Loonmatiging schept valse hoop
Kent u dat gevoel? Op weg naar een examen, een sollicitatiegesprek of iets anders waarvan u hoopt op een goede afloop, probeert u zichzelf te kalmeren door te zoeken naar signalen. Veelal willekeurig.
U stelt zich bijvoorbeeld voor dat als het volgende stoplicht op groen staat, de uitkomst positief zal zijn. Wie onzeker is, zoekt naar houvast. Psychologische proeven tonen aan dat onzekerheid leidt tot meer geloof in onzin, zoals niet-bestaande patronen en verbanden.
Datzelfde gevoel bekruipt mij als ik de berichtgeving over NedCar lees. Aan het begin van het jaar kondigde eigenaar Mitsubishi aan het bedrijf te willen sluiten. Minister Verhagen van Economische Zaken heeft er alles aan gedaan om dat te voorkomen: NedCar werd een zaak van nationaal belang.
De minister sprak een hartig woordje met de directie van Mitsubishi in Japan en bracht de zaak onder de aandacht bij zijn Japanse collega’s. Met succes: na een aantal mislukte overnamepogingen is er toch een koper gevonden. VDL uit Eindhoven neemt de fabriek voor het symbolische bedrag van 1 euro over om er voor BMW Mini’s te gaan maken.
Dat is positief nieuws voor de werknemers van NedCar, maar ook een opsteker voor heel Nederland, luidden veel reacties. In deze onzekere tijden lijkt NedCar de voorwaarde te zijn geworden voor het welslagen van de Nederlandse maakindustrie in het bijzonder en voor een goede economische ontwikkeling in heel ons land. Verhagen kan opgelucht ademhalen. Nu een doorstart voor NedCar er lijkt te komen, moet het met de rest van de economie ook wel goed komen. Het stoplicht staat op groen.
In werkelijkheid is de grootste uitdaging voor de Nederlandse maakindustrie en de Nederlandse economie als geheel natuurlijk niet de situatie bij NedCar, maar de toegenomen wereldwijde concurrentie. Om die het hoofd te kunnen bieden, klinkt regelmatig de roep om de lonen te matigen. In de jaren vijftig en tachtig leverde het beleid van loonmatiging een positieve bijdrage aan de economische groei, ons poldermodel verwierf aan het eind van de vorige eeuw wereldfaam. Maar de tijden zijn veranderd en loonmatiging is niet langer de oplossing.
Op dit moment bevindt de Nederlandse economie zich namelijk in een economische dip, waarbij vooral de binnenlandse consumptie meer dan in veel andere landen en meer dan in de jaren tachtig onder druk staat. Loonmatiging leidt alleen maar tot verdere vraaguitval.
Ook de huidige arbeidsmarktsituatie vormt geen argument. In de jaren tachtig liep de werkloosheid aanzienlijk op. Op dit moment neemt de werkloosheid weliswaar toe, maar is die in zowel internationaal als historisch perspectief nog altijd relatief laag.
Daarnaast heeft Nederland door de vergrijzing en ontgroening een veel geringere toename van het arbeidsaanbod dan drie decennia geleden. Er dreigt een krapte op de arbeidsmarkt te ontstaan, met name voor hoogopgeleid personeel. Het stimuleren van de werkgelegenheid is op dit moment daarom minder relevant als motief voor loonmatiging dan in het verleden. Inzetten op de verhoging van de arbeidsparticipatie is nu belangrijker. Loonmatiging heeft hier juist een negatief effect op.
Bij een krimpende beroepsbevolking kan het groeipotentieel daarnaast alleen worden versterkt door een verbetering van de arbeidsproductiviteit. De Nederlandse arbeidsproductiviteit is hoog, maar groeit al dertig jaar lang minder hard dan die bij onze belangrijkste concurrenten. Voor het bevorderen van de arbeidsproductiviteit is loonmatiging niet het goede instrument. Door lage loonkosten worden bedrijven niet geprikkeld om te investeren in onderzoek en ontwikkeling en is er minder innovatie.
Een doorstart van NedCar geeft geen garanties voor de toekomst van de Nederlandse economie en de maakindustrie. Maar de situatie bij NedCar geeft wel de uitdaging weer waar we voor staan. Nederland krijgt op termijn te maken met een structureel lager groeitempo. Een eigentijdse economische politiek zou gericht moeten zijn op het bevorderen van innovatie en productiviteit ter bevordering van het groeipotentieel. Met loonmatiging en bovenmatige aandacht voor individuele bedrijven waarvan de toekomst onzeker is, wordt enkel valse hoop geschapen. De aandacht moet uitgaan naar het op groen zetten van de échte relevante signalen voor de BV Nederland.
De auteur is senior econoom bij Rabobank Nederland.