Opinie

Laat CDA zich weer richten op de kerkelijke kiezer

Als het CDA vasthoudt aan de huidige koers zal de partij weinig nieuwe kiezers aan zich weten te binden, voorspellen Manfred te Grotenhuis en Tom van der Meer. Volgens hen doet de partij er goed aan zich weer te richten op de kerkelijke kiezers.

2 July 2012 07:56Gewijzigd op 14 November 2020 21:55
Foto RD, Anton Dommerholt
Foto RD, Anton Dommerholt

Sinds zijn oprichting is de kiezersschare van het CDA gedaald van 49 zetels in 1977 naar 21 zetels nu. Succesperiodes onder Lubbers en Balkenende konden deze trend slechts tijdelijk onderdrukken. En als we de peilingen moeten geloven, zet de neergang zich voort. Wat zijn de oorzaken van dit verlies?

Samen met twee collega’s hebben wij het stemgedrag van 37.000 kiezers onderzocht. We probeerden na te gaan of de neergang van het CDA (en zijn voorgangers) tussen 1970-2010 verband houdt met de afname van het aantal kerkleden (ontkerkelijking) en met het stemgedrag van de overgebleven kerkleden.

Karpers

We concluderen dat de daling van het aantal zetels voor het CDA te vergelijken is met een visser die door de jaren heen steeds minder karpers vangt. Voor de verslechterde vangst kunnen verschillende redenen zijn. Enerzijds kan dit komen doordat er eenvoudigweg minder karpers in de vijver rondzwemmen. Dit is vergelijkbaar met het dalend percentage kerkleden in Nederland van 65 procent in 1970 naar 30 procent in 2010.

Anderzijds kan dit ook komen doordat de overgebleven karpers niet langer afkomen op het aas: tussen 1970 en 1990 stemde de helft van alle kerkleden CDA, in 2010 nog maar een kwart.

De visser vangt naast karpers soms ook een baars; de onkerkelijke CDA-stemmers. Veel zijn dat er echter niet: gemiddeld stemt 7 tot 8 procent van alle onkerkelijken op het CDA, met uitschieters tot 15 procent (2002) en 5 procent (2010).

Ons onderzoek heeft het belang van deze twee verklaringen ontrafeld. Het dalend aantal kerkleden zorgt sinds 1980 voor een structureel verlies van 9 zetels. Belangrijker is echter dat vanaf 1994 steeds minder van de overgebleven kerkleden op het CDA stemmen. Dat kostte de partij in 2010 maar liefst 15 zetels.

Op grond van bovenstaande ligt het voor de hand dat het CDA zich in de verkiezingscampagne richt op kerkleden en niet zozeer op de onkerkelijken, waar de partij toch al nooit veel stemmers trok.

Aan voorspellingen voor de komende verkiezingen willen we ons niet wagen. Onze statistische modellen geven echter aan dat het CDA zou moeten scoren in de (wijde) bandbreedte tussen de 17 en de 30 zetels. Tegelijkertijd zien we dat de partij daar in de peilingen ver onder blijft. Het huidige probleem bij het CDA gaat dus nog dieper.

De partij lijkt niet te beseffen wie de eigen kiezers zijn en hoe die aan zich te binden. Dat het CDA christelijke kiezers verliest wanneer het zijn thema van normen en waarden inruilt voor economisch-conservatieve onderwerpen, is niet zo verbazingwekkend. Het is wel merkwaardig dat die weggelopen kerkleden nauwelijks voor de andere christelijke partijen hebben gekozen. De kiezers die het CDA sinds 2006 zo massaal heeft verloren, zijn voor het overgrote deel naar de VVD en de PVV getrokken: naar niet-religieuze, rechtse partijen.

Hoe kan dat? Omdat het CDA zich bewust niet meer profileerde op bij uitstek christelijke onderwerpen als gezinspolitiek en normen en waarden, werd de partij inwisselbaar voor andere (rechtse) partijen. Als kiezers dan toch op basis van economische en culturele onderwerpen hun keuze moesten maken, had het CDA nauwelijks iets extra’s te bieden vergeleken met andere rechtse partijen.

Het is in het licht van bovenstaande dan ook onbegrijpelijk dat het CDA het thema van normen en waarden heeft opgegeven. Nederlanders noemen dat thema steevast als het belangrijkste maatschappelijke probleem, zo laat SCP-onderzoek zien.

Normen en waarden waren bij uitstek een reden waarom vooral de religieuze maar ook niet-religieuze kiezers op het CDA stemden. Het CDA had met Balkenende goud in handen, omdat hij voor veel kiezers de belichaming was van dat thema.

Hoewel ook Balkenende beleidsmatig geen handen en voeten kon geven aan het thema, maakte dat weinig uit voor de kiezersgunst. Pas toen de partij het thema opgaf en inzette op een meer conservatieve koers, verloor het de kiezersgunst.

Lightversie

Dit alles maakt de zogenaamde nieuwe koers van het CDA sinds het Strategisch Beraad merkwaardig. Moreel en beleidsinhoudelijk kunnen er goede redenen zijn om voor het ‘radicale midden’ te kiezen. Daar willen wij niet over oordelen. Maar het is hoogst twijfelachtig dat het CDA daarmee de verloren kiezers terug zal winnen. Immers, het CDA heeft veel van zijn kiezers verloren aan rechtse partijen. Die kiezers laten zich waarschijnlijk niet met een linksere koers terugwinnen.

Bovendien blijft het CDA hameren op onderwerpen die al door andere partijen zijn geclaimd: de hypotheekrenteaftrek, de vlaktaks en het milieu. Ondanks de herbezinning heeft het CDA niet ingezet op de koers die de partij in kiezersogen uniek maakt onder de grote politieke partijen: normen en waarden.

Wat zijn nu nog bij uitstek redenen om CDA te stemmen? De partij concurreert met VVD, de PVV en D66 op onderwerpen waarop deze partijen een veel uitgesprokener profiel hebben. Het CDA komt daardoor over als een slap aftreksel: economisch is het de lightversie van de VVD, Europees de lightversie van D66, en (ondanks de interne tegenstellingen) cultureel de lightversie van de PVV.

Het CDA moet bedenken wat de partij uniek maakt in de Nederlandse politiek. Zonder een duidelijk christelijk gezicht laten de kerkelijke kiezers zich niet terugwinnen.

De auteurs zijn respectievelijk universitair docent statistiek bij de vakgroep sociologie van de Radboud Universiteit Nijmegen en universitair hoofddocent bij het departement politicologie van de Universiteit van Amsterdam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer