De islam: stilmakend raadsel voor theologen
Is Mohammed de antichrist? Waarom bestaat de islam? Eeuwenlang hebben christelijke theologen geworsteld met de beoordeling van de islam. De vragen waren vaak dezelfde, de antwoorden verschilden.
Nog een jaar of twee. Dan is het gebeurd met de islam. Althans, daar was de 18e-eeuwse Mozes Lowman van overtuigd. De theoloog uit de traditie van de Reformatie berekende aan de hand van het Bijbelboek Openbaring dat de macht van de islam zou aflopen als, zoals het visioen van Johannes zegt, de zevende engel zijn schaal leeggiet. Dat moet in de buurt van 2016 zijn, zo becijferde Lowman ruim 250 jaar geleden.
De reformator Maarten Luther deed iets soortgelijks. In zijn tijd lagen de Ottomaanse legers voor de poorten van Wenen, wat de ontwikkeling van een stevige visie op de islam ongetwijfeld bespoedigde. Luther was ervan overtuigd dat ze op relatief korte termijn verslagen zouden worden. Op grond van ingewikkelde berekeningen aan de hand van de Bijbelboeken Daniël en Openbaring voorspelde hij in april 1538 „dat de Turk nog 20 jaren zal regeren.” Uiteindelijk zou het Ottomaanse Rijk, in steeds zwakkere vorm, het nog volhouden tot in de twintigste eeuw.
Grote dwaling
Lowman en Luther zijn slechts enkele bewijzen dat christenen al eeuwenlang, met meer of minder succes, bezig zijn met een theologische doordenking van de uitdagingen van de islam. In de pakweg veertien eeuwen die sinds Mohammed zijn verstreken, hebben honderden theologen hun zienswijze op de islam op schrift gesteld.
Steeds weer duikt daarbij een kernvraag op: hoe kan het dat er 600 jaar na de komst van Christus opnieuw een grote wereldreligie opstaat? En nog wel één die op veel terreinen schatplichtig is aan de Bijbel? Waarom wordt deze grote dwaling, die haar miljoenen verslaat, nergens duidelijk aangekondigd in Gods Woord?
Het zijn indringende vragen waaraan de kerk niet te snel voorbij moet gaan. Althans, dat vond de zendingswetenschapper en islamexpert prof. dr. Hendrik Kraemer, die in 1965 overleed. De kerk moet proberen om het wezen van de islam te peilen, schreef hij. Misschien wel de grootste fout van de kerk als het om de islam gaat, is „dat de islam haar veel te uitsluitend een ergernis, en veel te weinig een raadsel, een stilmakend raadsel, is geworden.”
Bazuinen
Doorgaans hebben theologen geprobeerd het raadsel op te lossen met een beroep op de Bijbelboeken Daniël en Openbaring, zoals ook Lowman en Luther probeerden. Veel verklaarders lezen de opkomst van de islam terug in het visioen van Johannes waarin engelen met bazuinen en schalen tal van oordelen aankondigen.
Maar daarmee is er nog niets gezegd over het waarom van de islam. Waarom laat God toe dat er een grote godsdienst ontstaat die veel dingen deelt met het christelijk geloof maar tegelijk de kern ervan glashard ontkent?
De antwoorden die de achterliggende eeuwen op die vraag zijn gegeven, kunnen grofweg in drie categorieën worden ingedeeld. Het eerste antwoord gaat ervan uit dat God in Zijn wijsheid de islam heeft gestuurd om het Oosten niet te laten verzinken in polytheïsme. De islam is dus de redder van het monotheïsme geweest voor het oostelijk deel van de wereld.
Ook een grote denker als Abraham Kuyper gaat deels in dit antwoord mee. Hij ziet voor de islam een „wereldroeping” weggelegd om „een bolwerk tegenover het heidendom” te vormen – al is Kuyper tegelijk zeer doordrongen van de noodzaak van zending onder moslims.
Een tweede categorie antwoorden stelt dat de islam gezonden is als spiegel voor christenen die denken dat ze God in hun zak hebben. God is echter altijd groter en werkt ook in de wereld van de islam, zeiden bijvoorbeeld diverse theologen van rooms-katholieken huize.
Dat was ook de overtuiging van de protestantse Petrus Hofstede de Groot, die rond 1840 directeur was van het Nederlandsche Zendelinggenootschap. Hij ging zelfs zo ver dat hij de islam voor oosterlingen simpelweg geschikter achtte dan het christelijk geloof.
Ten slotte is er de eeuwen door een categorie theologen geweest die er vooral de nadruk op heeft gelegd dat de islam door God is gestuurd als straf op het verval in de kerk – en dan met name de kerk in het Oosten. Toen de christenen in het Oosten overmoedig werden, „kwam de lasterlijke Mohammed met zijn Koran”, schrijft bijvoorbeeld Maarten Luther in de hem kenmerkende felle stijl. „Van die tijd af hebben zij de Schriften laten varen en hebben ze de duivel Mohammed aanbeden.”
Twee antichristen
In veel kerken die uit de Reformatie voortkomen, is deze denklijn eeuwenlang gemeengoed geweest. De conclusie was vaak dat er twee antichristen zijn: de paus van Rome voor de westerse kerk en Mohammed voor de oosterse kerk. Ook Johannes Calvijn denkt in die richting. Hij noemt de „Turk” en de paus „twee horens van de antichrist.”
Officiële kerkelijke documenten van deze tijd zijn voorzichter met het gebruik van stevige woorden zoals antichrist, maar putten soms toch expliciet uit de traditie van de (Nadere) Reformatie. Zo stellen de Gereformeerde Gemeenten in een in 2006 door het deputaatschap evangelisatie uitgegeven boekje dat de islam „een ontkenning is van de ware God en een bederf van de leer van het verbond”, waarmee de opstellers aansluiten bij de visie van de nadere reformator Gisbertus Voetius.
Ook de Protestantse Kerk in Nederland kiest voor een klassieke lijn in haar zogenoemde islamnota, die in 2010 voor het eerst door de synode werd besproken. De islam valt, aldus die nota, weliswaar niet buiten Gods aanwezigheid, maar kan nooit een tweede weg tot het heil zijn.
Die constatering voert haast automatisch naar een conclusie die in de dagen van de Reformatie niet altijd op de voorgrond stond: als de islam geen tweede weg tot het heil is, maakt dat evangelisatie onder moslims tot een kwestie van het grootste belang. Waarbij de kerk vandaag de dag het voordeel heeft dat ze daarvoor niet langer, zoals voorheen, ver weg hoeft. Mohammed woont tegenwoordig om de hoek.
Maiwand al-Afghani: Ex-moslim is als kankergezwel
Naam: Shabir Burhani, beter bekend als Maiwand al-Afghani
Leeftijd: 22 jaar
Woonplaats: Leiden
Beroep: student bestuurskunde
„Ik ben in de Afghaanse hoofdstad Kabul geboren. Mijn ouders vluchtten naar Nederland. In 1998 kwamen ook mijn broer en ik hierheen. Ik word salafist genoemd, iemand die heel streng is. Die naam wijs ik niet af, want een salafist is iemand die de vrome voorgangers navolgt. Maar allereerst ben ik moslim; iemand met een bepaalde overtuiging waarvan ik geloof dat het de enige juiste is. Ik heb ook andere stromingen en ideologieën bestudeerd, zowel binnen als buiten de islam. Maar rationeel ben ik ervan overtuigd dat mijn geloof het dichtst bij de werkelijkheid komt.
Dat betekent ook dat ik een voorstander ben van de sharia en de jihad. Dat is zeer vanzelfsprekend. Het gaat er echter om hoe die begrippen uitgelegd worden. Heel veel dingen van de sharia zijn ook voor joden en christenen vanzelfsprekend. De besnijdenis bijvoorbeeld is onderdeel van de sharia, net als dat voor joden zo is.
Door alles wat er in het Midden-Oosten gebeurt staat de islam in een kwaad daglicht. Maar ik heb begrip voor mensen die naar de Islamitische Staat vertrekken. Zelf ga ik niet; mijn taak is om hier de sharia na te streven – op vreedzame wijze. Maar zodra alle moedjahedien met elkaar samenwerken, is het zelfs verplicht om te emigreren. Dan krijg je ”dar al-islam” versus ”dar al-kufr”, het huis van de islam tegenover het huis van de ongelovigen. Uiteindelijk zal dat ideaal bereikt worden. Het is een proces dat nu al gaande is. De Islamitische Staat is iets heel groots. Moge Allah de mensen van IS leiden.
Veel verhalen die de media over IS vertellen, kloppen niet. Ik vraag me af of er bijvoorbeeld in Mosul mensen vermoord worden omdat ze christen zijn. Maar stel dat het zo zou zijn, waarom betalen ze de jizya, de belasting voor andersgelovigen, dan niet? Dan zouden ze bescherming krijgen van de staat.
Er zijn daarnaast ook enkele afvalligen van de islam; mensen die bijvoorbeeld moslim waren en christen zijn geworden. Sommigen worden christen omdat ze gehersenspoeld zijn, anderen hebben mankementen in hun brein. Hen moeten we terughalen naar de ware religie. Zelfs al zou er geen sprake zijn van dwang of wat dan ook, dan nog is er iets mis en wordt hij verleid door de sjaitan – de duivel.
Ik weet dat veel geleerden in de islam hebben gezegd dat de straf op afvalligheid de dood is. Dat is een feit, al kan die straf niet zomaar worden uitgevoerd. Eerst moet iemand de gelegenheid krijgen om kennis op te doen. In de Islamitische Staat zou hij bijvoorbeeld naar een rechtbank gebracht moeten worden. Dan krijgt hij drie dagen om berouw te tonen.
Als de doodstraf wordt toegepast, is dat omdat zo’n veroordeelde christen als een tumor is. Als je kanker hebt, probeer je de tumor te verwijderen zodat niet het hele lichaam wordt aangetast. Je moet het zien als een chirurgische ingreep, zodat de rest van de samenleving niet wordt geïnfecteerd door afvalligheid. Maar in een ideale islamitische staat zou afvalligheid bijna niet voorkomen, daar ben ik van overtuigd. Iemand met gezond verstand zou de islam nooit de rug toekeren.”