Weblog: Dick Sanderman in Engeland (I)
OXFORD – Dick Sanderman uit Rijssen is vrijdag 24 februari naar Engeland vertrokken. Zaterdagavond geeft hij een concert in Oxford, daarna gaat hij nog naar Londen. Op deze plaats houdt hij een weblog bij.
Vrijdag 24 februari
Vroeg op: de wekker loopt af om 05.20 uur, want om 06.13 uur gaat m’n trein richting Schiphol. Je moet er wat voor over hebben… Ja, de Keble College Music Society heeft me uitgenodigd om zaterdag een concert te geven op het nieuwe orgel van Keble College Oxford, vandaar deze bedrijvigheid op de vroege ochtend.
Hoe ’t zo gekomen is? Nou, da’s niet zo moeilijk: zoon Leonard studeert in Oxford en is als organ scholar verbonden aan Keble College. Driemaal per week is hij hier actief in de kerkmuziek, als dirigent en als organist. Het lijntje is dus kort.
De reis verloopt voorspoedig. ’t Is wel druk op Schiphol: voorjaarsvakantie. Ik heb een vlucht naar Birmingham, en van daar neem ik de trein naar Oxford. Leonard haalt me af van het station, rond lunchtijd arriveren we bij z’n college. In de eetzaal staat fish & chips op het menu: de visgeur verspreidt zich over het terrein. Maar Leonard houdt niet van vis –ik wel!– dus hij neemt me eerst mee naar de kapel.
Het orgel is gloednieuw. Bij m’n vorige bezoek (vorig jaar mei) was het er nog niet, dus ik ben zeer benieuwd. Wow, wát een orgel! Keble College heeft een grote kapel met een prachtige akoestiek – en een goede akoestiek is het halve werk. Maar de andere helft, het orgel zelf, is ook van grote klasse! Vier klavieren, ruim veertig stemmen, het speelt heerlijk en het klinkt als een klok. Daar kan ik me wel mee amuseren.
Na deze eerste kennismaking eten we een broodje in het Keble Café en vervolgens neemt Leonard me mee naar Pusey House. Daar speelt hij zondagsmorgens altijd, en volgend cursusjaar gaat hij er ook wonen. Pusey was een prominent Oxfords theoloog in de 19e eeuw, met een enorme collectie boeken: iets van 80.000 titels. Om er zeker van te zijn dat die boeken als collectie bij elkaar zouden blijven, is rond 1900 een complex gebouwd in gotische stijl, met een kapel, een bibliotheek en woonverblijven voor geestelijken en gasten. Zondagmorgen hoop ik er de dienst bij te wonen.
’s Middags nemen we de tijd om het concert goed voor te bereiden. Alle registraties worden opgeslagen in het geheugen van de Setzer: ideaal! Op Nederlandse orgels blijft het registreren meestal handwerk, en dat kan best spannend zijn: in het vuur van de strijd kan er zomaar iets misgaan. Het geeft enorm veel rust als het registreren allemaal gebeurt via één druk op de knop.
Aan het eind van de middag maken we het Warden’s Recital mee in de Music Room van Keble: een soort voorspeelavond voor studenten. Net als op de Muziekschool: heel divers van repertoire en van niveau, maar leuk om eens mee te maken. Leonard zingt er een Schubert-lied en moet onverwachts het programma ook presenteren: de studente die voor programmablaadjes zou zorgen, zit nog in een les en kan niet op tijd bij de Music Room zijn.
We eten niet in college, maar in de stad. Oxford is een inspirerende stad, ik loop daar graag rond. Zoveel historie, zoveel cultuur bij elkaar, en dat alles binnen een vrij compact stadscentrum: geweldig!
’s Avonds luister ik de registraties af terwijl Leonard speelt: dat is de beste manier om te bepalen of de klankverhoudingen goed zijn. We kletsen nog even wat op Leonards kamer, bellen nog even met het thuisfront (regen in Rijssen, stralend mooi weer in Oxford…) en dan is het hoog tijd om naar bed te gaan. Mijn kamer heet de Lewis Guest Room. Hoewel C. S. Lewis heel wat voetstappen in Oxford heeft staan, is deze gastenkamer niet genoemd naar C. S., maar naar een andere Lewis. ’t Is een antiek interieurtje, maar dat geeft niet. ’t Is er in elk geval lekker warm: gelukkig wel, want in de kapel is de verwarming stuk, dus na een paar uur orgelspelen ben je tot op het bot toe koud.