Verlengen werkweek helpt niet
Verlenging van de werkweek naar 40 uur is niet de beste methode om de zwakke economie te stimuleren. De sterk toegenomen werkloosheid maakt een langere werkweek onwenselijk voor de korte termijn. Voor de lange termijn zijn we meer gebaat bij hogere productiviteitsgroei.
De Nederlandse economie bevindt zich al geruime tijd in een recessie, terwijl een herstel zich niet aandient. De export draait redelijk, maar de bestedingen van overheid en consumenten nemen af. En waar vorig jaar de bedrijfsinvesteringen nog toenamen, was er dit jaar sprake van een flinke daling. Het vertrouwen bij consumenten en ondernemers blijft laag. Bij de laatste groep zijn er zorgen over de orderontvangsten. Consumenten zijn vooral somber door de zwakke woningmarkt, de negatieve berichten over de pensioenfondsen en de bezuinigingsmaatregelen. Het is tegen deze achtergrond dat politici kijken naar mogelijkheden om de economie te helpen. Een opmerkelijk voorstel kwam zondag van D66-Kamerlid Koolmees. De sociaalliberaal stelde voor om de duur van de werkweek te verlengen naar veertig uur en tweede pinksterdag te schrappen als verplichte verlofdag.
Door iets meer te werken in ruil voor meer loon en verlaging van de inkomstenbelasting komt ons land volgens Koolmees „werkend uit de crisis.” Het Kamerlid wees naast dit voordeel voor de korte termijn, ook op de vergrijzing. Steeds minder werkenden moeten zorgen voor steeds meer niet-werkenden. Een langere werkweek lijkt dan een voor de hand liggende methode om krapte op de arbeidsmarkt tegen te gaan.
Of dit voorstel zal worden omarmd door politiek en sociale partners valt echter te bezien. Het is immers het doorbreken van een trend van arbeidstijdverkorting die, mogelijk gemaakt door de toenemende welvaart, al vele decennia geleden is ingezet. Daarnaast speelt een grote rol dat veel vrouwen de arbeidsmarkt betraden en huishoudelijk werk en de zorg voor kinderen wilden combineren met een deeltijdbaan. De in vergelijking met andere landen gemiddeld korte werkweek in Nederland hangt hier sterk mee samen. De participatiegraad is in ons land juist relatief hoog. Aansturen op een langere werkweek, bijvoorbeeld door middel van belastingmaatregelen, zou juist kunnen leiden tot een afnemende participatie bij een deel van de beroepsbevolking.
Is het al twijfelachtig om met het oog op de vergrijzing de werkweek te verlengen, als poging om de economische groei op de korte termijn aan te zwengelen is het voorstel van Koolmees zelfs onwenselijk. Doordat een gebrek aan vertrouwen een grote rol speelt bij de huidige zwakte van de economie, zullen direct voelbare ingrepen als het verlengen van de werkweek en het weghalen van een feestdag een extra domper betekenen. Bovendien neemt de werkloosheid snel toe. Doordat de arbeidsmarkt achterloopt op de economische ontwikkeling, zal het nog vele jaren duren voordat deze arbeidsreserve weer is weggewerkt.
Het belangrijkste argument om op de korte termijn niet over te gaan tot een langere werkweek is dat er betere methodes zijn om de economische groei structureel op een hoger niveau te brengen. Het groeitempo van de economie wordt bepaald door twee factoren: het aantal gewerkte uren en de productiviteit. Door meer uren te werken probeer je de concurrentieslag te winnen op een wijze die niet past bij een hoog ontwikkelde economie, terwijl de mogelijkheden om meer te werken niet onuitputtelijk zijn (wie wil straks ook nog de vrije zaterdag inleveren?).
Verstandiger is het om per gewerkt uur meer waarde toe te voegen. Dit kan worden bereikt door te investeren in onderwijs, onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe technologie. Daarmee worden bedrijven geholpen waar qua productiviteit de meeste vooruitgang valt te behalen, zoals in de it- en de biotechsector. Ook het stimuleren van activiteiten op het gebied van duurzame energie is een investering in de toekomst. Net als in Duitsland, waar men beseft dat wat nu nog minder rendabel is, dat in de toekomst niet meer hoeft te zijn.
Een langere werkweek is geen remedie tegen de lage economische groei. Voorlopig houden we een arbeidsoverschot; voor de lange termijn is het zaak om vooral in te zetten op productiviteitsgroei.
De auteur schrijft op freelancebasis over ontwikkelingen in de economie en op de financiële markten.