Tijd voor economische bezinning
De donkere dagen eind december zijn voor velen een tijd van bezinning. Wat is er het afgelopen jaar gepasseerd, waar staan we nu en wat brengt ons het nieuwe jaar?
Voor economen is dat niet anders. Laten we aan de vooravond van 2013 nog eens omzien en vooruitkijken. Economisch staan we er aanzienlijk slechter voor dan een jaar geleden was voorzien, zoals ook de recente ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) aangeven. De economie is zo goed als zeker weer in een recessie beland en niet verder hersteld, in tegenstelling tot wat we vorig jaar rond deze tijd hadden voorspeld. De economische activiteit ligt daarmee ongeveer op hetzelfde niveau als een jaar geleden. De werkloosheid stijgt, huizenprijzen dalen en vertrouwensindicatoren staan nog steeds in de min. Het begrotingstekort komt volgend jaar waarschijnlijk alsnog boven de 3 procent uit, wat leidt tot een discussie over extra bezuinigingen. En dat terwijl alleen volgend jaar al 15 miljard euro aan bezuinigingen en lastenverzwaringen staan gepland. We hebben daardoor met zijn allen minder te besteden en de voortdurende economische en politieke onzekerheid verleidt consumenten ook niet tot extra uitgaven. Dat betekent dat de consumptieve bestedingen ook volgend jaar zullen dalen.
Het is een verhaal waar veel mensen geen warme gedachten bij krijgen. En dat is ook de teneur in de media: het gaat slecht met de economie en de komende jaren zal het waarschijnlijk niet veel beter gaan. Kortom: het is kommer en kwel. En hoewel ik het eens ben met het perspectief van weinig groei de komende jaren, is het een misvatting dat dit een negatief verhaal is. Sterker nog, ik denk dat de stappen die het afgelopen jaar in Nederland en Europa op het gebied van economisch beleid zijn gezet, een hele prestatie zijn. En natuurlijk: je krijgt nooit het ideale beleid dat je voor ogen hebt. De haalbaarheid van beleid is doorslaggevend.
Laten we eerst eens naar Europa kijken. In het oplossen van de schuldencrisis zijn we met horten en stoten verder gekomen dan waar we een jaar geleden stonden. Het daadkrachtige optreden van de ECB geeft politici tijd om verstandig beleid uit te zetten. En hoewel vaak nog zeer voorzichtig, zetten zij die stappen wel. De concrete stappen op weg naar een bankenunie zijn aanzienlijk meer dan we een jaar geleden nog voor mogelijk hielden. Waarbij pessimisten natuurlijk niet zullen nalaten te melden dat dit niet genoeg is en dat de onrust in de eurozone nog steeds niet volledig is weggenomen. Dat klopt. Maar dat is nu het dilemma bij dit soort beleidsmatige processen. Op de tekentafel van sommige economen is de beleidsrichting vrij duidelijk. Maar daar begint het al: er zijn altijd wel economen met een andere mening te vinden. Daarbij brengt het politieke handwerk aanzienlijk meer dilemma’s met zich mee: de afweging tussen economische wenselijkheden, politieke gevoeligheden en de keuze tussen kortetermijnlapwerk en structurele oplossingen voor de lange termijn. De onrust en de daarmee samenhangende vertraging van economische groei vormen de prijs die we betalen voor een politiek proces dat uiteindelijk leidt tot een oplossing van de eurocrisis.
In Nederland gaat eenzelfde verhaal op. Ondanks het vallen van het kabinet, nieuwe verkiezingen en de installatie van een nieuw kabinet in een periode van iets meer dan een halfjaar is 2012 in beleidsmatig opzicht geen verloren jaar. Integendeel. Niet alleen voert het kabinet de komende jaren aanzienlijke bezuinigingen en lastenverzwaringen door, het doet ook verstandige dingen voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn. De politieke horten en stoten van het afgelopen jaar ontnemen het zicht daarop af en toe enigszins, maar op het terrein van de arbeidsmarkt, de pensioenen, de woningmarkt en de zorg is al aanzienlijke vooruitgang geboekt. Weliswaar nog niet zo veel als gehoopt, maar meer dan een jaar geleden werd gedacht. Ook hier doen zich de dilemma’s voor van politieke compromissen. Compromissen zijn nooit de gehoopte ideale oplossingen –als een dergelijk ideaal al wordt gedeeld– maar kunnen uiteindelijk wel de goede kant op leiden. En dat is in Nederland ontegenzeglijk aan de hand. We zijn er dus nog niet, maar het ingeslagen pad voert wel in de richting van een stabielere economie en toekomstbestendigere overheidsfinanciën. Zodat onze kinderen het straks net zo goed kunnen hebben als wij.
De auteur is hoofd nationaal onderzoek bij Rabobank Nederland.