor de schepping is heel belangrijk. Maar het is niet omdat wij de aarde moeten redden van de vernietiging. Het is om de Schepper te eren. Het is zijn schepping, die wij zo goed als we kunnen mogen onderhouden. Dat mogen we doen op een ontspannen manier, in het vertrouwen dat God zelf de wereld in zijn hand houdt.
Het behoort tot de taak van de theologie om ook deze stem in te brengen in het klimaatdebat. Ik gun het alle duurzaamheidsactivisten dat ze hun werk ontspannen en zonder messiascomplex kunnen doen.
Toch kan ik ook wel jaloers zijn op zo’n radicale inzet. Je kunt er veel van zeggen, maar er gebeurt tenminste wel wat. Er wordt urgentie gevoeld voor het reële probleem van klimaatverandering en men probeert er zo goed mogelijk iets aan te doen. Prediker zei eens: „Doe wat je hand te doen vindt. Doe het met volle inzet” (Pred. 9:10). Dit geldt vandaag zeker ook op het gebied van duurzaamheid.
Als kerk en maatschappij kunnen en moeten we van elkaar leren om zo goed mogelijk om te gaan met de schepping. De Inspiratietafel was daarin een mooie stap. Ik ben geïnspireerd om er verder mee aan de slag te gaan. Met heilige ontspanning en volle inzet.
Dit is een gastblog van Sjaak Biewenga, masterstudent aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Hij houdt zich bezig met het thema duurzaamheid.