Kerk & religie

Isa is de Zaligmaker niet

Christenen maken zich in deze adventsweken op voor de herdenking van de komst van Gods Zoon, de Zaligmaker, naar deze aarde. Hoe kijken moslims tegen Hem aan?

A. de Heer
10 December 2014 19:43Gewijzigd op 15 November 2020 15:04
Beeld RD, Anton Dommerholt
Beeld RD, Anton Dommerholt

De woorden op de rand van de gouden Rotskoepel in Jeruzalem –wel hét symbool van de superioriteit van de islam genoemd– liegen er niet om: „Allah hééft geen zoon!” De Koran zelf zegt het zo mogelijk nog duidelijker. In soera (hoofdstuk) 4:171 bijvoorbeeld:

O lieden van de Schrift (= christenen)

overschrijdt in uw godsdienst

niet de grenzen

en zegt niets anders over God

dan het wezenlijke.

Immers de Masih (= Messias)

Isa (= Jezus), de zoon van Maryam (= Maria)

is slechts de boodschapper van God

en Zijn Woord

dat Hij geworpen heeft op Maryam

en een Geest van Hem.

Gelooft dan in God

En Zijn boodschappers.

En zegt niet:

Drie.

Houdt daarmede op

dat is beter voor u.

Immers God is een enig god

vér is het van Zijn lofprijzing

dat Hij kinderen zou hebben.

Aan Hem behoort wat in de hemelen is

en wat op de aarde is.

God is voldoende als zaakbezorger.

Één misverstand wil ds. De Vries, predikant van de gereformeerde kerk vrijgemaakt in het Groningse Bedum, wel meteen uit de weg ruimen. „Onder moslims is er geen enkele twijfel over de maagdelijke geboorte van Jezus, Isa. Wat je onder christenen –de vrijzinnigheid– dus wel aantreft, zul je bij moslims niet gauw vinden. Isa is de zoon van de máágd Maryam, heeft dus geen aardse vader.”

Maar daarmee is ook alles wel gezegd. Ds. De Vries: „Jezus heeft in de islam de functie van Johannes de Doper, Zijn voorloper. Jezus is gekomen om dé blijde boodschap, de komst van Mohammed, aan te kondigen. Het is om die reden dat moslims Isa als een groot profeet zien, een heel groot profeet.”

Functioneert hij zo ook voor hen?

„Ja. Maar juist omdat hij zo hoog gewaardeerd wordt, zeggen moslims: Beledig hem niet door hem in de mond te leggen dat hij beweerd heeft dat hij Gods Zoon is. En gekruisigd is Isa evenmin: hoe zou God ooit hebben kunnen toestaan dat zo’n grote profeet door de Joden werd gekruisigd?

Je ziet bij moslims een –zoals de missioloog J. Verkuyl het heeft genoemd– oververhit monotheïsme. Paulus zegt in 1 Korinthe 2 dat hij zich niet heeft voorgenomen „iets te weten onder u dan Jezus Christus, en Die gekruisigd.” Moslims zouden hier zeggen: ...dan Allah die volstrekt één is. Want er is geen God dan Allah.” De Koran maant christenen ook geen „genoten” aan God toe te schrijven.”

Welke theologische gevolgen heeft een en ander?

„Wat je hier ziet, is dat islam en christendom elkaar in het hart raken. De islamitische kritiek op het christendom is een aanval op het hart van het christendom – een hartaanval zeg maar. Omgekeerd geldt hetzelfde.

Deze constatering helpt trouwens om het gesprek met moslims direct op het juiste niveau te voeren: „Ik begrijp dat jij je door wat ik zeg geraakt voelt. Maar probeer jij dan ook te begrijpen dat voor mij hetzelfde geldt.” Op die manier draai je ook niet om elkaar heen, wat in de dialoog tussen christenen en moslims nogal eens gebeurt.”

„Wat ik vaak zie”, zei de hervormde theoloog dr. Sam Janse eens, „is dat de islamitische gesprekspartner gelooft in Allah en zijn profeet Mohammed en dat de christen gelooft in de dialoog.”

„Ik begrijp wat hij bedoelt. Christenen, zeker vrijzinnige christenen, hebben nogal eens de neiging in de dialoog op zoek te gaan naar een soort grootste gemene deler als einddoel. Bij moslims gaat het om iets anders: wanneer we het erover eens zijn dat er één godheid is, kunnen christenen vervolgens de stap naar de islam zetten.”

Ds. De Vries is nog maar ruim een jaar aan Bedum verbonden. Daarvoor was hij, namens de stichting Missionaire Arbeid Rijnmond, meer dan dertien jaar werkzaam onder moslims in Rotterdam. Hier stond hij onder meer aan de wieg van Het Kruispunt, een centrum dat zich met name richt op de ontmoeting met moslims.

Leverde de naam nooit problemen op?

„We wilden met de naam Het Kruispunt twee dingen uitdrukken. Één: dat we streefden naar ontmoeting, gesprek, op een kruispunt van wegen. Als tweede verwijst de naam natuurlijk naar het kruis van Christus. De link naar onze website doet zelfs heel pregnant: hetkruis.org, het kruis-punt-org dus. Zo van: daar gaan we niet achter.

Tot weerstand heeft dat nooit geleid. Eerder merkte je dat het moslims weleens verrastte. Ze waarderen het als christenen voor hun overtuiging uitkomen én blijkbaar ook nog open, gastvrij kunnen zijn.

Overigens hanteerden we bij deze gesprekken, groepsgesprekken doorgaans, wel bepaalde spelregels – op de site zijn ze nog steeds te vinden . Een bijpassende werkvorm was: reageer nooit op de ander voordat je hebt samengevat wat die zojuist heeft gezegd én dit een correcte samenvatting blijkt te zijn. Anders dreigt heel snel het gevaar dat de ander zich helemaal niet herkent in wat je over hem zegt.”

Je kunt je voorstellen dat aan de gesprekken alleen een bepaalde selectie moslims deelnam.

„Natuurlijk trek je vooral mensen van een bepaald intellectueel niveau. Maar er kwamen toch moslims uit de volle breedte, van Salafisten tot Ahmadiyya’s, een aparte stroming binnen de islam.”

Rijke jongeling

De islam oefent op nogal wat (jonge) Europeanen een zekere aantrekkingskracht uit, constateert ds. De Vries. „Vaak op meisjes die verkering krijgen met een moslimjongen.” Het heeft onder meer te maken met de logica die deze godsdienst kenmerkt, stelt hij vast, de „klip- en klare regels”, de gemeenschapszin ook.

„In wezen”, zegt de predikant, „is de islam een religie voor, zeg maar, de rijke jongeling. Je kunt verdienen, punten scoren. Ik herinner me een gesprek met een Turkse man. Hij deed er alles aan om zijn behoud te verdienen. Moest hij ’s nachts naar de wc, dan maakte hij van de gelegenheid gebruik om een aantal gebeden op te zeggen. Maar zeker van zijn behoud was hij niet, zou hij ook niet worden, zei hij. Ik moest erg denken aan wat Jezus ons voorthoudt over de rijke jongeling: verdrietig keek Hij hem na toen hij wegliep.”

Waarbij het weer te kort door de bocht is om te zeggen dat moslims „niet van genade willen leven”, geeft ds. De Vries aan. „Zij voelen zich diep afhankelijk van de barmhartigheid van Allah. Maar dat is niet hetzelfde als de genade in Christus. De enige troost, waarover de Heidelbergse Catechismus spreekt, kennen ze niet.

Wat trouwens de catechismus betreft: als ik in mijn werk in Rotterdam ook iets gemerkt heb, is hoe waardevol de belijdenisgeschriften zijn. Neem Zondag 1 en 23, maar ook Zondag 24 en 32, over de goede werken. Of ze ervoor geschréven waren.”


Ds. Rentier: Islam heeft zich ontwikkeld als alternatief voor het kruis van Christus.

Hij is inmiddels zo’n twintig jaar in dienst als directeur van de interkerkelijke stichting Evangelie & Moslims, die kantoor houdt in Amersfoort. In die hoedanigheid ontmoette ds. C. W. (Cees) Rentier tal van moslims en zag hij zo’n beetje een derde van de –ruim 450– Nederlandse moskeeën vanbinnen. Vier vragen aan de predikant.

Hoe verklaart u dat de islam zóveel moeite heeft met Jezus als Gods Zoon dat, bijvoorbeeld, de Rotskoepel in Jeruzalem vermeldt dat Allah géén zoon heeft?

„In Mekka, waar Mohammed woonde, werd hij aangesproken door wat hij van joden en christenen hoorde: dat er maar één God is, Die hemel en aarde geschapen heeft en Die ons aan het eind van de wereld zal oordelen. Dit begon Mohammed ook uit te dragen.

Van de veelgodendienaars in de stad kreeg hij vervolgens de vraag wat nu het verschil was tussen hem en hen. Zij vereerden drie godendochters; Mohammed zou net als christenen een godenzoon vereren. Zo’n vreemd verwijt was dat trouwens niet: de verering van Maria was in die tijd sterk onder veel christenen. De Bijbel was ook nog niet in het Arabisch vertaald. Mensen konden daarom al snel denken dat christenen in een godenfamilie geloofden.

In reactie daarop benadrukte Mohammed dat God geen zoon heeft. Dat lezen we een heel aantal keren in de Koran – en niet alleen in de Rotskoepel in Jeruzalem, maar in tal van moskeeën. Als christenen kunnen we er in zekere zin ook mee instemmen: er ís geen godenfamilie en God heeft bij Maria geen zoon verwekt in seksuéle zin.

Na Mohammeds dood leerden moslimtheologen de Bijbel weliswaar beter kennen, maar namen zij heel bewust afstand van de leer van Gods drie-eenheid. Niet alleen omdat die volgens moslims strijdig is met de eenheid van God, maar ook omdat de gedachte dat God onze schande en zonde op Zich heeft genomen botste met de leefwijze en boodschap van Mohammed. De islam gaat uit van de goedheid van de mens. God accepteert volgens de islam dat mensen niet perfect zijn. Zolang je je maar serieus inspant om het goede te doen en berouw hebt over je fouten, ziet Hij je zonden graag door de vingers. Zonde is geen slavernij, zoals de Bijbel zegt. Er is geen Verlosser en Middelaar nodig. En de islam ontkent niet alleen de noodzaak, maar zelfs het feit van Jezus’ kruisiging. De islam heeft zich ontwikkeld als een alternatief voor het kruis van Christus.”

Uw stichting heet ”Evangelie & Moslims”. Hoe valt deze naam in gesprekken met moslims?

„Wij benadrukken dat we niet willen praten vanuit een „jullie” (moslims) en „wij” (christenen), maar dat God met het Evangelie ons allen aanspreekt. Moslims worden opgevoed met wantrouwen ten opzichte van het Evangelie. Wij nodigen hen uit dit toch serieus te lezen en God te vragen of Hij hun duidelijk maakt of Hij is zoals het Evangelie het zegt.

Veel moslims respecteren onze insteek, onze naam en doelstelling. Zij voelen zich serieus genomen als we ingaan op de kern van hun geloof.”

Waarin zit ’m de aantrekkingskracht van de islam, ook op (jonge) christenen? En andersom: waarom zou een moslim christen worden?

„De islam gaat, zoals gezegd, uit van de goedheid van de mens. Het komt erop aan wat je doet en God blijft op zekere afstand. Dat spreekt westerse mensen aan.

Toch zijn er steeds weer moslims die daar geen vrede in vinden. Die gegrepen worden door de liefde van God en rust vinden in de boodschap van Jezus dat Hij hun zonden gedragen heeft aan het kruis van Golgotha. Zonder geloof in het Evangelie van Jezus Christus kunnen we ook niet met God worden verzoend. Onze godsdienstigheid schiet tekort tegenover Gods heiligheid. Alleen als God Zelf naar ons toekomt en ons leven vernieuwt, komt het goed.”

Kunt u een ontmoeting met een moslim noemen die u is bijgebleven?

„Ik denk aan een man met wie ik vaak had gesproken. Op een gegeven moment vroeg hij: „Hoe kan ik nu weten of de islam waar is of het Evangelie?” Ik zei: „Dat zul je aan God Zelf moeten vragen. Bidt tot Jezus of Hij het je laat zien.” Toen zei hij: „Dat heb ik al zo vaak gevraagd, maar Hij heeft geen antwoord gegeven.” Waarop ik zei: „Waar wat heb je dan gebeden: „Jezus, ik zou weleens willen weten of... en dan zal ik kijken wat ik doe”? Of: „Jezus, als U bent zoals het Evangelie zegt, geef ik mijn leven aan U over”? Toen was hij even stil. Maar vervolgens zei hij: „Ik begrijp wat je bedoelt, maar dat wil ik nog niet bidden.”

Uiteindelijk gaat het niet om argumenten, maar om overgave aan God. Je ziet die worsteling soms van vlakbij. En je pleit, als vriend van de Bruidegom, je bidt voor hen. Maar alleen Hij Zelf kan hun hart winnen. En alleen om Hemzelf moet het gaan.”


Tiep tips

Zowel ds. De Vries als ds. Rentier heeft intussen jarenlang ervaring in het werken onder moslims. Tien tips van hun hand.

  1. Zie een persoon voor je, Yousef, of Chadidja; niet een moslim.

  2. Spreek niet in termen van jullie en wij. Spreek zelf steeds vanuit het christelijke geloof over „wij mensen tegenover God.” Waardeer ook wat goed is bij moslims, zoals Paulus dat in Romeinen 10:2 doet („dat zij een ijver tot God hebben, maar niet met verstand”).

  3. Zoek je kracht in het uitdragen van het Evangelie, niet in het bekritiseren van de islam. Gebruik de Koran ook niet voor je eigen argumenten, tenzij je zelf een islamitische achtergrond hebt.

  4. Zoek niet naar overeenkomsten, zeg ook niet: „De islam is dit of dat.” Grote kans dat de moslim zich daar niet in herkent. Houd in je uitleg van het Evangelie rekening met vragen en bezwaren van moslims, maar laat je niet uit het veld slaan. Het christelijk geloof léért niet dat drie keer één, één is. Christenen hebben geen probleem omdat zij de Drie-eenheid leren.

  5. Verwacht niet teveel van redelijke argumenten. Focus meer op de feiten zoals de Bijbel die weergeeft als het gaat om wat God heeft gedaan en gezegd. Laat, vanuit je hart, iets voelen van de rijkdom van het christelijk geloof.

  6. Begin niet met het aanbieden van lectuur, maar met het mondeling doorgeven van concrete Bijbelverzen die passen bij de situatie.

  7. Stimuleer het lezen van de Bijbel. Heel nuttig kan ook het samen lezen van Bijbelse geschiedenisse zijn, dan krijgt de ‘leer’ een gezicht.

  8. Bid vrijmoedig voor en met hen, maar doe dat zoals je gewend bent: om Jezus’ wil. Moslims hebben daar meestal geen bezwaar tegen, maar waarderen het juist.

  9. Nodig een moslim gerust uit mee te gaan naar een kerkdienst.

  10. Spreek vriendelijk maar beslist – lees wat Paulus schrijft in Kolossenzen 4:6. Heb geduld en volhard al biddend.


Hanna Kohlbrugge: Koran hoort in boekenkast van elke predikant

Iemand die zich vanuit christelijk perspectief grondig met de islam heeft beziggehouden, is de in 1999 overleden prof. dr. Hanna Kohlbrugge, hoogleraar Iraanse taal- en letterkunde aan de Universiteit Utrecht. In 2001 verscheen bij uitgeverij Boekencentrum een selectie uit haar werk, bijeengebracht door haar zus dr. Hebe Kohlbrugge. In dit boek, getiteld ”De Islam aan de deur. Op zoek naar een antwoord”, is ook een lezing opgenomen die zij eens hield voor de Confessionele Vereniging in de Nederlandse Hervormde Kerk. Hierin ging prof. Kohlbrugge in op de vraag of Allah een „nevenweg naast Christus” is, een vraag die zij ontkennend beantwoordt. Ze besluit haar referaat als volgt:

„De Islam is als een gezwel; wordt het niet weggesneden, dan breidt het zich uit, zoals zich ook bij ons in de kerk mede tengevolge van onze verwaarlozing van de Islam slordige omgang met de Bijbel, veronachtzaming van hetgeen ons niet zint en een toenemende belangstelling voor een soort algemene religie buiten Christus om uitbreidt.

De uitkomst is dan polarisatie en geestelijke ontreddering, net als in de Islam.

Daarom hoort de Koran in de boekenkast van elke predikant, niet als een ongebruikt sieraad, maar om te leren verstaan uit welke diepten van ellenden wij zijn verlost.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer