Kerk & religie

Worstelen met gevouwen handen

De dichter van Psalm 88 verkeerde in diepe geestelijke nood. Toch koos hij niet de weg van zelfbeklag, maar de weg van het gebed. Ds. C. P. de Boer: „Hij staat niet met gebalde vuisten naar de hemel te schudden, maar worstelt met gevouwen handen met God.”

Van een medewerker
16 March 2009 10:37Gewijzigd op 14 November 2020 07:30
PROF. PEELS ...heimwee... Foto RD, Anton Dommerholt
PROF. PEELS ...heimwee... Foto RD, Anton Dommerholt

De christelijke gereformeerde predikant uit Werkendam sprak zaterdag in Lage Vuursche op een Bijbelstudieconferentie over ”De Psalmen voor jou”. De bijeenkomst, die werd bezocht door ruim honderd jongeren, was belegd door het Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ) van de Christelijke Gereformeerde Kerken.Ds. De Boer hield naar aanleiding van Psalm 88 een lezing over ”Gebedsworsteling en verhoring”. De inhoud van deze „donkerste psalm” is volgens hem onbekend en daardoor onbemind. „Men vraagt wel eens of Heman, de schrijver van de psalm, misschien depressief was. De psalm is een en al duisternis, en eindigt daar ook mee. Er wordt ook wel gedacht dat er een stukje tekst aan het eind is weggevallen, waar Heman beschreven zou hebben hoe hij toch weer vreugde vond. Daar gaan we niet in mee, maar het maakt goed duidelijk dat dit een bijzondere psalm is.”

Heman was volgens ds. De Boer iemand met een vooraanstaande positie. „We lezen in de Kronieken dat Heman in de tempel werkte. Daar zag hij voorbeelden van Gods werk in het leven van mensen. Hij was een wijsheidsleraar en kundig om Gods daden door middel van muziek en zang te vertolken. Deze psalm heeft hij bedoeld als onderwijzing in de verborgen omgang.”

Christenen kunnen dan ook van Heman leren hoe ze in diepe geestelijke nood moeten bidden, aldus de christelijke gereformeerde predikant. „We zouden ons bidden moeten ijken aan het bidden in de Bijbel.”

Aangrijpend

De Boer noemde drie opvallende kenmerken van Hemans gebed. „In de eerste plaats is het aangrijpend dat Heman bidt tot de God Die hij verantwoordelijk houdt voor zijn ellende. Bij alles wat hij meemaakt, blijft het voor hem vaststaan dat God goed is. De weg van het gebed blokkeert zo de weg naar de wanhoop.”

In de tweede plaats valt volgens hem op dat Heman rustig, ordelijk en concreet bidt. „Ook in onze binnenkamer kan niet concreet genoeg gebeden worden. Juist het beschrijven van mijn nood schept het decor waarbinnen de vragen aan God gesteld mogen worden.”

In de derde plaats valt het karakter van de vragen die Heman stelt op. „Heman dwingt God in een bepaalde richting. Hij houdt Hem aan Zijn Woord. Juist wanneer mijn ervaring haaks staat op Gods beloften, spreekt het geloof God aan op Zijn eer.”

Hemans gebed is volgens de predikant op het eerste gezicht niet verhoord. Toch klinkt er iets in door van Psalm 23: God is met hem, ook in de duisternis.

Prof. dr. H. G. L. Peels, hoogleraar Oude Testament aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, sprak aan de hand van Psalm 42 en 43 over het thema ”Verlangen naar God”.

Verlangen naar God is iets bijzonders, aldus prof. Peels. „Het boek der Psalmen is geschreven in een periode van ongeveer tien eeuwen. Een van de rode draden is het verlangen, het heimwee naar God. Dit uitzien naar de levende God tref je in andere godsdienstige boeken, zoals de Koran, niet aan. Israëls God is totaal anders.”

De dichter stelt volgens de hoogleraar het bittere heden tegenover het betere verleden. „De smart wordt door de her-innering niet opgeheven, maar eerder verhevigd. Toch herleeft in het hart van de dichter de hoop. Als hij zich voorstelt hoe Gods licht en waarheid zijn reisleiders zullen zijn, tuimelen de woorden over elkaar. Dan eindigt alles in: „Mijn God.””

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer