Opinie

De kracht van de natiestaat

Is de natiestaat terug van weggeweest? Of is hij eigenlijk nooit weg geweest? Hooguit bij een verlichte elite die de band met het volk verloren had. Wel hebben staatsgrenzen in de huidige tijd minder betekenis. En wanneer kunnen we spreken van een natie?

Dr. C. S. L. Janse
10 February 2014 22:02Gewijzigd op 15 November 2020 08:45
beeld ANP
beeld ANP

Nationalisme was in de moderne geschiedenis een belangrijke kracht. Zo werden er in de 19e eeuw oorlogen gevoerd om de Duitse en de Italiaanse eenheid tot stand te brengen. Botsend nationalisme veroorzaakte de Eerste Wereldoorlog, dit jaar een eeuw geleden.

Die oorlog maakte een eind aan het multinationale Oostenrijk-Hongarije, dat alleen door de Habsburgse dynastie bijeen gehouden werd. Volgens velen paste zo’n staat niet meer in de moderne tijd. Dat was een volkerengevangenis. De Amerikaanse president Wilson was de oorlog ingegaan met de belofte van het zelfbeschikkingsrecht der volken.

Nieuwe natiestaten

Zo leidde de Eerste Wereldoorlog tot het ontstaan van tal van nieuwe natiestaten. Soms mocht de bevolking in de grensgebieden zelf kiezen tot welke staat ze wilde behoren. Dat experiment is bij mijn weten nooit meer herhaald. Want hoe moet je op een bevredigende manier de grens trekken wanneer, zoals in Opper-Silezië, de steden in meerderheid voor Duitsland kozen en het omliggende platteland in meerderheid voor Polen?

Hitlers poging om revanche te nemen, liep uit op de Tweede Wereldoorlog. Die eindigde voor Duitsland nog dramatischer dan de Eerste. Duitsland werd verdeeld in een democratisch en een communistisch deel. Ook Europa onderging dat lot.

De herinnering aan twee bloedige wereldoorlogen en een langdurige economische crisis en de aanwezigheid van een Russische troepenmacht in het hart van Europa, stimuleerde het idee van Europese integratie. In 1958 kwam de Europese Economische Gemeenschap tot stand als samenwerkingsverband van zes West- en Zuid-Europese landen, waaronder Nederland. Inmiddels uitgegroeid tot de EU met 28 lidstaten. Dat is, op Rusland na, vrijwel het hele Europese continent.

Geen Europese natie

Toch lijkt, ondanks dit succes, de Europese gedachte op haar retour. Slechts weinigen pleiten nog voor een federaal Europa. Brussel is voor velen de grote boosdoener. De euro was kennelijk een lichtvaardig besluit. Bij de komende verkiezingen voor het Europees Parlement wordt verwacht dat anti-Europapartijen forse winst zullen boeken.

Er bestaat immers geen Europese natie, zo wordt van verschillende kanten betoogd. Mensen voelen zich nog steeds Nederlander, Duitser, Italiaan, Pool of wat het verloop van de Europese geschiedenis nog meer aan nationaliteiten heeft opgeleverd.

In het parlement is het Wilders die voortdurend op dit aambeeld slaat. Maar ook SP, SGP en ChristenUnie hebben, vanuit hun eigen invalshoeken, forse bedenkingen bij het Europese project. Buiten het parlement ontpopt de jonge historicus en jurist Thierry Baudet zich als fervent verdediger van de natiestaat en scherp criticus van allerlei supranationale regelingen.

Zo was hij een van de drijvende krachten achter het burgerinitiatief dat aandrong op een referendum bij verdere overdracht van bevoegdheden aan Europa. Terecht wees de Tweede Kamer dat vorige maand af. De politieke besluitvorming in Nederland wordt niet bepaald door referenda.

Wat is in het heden de betekenis en waarde van de natiestaat? Wat is een natie? Kenmerkend voor een natie is een besef van onderlinge lotsverbondenheid, gebaseerd op een gemeenschappelijke geschiedenis. Binnen een natie spreekt men dezelfde taal. Vroeger kenmerkte een natie zich veelal ook door een gemeenschappelijke godsdienst. Een gerespecteerd koningshuis dat al eeuwenlang regeert, draagt ook bij aan het nationaal besef. De vorst is immers het symbool van de natie.

Verder geldt dat natie een nogal subjectief begrip is. Men is een natie in zoverre men zich een natie voelt. Bestaat er een Schotse natie en voelt iedereen die in Schotland uit Schotse ouders geboren is, zich daar deel van? Het referendum dat dit najaar in Schotland gehouden wordt, zal daar meer duidelijkheid over geven.

Meerderheidsregel

Nu geldt in een democratisch bestel de meerderheidsregel. Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. Het is dan van groot belang dat de minderheid die besluiten accepteert. Dat zij loyaal haar verlies neemt. In een natiestaat zal dat eerder het geval zijn dan in een staat met een veel heterogenere bevolking. Daar is weinig wat de burgers bindt. Voor de Basken hebben besluiten van het Spaanse parlement geen legitimiteit. In vrijwel alle Afrikaanse landen zijn de stamloyaliteiten veel belangrijker dan de loyaliteit aan de staat die nog maar een halve eeuw bestaat en gevormd is op basis van vroegere koloniale grenzen.

Evenzo geldt dat inkomensoverdrachten binnen een natiestaat gemakkelijker tot stand komen en eerder als legitiem ervaren worden, dan binnen een veel groter verband waarin veel minder onderlinge solidariteit bestaat. Waarom zou ons belastinggeld besteed moeten worden voor mensen ver weg, die wij niet kennen, die we niet kunnen verstaan en met wie we ons niet verbonden voelen? Tijdens de eurocrisis was dit een breed gedragen gevoelen, waar politici wel degelijk rekening mee moesten houden, zo zij die gedachte ook zelf niet onderschreven.

Anno 2014 is echter het probleem van de natiestaat dat veel zaken inmiddels grensoverschrijdend zijn. In de ene sector en de ene bedrijfstak wat meer dan in de andere, maar dat het zo is, is onmiskenbaar. Dat is ook moeilijk terug te draaien.

De SGP is vanouds een partij die kritisch, om niet te zeggen afwijzend staat ten opzichte van Europa. Maar als Van der Staaij vorige week op de opiniepagina van het RD bepleit om het vuurwerkgeweld aan te pakken, is een onderdeel van zijn aanpak dat op Europees niveau de regels moeten worden aangescherpt. We maken nu eenmaal het vuurwerk niet zelf.

Buitengesloten

Niettemin is het natiebesef nog steeds van wezenlijk belang. Veel politici hebben dat in hun enthousiasme voor Europa onderschat. Toch is het wel aan slijtage onderhevig. Nationale grenzen betekenen, zeker voor jongeren, minder dan voor voorgaande generaties het geval was. Nationale symbolen zoals vlag, volkslied en koningshuis hebben minder gevoelswaarde dan vroeger. Het leger wordt niet meer ingezet ter verdediging van het vaderland, maar voor orde- en vredebrengende acties elders ter wereld.

Topsport is tegenwoordig een belangrijke factor die de natie samenbindt. Bij de Olympische Spelen treden sporters op in een nationale ploeg en niet in Europees verband. EK en WK voetbal roepen een nog veel sterker Oranjegevoel op.

Maar wie dat (terecht) allemaal niet mee kan maken, voelt zich op die momenten veeleer buitengesloten. Juist gereformeerden, die zich vanouds sterk verbonden wisten met de Nederlandse natie en haar onstaansgeschiedenis, voelen zich steeds meer onterfd.

Bij hen was de liefde voor het Oranjehuis duidelijk aanwezig. De drieslag God, Nederland en Oranje had voor hen betekenis. Recent wees Van Lieburg er op dat het koningshuis wel mee moet gaan met de secularisatie om te kunnen blijven functioneren. Die ontwikkeling is al duidelijk aan te wijzen. Op het afscheidsfeest voor oud-koningin Beatrix, vorige week zaterdag, was er niets dat verwees naar de christelijke traditie. Ook het Wilhelmus paste daar kennelijk niet in.

In de discussie over Europa zijn de Nederlandse natie en de Nederlandse natiestaat voor ons wel degelijk van betekenis. Maar het is helaas niet meer de natie waarmee we ons vanouds verbonden voelden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer