„Obama knabbelt aan godsdienstvrijheid”
NEW YORK – Het lijkt een miniem verschil. Maar Amerikaanse juristen zien wel degelijk het onderscheid. Obama spreekt nauwelijks meer over vrijheid van godsdienst maar vaak over „vrijheid van godsdienstoefening.” „Dat doet hij niet zomaar.”
De treurenden vanwege het bloedbad op de Amerikaanse legerbasis Fort Hood, november vorig jaar, hadden er nauwelijks erg in dat hun president tijdens de herdenkingtoespraak een beleidswijziging doorvoerde. Obama sprak daar voor het eerst over het recht op vrijheid van godsdienstoefening en niet over vrijheid van godsdienst.
Dat dit een bewuste keus was, bleek tijdens de reis naar Azië die hij enkele dagen later maakte. Tijdens toespraken in Japan en China gebruikte hij consequent de nieuwe term. En minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton volgde haar baas in het nieuwe woordgebruik.
Thomas Farr, docent religie en buitenlands beleid aan de Georgetown University, duidt het gebruik van deze nieuwe terminologie als een beleidswijziging. Hij gelooft niets van de bewering van het ministerie van Buitenlandse Zaken dat het slechts gaat om synoniemen. „Deze terminologie biedt de regering de ruimte om minder scherp het debat te voeren met landen waar de godsdienstvrijheid onder druk staat. Je vraagt voor religieuze minderheden niet langer alle vrijheid, maar een beetje vrijheid.”
Nina Shea van het Center for Religious Freedom deelt dat. „Vrijheid van godsdienstoefening beperkt de vrijheid van godsdienst behoorlijk. Je mag wel een eredienst houden, maar je hebt niet zonder meer het recht om kinderen een godsdienstige opvoeding te geven of je eigen kerkelijke benoemingen te doen.”
Shea wijst erop dat deze omslag bovendien sterk aansluit bij het denken binnen intellectuele kringen in de VS. „Steeds sterker klinkt daar het geluid dat ieder wel het recht heeft op zijn eigen godsdienst, maar dat die overtuiging vooral privé gehouden moet worden. Alle discussies over de scheiding van kerk en staat hebben die gedachte als achtergrond.”
Farr beaamt die uitspraak. Volgens hem zal de beleidswijziging voorlopig alleen consequenties hebben voor de buitenlandse politiek. „Maar als de president zelf buiten de deur gaat knabbelen aan de democratische vrijheden, zal dat op den duur ook in ons eigen land gevolgen hebben.”