De hersteld hervormde predikant uit Schoonrewoerd sprak naar aanleiding van Handelingen 8:5b: „…en predikte hun Christus.” Hij wees erop hoe wonderlijk de Heere werkte. De gemeente in Jeruzalem werd verstrooid. Dat betekende voor Filippus, wiens hart brandde van verlangen voor de Heere en Zijn dienst, een mogelijkheid om het Evangelie in Samaria te brengen. „Het Woord van God komt op plaatsen waar wij het niet verwachten. Dat moeten we aan de Heere overgeven. Er kunnen ook nu wonderen gebeuren als ons hart brandt van verlangen.”

Er was grote blijdschap in Sichem, de stad waar Filippus preekte. Ds. Groenenberg: „Blijdschap in Christus is iets heel anders dan de blijdschap van de wereld. Bij de blijdschap van de wereld gaat het om de buitenkant, om de lol. Het lijkt op vuurwerk. Je steekt het af, het ontploft en er blijft rommel over. Bij de blijdschap van Christus gaat het om innerlijke blijdschap die door de Heilige Geest gewerkt wordt en blijvend is. Het betekent niet al jubelend over de aarde gaan, maar het houdt wel liefde tot God en de naasten in.”

De predikant waarschuwde dat een kind van God niet altijd blij is en dat de blijdschap gepaard kan gaan met droefheid. „In Gods Koninkrijk spreek je met twee woorden: blijdschap in God en droefheid over de zonde. Die droefheid is er ook na de schuldvergeving, omdat je de zonden kwijt wilt. Maar er is ook blijdschap in de Heere, omdat je verlost bent van de schuld van de zonde.”

Slachtofferrol

Ds. R. van de Kamp, hersteld hervormd predikant te Barneveld, sprak over Psalm 50:21-23, waar de Heere Zijn volk bestraft omdat het Hem niet met het hart dient. Hij zei dat bestraffing nodig is, niet alleen voor zondaren, maar ook voor Gods volk. „Zit Gods volk niet vaak in de slachtofferrol? We hebben het toch vaak over dat arme volkje? Het gaat erom of het handelt naar Gods Woord.”

De predikant pleitte voor meer waardering voor het verbond. „We zijn bang geworden voor het verbond. Er is, door het invoeren van een verbonds­automatisme veel misbruik van het verbond gemaakt. Maar hebben we met het kind het badwater niet weggegooid? Het verbond leert dat er een gewillige God in de hemel is Die Zijn Zoon gegeven heeft voor onwillige zondaars.”

De plaatselijke hersteld hervormde predikant, ds. A. J. Britstra, opende de bijeenkomst met een toespraak over Johannes 10:16, over de goede Herder en Zijn schapen. Hij zei dat het een troost is dat het zendingswerk de verantwoordelijkheid van de Heere Jezus is en dat Hij de schapen toebrengt.

Bemoedigen

Dat te weten, bewaart volgens de predikant voor moedeloosheid. „Christus heeft het niet opgegeven. Hij wil bemoedigen door te wijzen op het verkiezend welbehagen van de Vader. Omdat Christus Zijn schapen zal toebrengen, heeft het zendingswerk zin. Dat is niet afhankelijk van zendingswerkers, maar van Christus.”

Ds. Britstra sprak ook over verdeeldheid. „Verdeeldheid is niet de veelkleurigheid van God, maar ten diepste zonde. Maar boven alle verdeeldheid en tegenstellingen gaat het Woord van de Zaligmaker, Die zorgt voor Zijn kerk. De Heere werkt door de kracht van Zijn Geest. Ook nu gaat dat werk door.”